Van 25-7-2014 t/m 11-8-2015 maakten wij een lange reis, waaronder door dit land.
Hier vind je de gehele route van dit jaar fietsen.
Hier vind je de gehele route van dit jaar fietsen.
Thailand
26-11-2014
Laatste dagen Maleisië
Onze laatste twee dagen in Maleisië hebben we flink de vaart er in gezet. We waren klaar voor nieuwe ervaringen in een nieuw land met andere gebruiken en gewoonten. In Georgetown, de laatste grote stad in Maleisië hebben we nog inkopen gedaan. Eindelijk een fietszaak gevonden waar ze fietsschoenen maat 46 verkopen! En ook een nieuw fietspompje. De trouwe lezer van onze site zal zich verbazen, alweer een fietspompje. Inderdaad, we hebben geleerd dat als een fietspompje stroef pompt, je olie moet gebruiken. Vet kun je ook gebruiken maar na ongeveer tien keer pompen is het op met het pompje. In Georgetown hebben we ook een visum geregeld voor Thailand. Toeristen die met het vliegtuig Thailand in komen krijgen een visum dat 30 dagen geldig is. Kom je over land Thailand binnen dan krijg je maar 15 dagen. Bij het Thaise consulaat hebben we nu een visum gekocht dat geldig is tot 11 januari, dat moet genoeg zijn. 13 november zijn we Thailand binnen gekomen.
Thailand
De grensovergang ging soepel: een exit-stempeltje van Maleisië, een entry-stempel voor Thailand en fietsen maar. Bij het eerste stadje geld gewisseld, gepind en inkopen gedaan en weer kilometers maken. Ons beeld van Thailand is enigszins bijgesteld. Bij Thailand dachten wij aan zee, strand, palmbomen, zon en toeristen. Veel toeristen. Maar wij fietsen door de binnenlanden. Hier spreekt men weinig tot geen Engels en ziet men weinig toeristen. De meeste borden zijn dan ook in het Thai geschreven. Een schrift met veel krullen en tekens dat voor de leek (en dat zijn wij) onleesbaar is. Zelfs de hoteluithangborden zijn in het Thai. Het is al een paar keer voorgekomen dat we geen hotel konden vinden en er zelfs een voorbij zijn gefietst. Nu herkennen we de uithangborden van hotels. Vaak staat er op het bord ‘24’ (24 uur per dag een bemenste receptie), ‘free wifi’, ‘resort’ of een honderdtal (prijs voor hotelkamer) tussen de Thaise krullen en tekens. “Je gaat het pas zien als je het doorhebt”, aldus Johan Cruijff.
Laatste dagen Maleisië
Onze laatste twee dagen in Maleisië hebben we flink de vaart er in gezet. We waren klaar voor nieuwe ervaringen in een nieuw land met andere gebruiken en gewoonten. In Georgetown, de laatste grote stad in Maleisië hebben we nog inkopen gedaan. Eindelijk een fietszaak gevonden waar ze fietsschoenen maat 46 verkopen! En ook een nieuw fietspompje. De trouwe lezer van onze site zal zich verbazen, alweer een fietspompje. Inderdaad, we hebben geleerd dat als een fietspompje stroef pompt, je olie moet gebruiken. Vet kun je ook gebruiken maar na ongeveer tien keer pompen is het op met het pompje. In Georgetown hebben we ook een visum geregeld voor Thailand. Toeristen die met het vliegtuig Thailand in komen krijgen een visum dat 30 dagen geldig is. Kom je over land Thailand binnen dan krijg je maar 15 dagen. Bij het Thaise consulaat hebben we nu een visum gekocht dat geldig is tot 11 januari, dat moet genoeg zijn. 13 november zijn we Thailand binnen gekomen.
Thailand
De grensovergang ging soepel: een exit-stempeltje van Maleisië, een entry-stempel voor Thailand en fietsen maar. Bij het eerste stadje geld gewisseld, gepind en inkopen gedaan en weer kilometers maken. Ons beeld van Thailand is enigszins bijgesteld. Bij Thailand dachten wij aan zee, strand, palmbomen, zon en toeristen. Veel toeristen. Maar wij fietsen door de binnenlanden. Hier spreekt men weinig tot geen Engels en ziet men weinig toeristen. De meeste borden zijn dan ook in het Thai geschreven. Een schrift met veel krullen en tekens dat voor de leek (en dat zijn wij) onleesbaar is. Zelfs de hoteluithangborden zijn in het Thai. Het is al een paar keer voorgekomen dat we geen hotel konden vinden en er zelfs een voorbij zijn gefietst. Nu herkennen we de uithangborden van hotels. Vaak staat er op het bord ‘24’ (24 uur per dag een bemenste receptie), ‘free wifi’, ‘resort’ of een honderdtal (prijs voor hotelkamer) tussen de Thaise krullen en tekens. “Je gaat het pas zien als je het doorhebt”, aldus Johan Cruijff.
Onderweg
Het fietsen is, tot nu toe, heel relaxed hier. De wegen zijn prima en naast de grote (snel)weg met veel verkeer zijn er weggetjes die door kleine dorpjes gaan. De omgeving is groen (is het regenseizoen nog ergens goed voor) met palm- en fruitbomen en regelmatig zie je bergen om je heen. Het lukt ons niet altijd om de grote wegen te vermijden, maar automobilisten zijn hier gewend aan fietsers en bromfietsers langs de weg. Gelukkig is er meestal een brede strook langs de weg waar fietsers en brommers kunnen rijden. Veel passerende brommers groeten ons en sommigen steken hun duim op. Ook hier trekken we veel bekijks met onze fietsen.
We maken veel kilometers op een dag, soms wel 130. We vinden het fijn om vroeg te vertrekken. Om 5.00 uur gaat de wekker en staan we op, checken onze mail en pakken onze tassen. Het ontbijt bestaat uit een goed bord havermout met stukjes fruit (meestal banaan) en rond 6.00 uur zitten we op de fiets. De zon komt dan net op en in de ochtendschemering is het heerlijk fietsen. De stad komt langzaam tot leven. De eerste klanten melden zich al bij de mobiele eetstalletjes voor een bordje of bananenblad met rijst en op de markt stallen de kooplui hun fruit en handelswaren uit. We zien boeddhistische monniken in hun oranje gewaden, blootvoets langs de weg lopen met een bedelnap. De ochtendnevel rond de bergen maakt de omgeving mysterieus. De zon laat voorzichtig zijn stralen zien. Voor de fotograaf het beste moment van de dag om foto’s te maken. Voor de fietser is het fijn fietsen, het is nog koel en er is weinig is verkeer.
Het fietsen is, tot nu toe, heel relaxed hier. De wegen zijn prima en naast de grote (snel)weg met veel verkeer zijn er weggetjes die door kleine dorpjes gaan. De omgeving is groen (is het regenseizoen nog ergens goed voor) met palm- en fruitbomen en regelmatig zie je bergen om je heen. Het lukt ons niet altijd om de grote wegen te vermijden, maar automobilisten zijn hier gewend aan fietsers en bromfietsers langs de weg. Gelukkig is er meestal een brede strook langs de weg waar fietsers en brommers kunnen rijden. Veel passerende brommers groeten ons en sommigen steken hun duim op. Ook hier trekken we veel bekijks met onze fietsen.
We maken veel kilometers op een dag, soms wel 130. We vinden het fijn om vroeg te vertrekken. Om 5.00 uur gaat de wekker en staan we op, checken onze mail en pakken onze tassen. Het ontbijt bestaat uit een goed bord havermout met stukjes fruit (meestal banaan) en rond 6.00 uur zitten we op de fiets. De zon komt dan net op en in de ochtendschemering is het heerlijk fietsen. De stad komt langzaam tot leven. De eerste klanten melden zich al bij de mobiele eetstalletjes voor een bordje of bananenblad met rijst en op de markt stallen de kooplui hun fruit en handelswaren uit. We zien boeddhistische monniken in hun oranje gewaden, blootvoets langs de weg lopen met een bedelnap. De ochtendnevel rond de bergen maakt de omgeving mysterieus. De zon laat voorzichtig zijn stralen zien. Voor de fotograaf het beste moment van de dag om foto’s te maken. Voor de fietser is het fijn fietsen, het is nog koel en er is weinig is verkeer.
En natuurlijk het eten…..
Het eten is hier heerlijk. Net als in Maleisië is er veel lekkers te koop. Langs de weg zijn stalletjes waar vers fruit wordt verkocht. Regelmatig stoppen we om een ananas te eten, een watermeloen of een mango. De ananas wordt vers gesneden en geserveerd met een pittig poeder (een mix van suiker, zout en specerijen). De ananas moet rustig gegeten worden, want een overdosis van het poeder leidt tot een prikkelende mond en lippen en tranen in je ogen. Onder het mom van ‘fruit is gezond’, nemen we meerdere fruithapjes per dag.
In plaats van ’s avonds in een restaurant te gaan eten, bevalt het ons goed om te gaan eten op de ‘night-market’. Je koopt bij verschillende stalletjes wat je lekker vindt. Bij het ene stalletje een paar sateetjes, bij een ander stalletje rijst en weer ergens anders een curry. Soms staan er bij zo’n stalletje tafeltjes en stoeltjes (en krijg je het eten geserveerd op een bord) maar het is de gewoonte dat je het gekochte eten mee neemt en thuis op eet. Je krijgt het eten dan mee in een plastic zakje waar een klein elastiekje om is gewikkeld. Het is voor H. iedere keer weer een hele toer om het elastiekje los te maken. Als we naar de nightmarket gaan nemen we voortaan onze eigen bordjes en bestek mee zodat we het we het toch daar kunnen op eten als er geen borden en bestek worden verstrekt.
Het eten is heerlijk: gerechten met pittige bamboe, curries (met vlees, kip of pompoen), zoete saté. En als toetje vers fruit, vers gebakken poffertjes, droge koekjes of als we nog trek hebben zoete kleefrijst.
Ontbijt
Wat het fietsen hier ook relaxed maakt is dat er veel levendige dorpjes zijn met winkeltjes en restaurantjes. We hoeven niet veel eten en water mee te nemen voor onderweg. Wat in Nederland de Albert Heijn is, is hier de ‘7-eleven’. Elk dorpje heeft wel zo’n winkel terwijl in een stad meerdere filialen zijn. Al een aantal keer hebben we twee filialen tegenover elkaar gezien. Ook is er bij haast iedere benzinepomp aan de grote weg een 7-eleven. Het assortiment en de prijs is overigens in iedere winkel gelijk. Wij zijn er inmiddels vaste klant. Dagelijks kopen we er één bruin brood. Ook verkopen ze hier broodbeleg: jam en sandwichspread. Havermout is er niet te koop. We zijn lang op zoek geweest naar havermout in Thailand. In Singapore en Maleisië was het overal verkrijgbaar, hier is het schaars. Nestlé heeft wel een soort ‘instant havermout drinkpap’. We hebben het één keer geprobeerd, maar het is ‘drie in één’. Een klein plastic zakje met een klein beetje instant havermout, een beetje melkpoeder en veel, heel veel suiker. Niet het soort ontbijt dat wij zoeken.
Het eten is hier heerlijk. Net als in Maleisië is er veel lekkers te koop. Langs de weg zijn stalletjes waar vers fruit wordt verkocht. Regelmatig stoppen we om een ananas te eten, een watermeloen of een mango. De ananas wordt vers gesneden en geserveerd met een pittig poeder (een mix van suiker, zout en specerijen). De ananas moet rustig gegeten worden, want een overdosis van het poeder leidt tot een prikkelende mond en lippen en tranen in je ogen. Onder het mom van ‘fruit is gezond’, nemen we meerdere fruithapjes per dag.
In plaats van ’s avonds in een restaurant te gaan eten, bevalt het ons goed om te gaan eten op de ‘night-market’. Je koopt bij verschillende stalletjes wat je lekker vindt. Bij het ene stalletje een paar sateetjes, bij een ander stalletje rijst en weer ergens anders een curry. Soms staan er bij zo’n stalletje tafeltjes en stoeltjes (en krijg je het eten geserveerd op een bord) maar het is de gewoonte dat je het gekochte eten mee neemt en thuis op eet. Je krijgt het eten dan mee in een plastic zakje waar een klein elastiekje om is gewikkeld. Het is voor H. iedere keer weer een hele toer om het elastiekje los te maken. Als we naar de nightmarket gaan nemen we voortaan onze eigen bordjes en bestek mee zodat we het we het toch daar kunnen op eten als er geen borden en bestek worden verstrekt.
Het eten is heerlijk: gerechten met pittige bamboe, curries (met vlees, kip of pompoen), zoete saté. En als toetje vers fruit, vers gebakken poffertjes, droge koekjes of als we nog trek hebben zoete kleefrijst.
Ontbijt
Wat het fietsen hier ook relaxed maakt is dat er veel levendige dorpjes zijn met winkeltjes en restaurantjes. We hoeven niet veel eten en water mee te nemen voor onderweg. Wat in Nederland de Albert Heijn is, is hier de ‘7-eleven’. Elk dorpje heeft wel zo’n winkel terwijl in een stad meerdere filialen zijn. Al een aantal keer hebben we twee filialen tegenover elkaar gezien. Ook is er bij haast iedere benzinepomp aan de grote weg een 7-eleven. Het assortiment en de prijs is overigens in iedere winkel gelijk. Wij zijn er inmiddels vaste klant. Dagelijks kopen we er één bruin brood. Ook verkopen ze hier broodbeleg: jam en sandwichspread. Havermout is er niet te koop. We zijn lang op zoek geweest naar havermout in Thailand. In Singapore en Maleisië was het overal verkrijgbaar, hier is het schaars. Nestlé heeft wel een soort ‘instant havermout drinkpap’. We hebben het één keer geprobeerd, maar het is ‘drie in één’. Een klein plastic zakje met een klein beetje instant havermout, een beetje melkpoeder en veel, heel veel suiker. Niet het soort ontbijt dat wij zoeken.
Vijftig tinten grijs
In Maleisië hebben we een regenponcho gekocht voor het geval dat we in een tropische regenbui terecht zouden komen. Ongebruikt zat deze dagenlang onder het bagagenetje. We hadden de hoop dat we hem niet nodig zouden hebben. Een enkele keer hebben we wel een fikse bui gehad maar daar konden we voor schuilen. Zaterdag 15 november hebben we de regenponcho’s wel moeten gebruiken. We stonden klaar om te gaan fietsen toen de eerste regen met bakken uit de lucht kwam vallen. Bij de eerdere buien die we over ons heen hebben gekregen hield de regen na ongeveer 15 minuten op, maar die dag was anders. Het ging wel wat minder regen maar de lucht bleef grijsgrauw. Twijfelend keken we naar de lucht en besloten het er op te wagen. Het miezerde nog een beetje toen we het hotel verlieten, maar onze regenponcho’s waren nog niet nodig. Voordat we de stad uit waren werden de wolken zwart. We stonden voor een verkeerslicht, in dit geval een ‘rood-stop-licht’, met 25 meter verderop een viaduct waar we konden schuilen. De eerste grote druppels plensden op onze helmen, maar het verkeerslicht bleef op rood. Naast het verkeerslicht hing een teller met daarop het aantal seconden dat het verkeerslicht nog rood zou zijn. Tergend langzaam sprong de teller van 60 seconden naar 59 naar 58 naar 57…… terwijl de druppels steeds groter werden en langzaam onze kleren doorweekt raakten. Die hele dag hebben we in de regen gefietst. We hebben alle tinten van grijze wolken gezien en het waren er meer dan vijftig! Onderweg kwamen we een Nederlands stel uit Utrecht tegen die met hun verbouwde Toyota vanuit Australië naar Nederland reizen. We kregen een heerlijk kopje koffie aangeboden, Douwe Egberts, uit Nederland. Een bakje troost voor de regen die nog zou komen. We hebben ruim een uur met ze gepraat over Thailand, Maleisië, Centraal Azië, reizen en ervaringen uitgewisseld. We stonden droog onder een afdakje toen plots de lucht even betrok. Toen we verder fietsten begon het weer te regenen. De hele dag nog.
In Maleisië hebben we een regenponcho gekocht voor het geval dat we in een tropische regenbui terecht zouden komen. Ongebruikt zat deze dagenlang onder het bagagenetje. We hadden de hoop dat we hem niet nodig zouden hebben. Een enkele keer hebben we wel een fikse bui gehad maar daar konden we voor schuilen. Zaterdag 15 november hebben we de regenponcho’s wel moeten gebruiken. We stonden klaar om te gaan fietsen toen de eerste regen met bakken uit de lucht kwam vallen. Bij de eerdere buien die we over ons heen hebben gekregen hield de regen na ongeveer 15 minuten op, maar die dag was anders. Het ging wel wat minder regen maar de lucht bleef grijsgrauw. Twijfelend keken we naar de lucht en besloten het er op te wagen. Het miezerde nog een beetje toen we het hotel verlieten, maar onze regenponcho’s waren nog niet nodig. Voordat we de stad uit waren werden de wolken zwart. We stonden voor een verkeerslicht, in dit geval een ‘rood-stop-licht’, met 25 meter verderop een viaduct waar we konden schuilen. De eerste grote druppels plensden op onze helmen, maar het verkeerslicht bleef op rood. Naast het verkeerslicht hing een teller met daarop het aantal seconden dat het verkeerslicht nog rood zou zijn. Tergend langzaam sprong de teller van 60 seconden naar 59 naar 58 naar 57…… terwijl de druppels steeds groter werden en langzaam onze kleren doorweekt raakten. Die hele dag hebben we in de regen gefietst. We hebben alle tinten van grijze wolken gezien en het waren er meer dan vijftig! Onderweg kwamen we een Nederlands stel uit Utrecht tegen die met hun verbouwde Toyota vanuit Australië naar Nederland reizen. We kregen een heerlijk kopje koffie aangeboden, Douwe Egberts, uit Nederland. Een bakje troost voor de regen die nog zou komen. We hebben ruim een uur met ze gepraat over Thailand, Maleisië, Centraal Azië, reizen en ervaringen uitgewisseld. We stonden droog onder een afdakje toen plots de lucht even betrok. Toen we verder fietsten begon het weer te regenen. De hele dag nog.
4-12-2014
Religie
De meerderheid van de bevolking is Boeddhist. Tijdens het fietsen zien we veel tempels. Oude, nieuwe en de één nog meer bling-bling dan de andere maar allemaal een hoog ‘Eftelinggehalte’. De meeste tempels staan er ‘verlaten’ bij en ‘leven niet’, vooral op het platteland. Andere zijn toeristische attracties geworden. Als we onderweg een tempel tegenkomen die we mooi vinden, stoppen we vaak even om een foto te maken. Dit is dan een leuke onderbreking van de fietstocht. Omrijden om een bijzondere tempel te zien doen we haast nooit; we vinden ze teveel op elkaar lijken.
Veel mensen hebben thuis een ‘altaartje’ staan in de tuin of op het balkon. We zijn al diverse ‘winkels’ tegengekomen waar je deze altaartjes kan kopen.
Religie
De meerderheid van de bevolking is Boeddhist. Tijdens het fietsen zien we veel tempels. Oude, nieuwe en de één nog meer bling-bling dan de andere maar allemaal een hoog ‘Eftelinggehalte’. De meeste tempels staan er ‘verlaten’ bij en ‘leven niet’, vooral op het platteland. Andere zijn toeristische attracties geworden. Als we onderweg een tempel tegenkomen die we mooi vinden, stoppen we vaak even om een foto te maken. Dit is dan een leuke onderbreking van de fietstocht. Omrijden om een bijzondere tempel te zien doen we haast nooit; we vinden ze teveel op elkaar lijken.
Veel mensen hebben thuis een ‘altaartje’ staan in de tuin of op het balkon. We zijn al diverse ‘winkels’ tegengekomen waar je deze altaartjes kan kopen.
‘AWOL-weggetjes’ en honden
We zetten met de gps de route uit en proberen daarbij de grotere wegen te vermijden en binnendoor weggetjes te nemen. Die weggetjes zijn rustig en je rijdt door kleine levendige dorpjes waar je door de plaatselijke bevolking wordt aangemoedigd met een duim omhoog. En door de honden wordt je achterna gerend. Op een uitzondering na zijn het allemaal geasfalteerde weggetjes. We noemen deze weggetjes ‘AWOL-weggetjes’: AWOL is een reisorganisatie die fietsvakanties aanbiedt en zich hoofdzakelijk profileert met fietsroutes over rustige weggetjes.
Soms ontkomen we niet aan de grote weg. Als we veel kilometers op een dag willen maken of als er geen andere weg mogelijk is fietsen we op autosnelwegen. Vanuit het zuiden hebben we een grote boog gemaakt om Bangkok heen om de autosnelwegen (en Bangkok city) te vermijden. Het laatste stuk van onze ‘Bypass-Bangkok’ besloten we om toch maar de autosnelweg te nemen. Eén dag flink wat kilometers maken en dan zouden we weer rustig kunnen fietsen. Vanuit Ayutthaya was het al meteen druk op de weg. Auto’s, bussen, vrachtverkeer en ook brommers passeerden ons met een behoorlijke vaart. De wegen zijn breed genoeg en er is een brede strook voor (brom)fietsers. De eerste uren maakten we dan ook behoorlijk wat kilometers. Aan het einde van de ochtend merkten we dat er langs de autosnelweg hekken waren geplaatst. We konden er niet meer af en rijden op de parellelweg die een stuk rustiger was. Doorfietsen dus was het enige wat we konden doen. We maakten ons wel enigszins zorgen over de verkeersborden die aangaven dat de weg verboden was voor brommers maar aangezien wij fietsers zijn gelden die borden niet voor ons, dachten we. Na 40 minuten flink doortrappen kwamen we verschillende bordjes tegen die een rustplaats aangaven en in de verte zagen we een vertrouwd bord van een 7-eleven. Maar eenmaal aangekomen stond ook daar een groot hek waardoor de winkel onbereikbaar werd. Doorfietsen dus. De volgende borden die langs de weg stonden maakten ons duidelijk dat we op een tolweg zouden uitkomen en dat er betaald moest worden. Voor de slagbomen stond een rij vrachtauto’s. Behendig manoeuvreerden we onze fietsen langs en door de rij. Achter één van de vrachtwagen passeerden we de slagbomen en de tolweg lag voor ons, klaar om ontdekt te worden. Tevreden keken we elkaar aan, dat hadden we mooi geflikt. We konden weer kilometers maken. Maar ons plezier duurde niet lang. Binnen twee kilometer stond een auto van de traffic-police met een agent die ons aanhield. Of wij wel wisten dat we op een autosnelweg fietsten en dat deze weg absoluut niet bestemd is voor fietsers. Braaf knikten we dat we het wel snapten, maar dat we wel graag van de weg af wilden maar door de hekken zaten we als het ware gevangen op de weg. De agent was onverbiddelijk, we moesten van de weg af maar hoe? Terugfietsen was geen optie, dat zou betekenen dat we bijna een uur als spookrijder moesten gaan fietsen en doorfietsen tot de volgende afslag mocht absoluut niet van de agent. De agent beval ons om hem te volgen. Een paar honderd meter terug waren wegwerkers aan het werk. Met hulp van deze mannen lukte het om onze fietsen veilig op de parellelweg te zetten, over de reling heen. We bedankten de wegwerkers en ook onze agent die toch instond voor onze veiligheid. Een paar kilometer verder raakten we helemaal verstrikt in het netwerk van autosnelwegen rondom Bangkok. Er waren geen parellelwegen, we fietsen over viaducten, we fietsen onder snelwegen door, een enkele keer waren we zelfs voor een paar kilometer spookrijder. Het verkeer raasde ons voorbij en toen we na meer dan een uur fietsen weer op dezelfde plek kwamen gooiden we het roer om. In plaats van de korte route over de autosnelwegen, fietsten we meer dan twintig kilometer om over een weg waar we wel mochten fietsen. Eindelijk rust….
We zetten met de gps de route uit en proberen daarbij de grotere wegen te vermijden en binnendoor weggetjes te nemen. Die weggetjes zijn rustig en je rijdt door kleine levendige dorpjes waar je door de plaatselijke bevolking wordt aangemoedigd met een duim omhoog. En door de honden wordt je achterna gerend. Op een uitzondering na zijn het allemaal geasfalteerde weggetjes. We noemen deze weggetjes ‘AWOL-weggetjes’: AWOL is een reisorganisatie die fietsvakanties aanbiedt en zich hoofdzakelijk profileert met fietsroutes over rustige weggetjes.
Soms ontkomen we niet aan de grote weg. Als we veel kilometers op een dag willen maken of als er geen andere weg mogelijk is fietsen we op autosnelwegen. Vanuit het zuiden hebben we een grote boog gemaakt om Bangkok heen om de autosnelwegen (en Bangkok city) te vermijden. Het laatste stuk van onze ‘Bypass-Bangkok’ besloten we om toch maar de autosnelweg te nemen. Eén dag flink wat kilometers maken en dan zouden we weer rustig kunnen fietsen. Vanuit Ayutthaya was het al meteen druk op de weg. Auto’s, bussen, vrachtverkeer en ook brommers passeerden ons met een behoorlijke vaart. De wegen zijn breed genoeg en er is een brede strook voor (brom)fietsers. De eerste uren maakten we dan ook behoorlijk wat kilometers. Aan het einde van de ochtend merkten we dat er langs de autosnelweg hekken waren geplaatst. We konden er niet meer af en rijden op de parellelweg die een stuk rustiger was. Doorfietsen dus was het enige wat we konden doen. We maakten ons wel enigszins zorgen over de verkeersborden die aangaven dat de weg verboden was voor brommers maar aangezien wij fietsers zijn gelden die borden niet voor ons, dachten we. Na 40 minuten flink doortrappen kwamen we verschillende bordjes tegen die een rustplaats aangaven en in de verte zagen we een vertrouwd bord van een 7-eleven. Maar eenmaal aangekomen stond ook daar een groot hek waardoor de winkel onbereikbaar werd. Doorfietsen dus. De volgende borden die langs de weg stonden maakten ons duidelijk dat we op een tolweg zouden uitkomen en dat er betaald moest worden. Voor de slagbomen stond een rij vrachtauto’s. Behendig manoeuvreerden we onze fietsen langs en door de rij. Achter één van de vrachtwagen passeerden we de slagbomen en de tolweg lag voor ons, klaar om ontdekt te worden. Tevreden keken we elkaar aan, dat hadden we mooi geflikt. We konden weer kilometers maken. Maar ons plezier duurde niet lang. Binnen twee kilometer stond een auto van de traffic-police met een agent die ons aanhield. Of wij wel wisten dat we op een autosnelweg fietsten en dat deze weg absoluut niet bestemd is voor fietsers. Braaf knikten we dat we het wel snapten, maar dat we wel graag van de weg af wilden maar door de hekken zaten we als het ware gevangen op de weg. De agent was onverbiddelijk, we moesten van de weg af maar hoe? Terugfietsen was geen optie, dat zou betekenen dat we bijna een uur als spookrijder moesten gaan fietsen en doorfietsen tot de volgende afslag mocht absoluut niet van de agent. De agent beval ons om hem te volgen. Een paar honderd meter terug waren wegwerkers aan het werk. Met hulp van deze mannen lukte het om onze fietsen veilig op de parellelweg te zetten, over de reling heen. We bedankten de wegwerkers en ook onze agent die toch instond voor onze veiligheid. Een paar kilometer verder raakten we helemaal verstrikt in het netwerk van autosnelwegen rondom Bangkok. Er waren geen parellelwegen, we fietsen over viaducten, we fietsen onder snelwegen door, een enkele keer waren we zelfs voor een paar kilometer spookrijder. Het verkeer raasde ons voorbij en toen we na meer dan een uur fietsen weer op dezelfde plek kwamen gooiden we het roer om. In plaats van de korte route over de autosnelwegen, fietsten we meer dan twintig kilometer om over een weg waar we wel mochten fietsen. Eindelijk rust….
The beach / kust
Het zuiden van Thailand staat toch wel bekend om zijn stranden en tropische eilanden. Nu zijn wij geen echte ‘strand-types’, maar fietsen langs de zee is wel heerlijk. We passeerden verlaten strandjes waar we onderweg lunchten en sliepen in plaatsen waar we het strand voor ons alleen hadden.
We ontkwamen er niet aan om ook een aantal dagen in wat grotere strandplaatsen te verblijven. In die plaatsen, met all-inclusive-resorts, voelden we ons toch wel een alternatieve toerist. Met onze bepakte fietsen over de boulevard waren we ons toch wel een bezienswaardigheid. In Hua Hin konden we onze draai niet vinden. De nightmarket is daar een markt voor toeristen geworden. Shirts met opdruk van Thailand en teksten zoals ‘good boys go to heaven, bad boys go to Pattaya’, kettingen en armbandjes en meer prullaria waar de toerist blijkbaar behoefte aan heeft. Natuurlijk hangt er een (westers) prijskaartje aan. Ook hebben we Pattaya aangedaan. Deze uitgestrekte strandplaats (wel 10 km) is berucht om ‘sekstoerisme’. Daarnaast wonen/overwinteren er veel gepensioneerde westerlingen. Ook hier is alles ingesteld om de westerse toerist te vermaken. In de supermarkt veel producten die we al lang niet meer hebben gezien: Douwe Egberts koffie, bruin brood, Hero jam en Nutella. In Pattaya hebben we kennissen van de ouders van K. opgezocht. Zij zijn begin december naar Thailand gevlogen en hebben een pakketje met reserveonderdelen voor de fiets voor ons meegenomen. Het is een wet: één fietstas zit vol met reservemateriaal. Maar wat gaat er juist stuk of verliezen we, juist dat wat we niet als extra hebben meegenomen en ook niet verkrijgbaar is in Thailand: een dopje voor de fietsstandaard en een klein spiegeltje. Een andere wet maakt ons duidelijk dat als je de nieuwe onderdelen hebt laten komen uit Nederland, je binnen 24 uur een winkel tegenkomt waar ze het wel in voorraad hebben. Ook deze wet klopt als een bus.
Het zuiden van Thailand staat toch wel bekend om zijn stranden en tropische eilanden. Nu zijn wij geen echte ‘strand-types’, maar fietsen langs de zee is wel heerlijk. We passeerden verlaten strandjes waar we onderweg lunchten en sliepen in plaatsen waar we het strand voor ons alleen hadden.
We ontkwamen er niet aan om ook een aantal dagen in wat grotere strandplaatsen te verblijven. In die plaatsen, met all-inclusive-resorts, voelden we ons toch wel een alternatieve toerist. Met onze bepakte fietsen over de boulevard waren we ons toch wel een bezienswaardigheid. In Hua Hin konden we onze draai niet vinden. De nightmarket is daar een markt voor toeristen geworden. Shirts met opdruk van Thailand en teksten zoals ‘good boys go to heaven, bad boys go to Pattaya’, kettingen en armbandjes en meer prullaria waar de toerist blijkbaar behoefte aan heeft. Natuurlijk hangt er een (westers) prijskaartje aan. Ook hebben we Pattaya aangedaan. Deze uitgestrekte strandplaats (wel 10 km) is berucht om ‘sekstoerisme’. Daarnaast wonen/overwinteren er veel gepensioneerde westerlingen. Ook hier is alles ingesteld om de westerse toerist te vermaken. In de supermarkt veel producten die we al lang niet meer hebben gezien: Douwe Egberts koffie, bruin brood, Hero jam en Nutella. In Pattaya hebben we kennissen van de ouders van K. opgezocht. Zij zijn begin december naar Thailand gevlogen en hebben een pakketje met reserveonderdelen voor de fiets voor ons meegenomen. Het is een wet: één fietstas zit vol met reservemateriaal. Maar wat gaat er juist stuk of verliezen we, juist dat wat we niet als extra hebben meegenomen en ook niet verkrijgbaar is in Thailand: een dopje voor de fietsstandaard en een klein spiegeltje. Een andere wet maakt ons duidelijk dat als je de nieuwe onderdelen hebt laten komen uit Nederland, je binnen 24 uur een winkel tegenkomt waar ze het wel in voorraad hebben. Ook deze wet klopt als een bus.
Bangkok
Om in Pattaya te geraken moesten we Bangkok passeren. We zagen dat eigenlijk niet zo zitten. We besloten daarom om meteen grote boog om Bangkok heen te fietsen. Op de route lagen nog een paar interessante stadjes, dus dat kwam goed uit.
Kanchanaburi was een interessante plaats. Deze plaats is met name berucht om ‘The bridge on river Kwai’. In de Tweede wereldoorlog bezette Japan een groot gedeelte van Zuid-Oost Azië. Nederlands-Indië werd op de Nederlanders veroverd en Singapore, Maleisië en een gedeelte van Birma op de Engelsen. De oorlog concentreerde zich op Birma en de Japanners besloten om dwars door de jungle een spoor aan te leggen naar het front in Birma. Een plan dat al veel langer bestond maar door Engelse ingenieurs als onmogelijk werd beschouwd. Onder barre omstandigheden legden Engelse, Australische en ook Nederlandse krijgsgevangen de 400 kilometer lange Birmaspoorweg aan. Meer dan 100.000 mannen zijn hierbij om het leven gekomen, 200 per dag. Eén dode per biels.
In Kanchanaburi zijn nog veel herinneringen uit deze duistere periode. De brug, 28 november door de geallieerde bommenwerpers onklaar is gemaakt, is na de oorlog weer opgebouwd en is nu een toeristische attractie. Het is druk op de brug waar veel groepen toeristen zich laten fotograferen en waar jongeren selfies maken. Indrukwekkender is het kerkhof waar de gestorven krijgsgevangen liggen. Een hele sectie met Nederlandse slachtoffers. Bij het militair kerkhof staat een museum waar duidelijk wordt uitgelegd onder welke omstandigheden de spoorlijn is aangelegd. Originele dagboeken, tekeningen en bezittingen van de krijgsgevangen geven een schrijnend beeld. Een paar Nederlandse dagboeken en brieven van het rode kruis met de mededeling dat een gevangene was overleden. ’s Avonds was er een sound & light show om te herdenken dat op 28 november 1943 de brug werd gebombardeerd. Indrukwekkend vuurwerk en laserlicht bij de brug en een podium waar acteurs een rollenspel speelden.
Om in Pattaya te geraken moesten we Bangkok passeren. We zagen dat eigenlijk niet zo zitten. We besloten daarom om meteen grote boog om Bangkok heen te fietsen. Op de route lagen nog een paar interessante stadjes, dus dat kwam goed uit.
Kanchanaburi was een interessante plaats. Deze plaats is met name berucht om ‘The bridge on river Kwai’. In de Tweede wereldoorlog bezette Japan een groot gedeelte van Zuid-Oost Azië. Nederlands-Indië werd op de Nederlanders veroverd en Singapore, Maleisië en een gedeelte van Birma op de Engelsen. De oorlog concentreerde zich op Birma en de Japanners besloten om dwars door de jungle een spoor aan te leggen naar het front in Birma. Een plan dat al veel langer bestond maar door Engelse ingenieurs als onmogelijk werd beschouwd. Onder barre omstandigheden legden Engelse, Australische en ook Nederlandse krijgsgevangen de 400 kilometer lange Birmaspoorweg aan. Meer dan 100.000 mannen zijn hierbij om het leven gekomen, 200 per dag. Eén dode per biels.
In Kanchanaburi zijn nog veel herinneringen uit deze duistere periode. De brug, 28 november door de geallieerde bommenwerpers onklaar is gemaakt, is na de oorlog weer opgebouwd en is nu een toeristische attractie. Het is druk op de brug waar veel groepen toeristen zich laten fotograferen en waar jongeren selfies maken. Indrukwekkender is het kerkhof waar de gestorven krijgsgevangen liggen. Een hele sectie met Nederlandse slachtoffers. Bij het militair kerkhof staat een museum waar duidelijk wordt uitgelegd onder welke omstandigheden de spoorlijn is aangelegd. Originele dagboeken, tekeningen en bezittingen van de krijgsgevangen geven een schrijnend beeld. Een paar Nederlandse dagboeken en brieven van het rode kruis met de mededeling dat een gevangene was overleden. ’s Avonds was er een sound & light show om te herdenken dat op 28 november 1943 de brug werd gebombardeerd. Indrukwekkend vuurwerk en laserlicht bij de brug en een podium waar acteurs een rollenspel speelden.
Bijzondere ontmoetingen
Drie vrolijke vrienden
Onderweg komen we soms ook andere fietsers tegen. Vaak stoppen we dan en wisselen ervaringen en emailadressen uit. Twee keer zijn we ‘bijzondere fietsers’ tegen gekomen.
In Georgetown (Maleisië) liepen we door de stad toen we een groep fietsers in de verte zagen. Ze waren te ver weg om even naar toe te lopen en om een praatje te maken. De volgende dag op de ferry naar het vasteland zagen we de fietsers weer. Ze stonden vooraan. Het waren drie vrolijke gepensioneerde Indonesiërs, tegen de zeventig jaar aan, die genoten van het fietsen en de vrijheid die ze nu hebben. Ze werkten alle drie bij hetzelfde bedrijf en een paar jaar geleden maakten ze de afspraak dat als ze eenmaal met pensioen zijn dat ze dan door Azië wilden gaan fietsen. Vanuit Indonesië waren ze via Singapore naar Maleisië gefietst. Ze waren op weg naar Thailand om dan richting Cambodja, Laos en Vietnam te fietsen. Wanneer ze weer richting huis gingen wisten ze niet. Op het vasteland werden ze opgewacht door een ‘facebook-friend’: een fietsliefhebber uit Maleisië die de drie mannen wegwijs maakte in Georgetown. Deze man reed voor ons uit op de brommer en maakte foto’s van ons. Na een paar kilometer werden we door hem getrakteerd op een ontbijt met warme chocomel (buiten was het bijna 30 graden) en kregen van de man veel tips voor het fietsen in Thailand. Na het ontbijt moesten we allemaal op de foto met een canvasdoek dat de 3 Indonesiërs bij zich hadden. Wij zetten onze namen op het canvas met een toepasselijk schrijven in het Nederlands erbij: ‘een dag niet gelachen, een dag niet geleefd!’. Bij het afscheid kregen we nog een overlevingspakket mee: ORS, oploskoffie (goed voor de cafeïne) en dadels. Onze dag was goed begonnen!
Op een tandem door Thailand
Bij een stalletje in de buurt van Hua Hin (Thailand) zagen we een mooie, nog glimmende tandem staan. Uiteraard waren we benieuwd van wie deze zou zijn en stopten we voor een praatje. We hadden het idee dat het westerse fietsers zouden zijn maar tot onze verbazing was het een Thai. Samen met zijn moeder van 73 jaar op de fiets. In moeizaam Engels vertelden ze hun verhaal. Ze hielden er een alternatief leven op na, de man woonde in de bergen zonder stroom of andere luxe, en regelmatig fietsten ze door Thailand. Beiden hadden dreadlocks en waren Hindoe. Op een foto die ze bij zich hadden zagen we de tandem met een karretje erachter. In dat karretje stond een schaap! We gaven de twee een sticker van ons waarna ze ons 2 pakken koeken cadeau deden. Bij het afscheid gaven ze ons nog twee hangertjes met hindoegoden-afbeeldingen voor geluk. Voordat ze weer op de tandem stapten, vouwden ze hun handen bij elkaar en prevelden een gebed voor ons.
Drie vrolijke vrienden
Onderweg komen we soms ook andere fietsers tegen. Vaak stoppen we dan en wisselen ervaringen en emailadressen uit. Twee keer zijn we ‘bijzondere fietsers’ tegen gekomen.
In Georgetown (Maleisië) liepen we door de stad toen we een groep fietsers in de verte zagen. Ze waren te ver weg om even naar toe te lopen en om een praatje te maken. De volgende dag op de ferry naar het vasteland zagen we de fietsers weer. Ze stonden vooraan. Het waren drie vrolijke gepensioneerde Indonesiërs, tegen de zeventig jaar aan, die genoten van het fietsen en de vrijheid die ze nu hebben. Ze werkten alle drie bij hetzelfde bedrijf en een paar jaar geleden maakten ze de afspraak dat als ze eenmaal met pensioen zijn dat ze dan door Azië wilden gaan fietsen. Vanuit Indonesië waren ze via Singapore naar Maleisië gefietst. Ze waren op weg naar Thailand om dan richting Cambodja, Laos en Vietnam te fietsen. Wanneer ze weer richting huis gingen wisten ze niet. Op het vasteland werden ze opgewacht door een ‘facebook-friend’: een fietsliefhebber uit Maleisië die de drie mannen wegwijs maakte in Georgetown. Deze man reed voor ons uit op de brommer en maakte foto’s van ons. Na een paar kilometer werden we door hem getrakteerd op een ontbijt met warme chocomel (buiten was het bijna 30 graden) en kregen van de man veel tips voor het fietsen in Thailand. Na het ontbijt moesten we allemaal op de foto met een canvasdoek dat de 3 Indonesiërs bij zich hadden. Wij zetten onze namen op het canvas met een toepasselijk schrijven in het Nederlands erbij: ‘een dag niet gelachen, een dag niet geleefd!’. Bij het afscheid kregen we nog een overlevingspakket mee: ORS, oploskoffie (goed voor de cafeïne) en dadels. Onze dag was goed begonnen!
Op een tandem door Thailand
Bij een stalletje in de buurt van Hua Hin (Thailand) zagen we een mooie, nog glimmende tandem staan. Uiteraard waren we benieuwd van wie deze zou zijn en stopten we voor een praatje. We hadden het idee dat het westerse fietsers zouden zijn maar tot onze verbazing was het een Thai. Samen met zijn moeder van 73 jaar op de fiets. In moeizaam Engels vertelden ze hun verhaal. Ze hielden er een alternatief leven op na, de man woonde in de bergen zonder stroom of andere luxe, en regelmatig fietsten ze door Thailand. Beiden hadden dreadlocks en waren Hindoe. Op een foto die ze bij zich hadden zagen we de tandem met een karretje erachter. In dat karretje stond een schaap! We gaven de twee een sticker van ons waarna ze ons 2 pakken koeken cadeau deden. Bij het afscheid gaven ze ons nog twee hangertjes met hindoegoden-afbeeldingen voor geluk. Voordat ze weer op de tandem stapten, vouwden ze hun handen bij elkaar en prevelden een gebed voor ons.
Gestoken in nieuwe T-shirts zijn we klaar voor het volgende land: Cambodja. Over een paar dagen zullen we de grens over gaan.
Over een aantal weken zullen we weer terug zijn in Thailand, waarna we gaan proberen om richting Birma te gaan.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Sinds 1-1-2015 zijn we weer terug in Thailand.
8-1-2015
Vervolg van onze route
Niets is zo veranderlijk als de mens. Meer dan een jaar geleden zaten we thuis gebogen over de Grote Bosatlas. Globaal hebben we toen een route uitgestippeld en hier op een landkaartje gezet: Thailand, Laos, Cambodja, Vietnam en Myanmar (Birma). Dit waren de landen om te overwinteren. Maar ja tijdens het fietsen kom je andere fietsers tegen, je hoort andere verhalen en niet onbelangrijk is ook de informatie op het internet. De route wordt daarom enigszins gewijzigd.
In Singapore hoorden we het verhaal dat de grens tussen Myanmar en India sinds enkele maanden open is voor buitenlandse toeristen. Een enkele avonturier is deze grens al overgestoken en heeft op internet gedetailleerd beschreven hoe je dit moet aanpakken. Eigenlijk wisten we beiden meteen dat dit voor ons een mooi avontuur zou zijn: via Thailand naar Myanmar, dan naar India om vervolgens Bangladesh door te steken om dan weer in India, Calcutta uit te komen. Echter daar zitten nog al wat haken en ogen aan. Op de eerste plaats hebben we een visum nodig voor India. Omdat we twee keer India binnen komen hebben we dus minimaal een double entry nodig. Daarbij is het visum voor India geldig op de dag dat je het krijgt wat betekent dat een visum voor drie maanden waarschijnlijk te weinig is en we dus een visum nodig hebben voor zes maanden. Op internet gaan de verhalen de ronde dat de Indiase ambassade in Bangkok deze visums niet verstrekt maar in Phnom Penh (Cambodja) wel. In Phnom Pen is het ons gelukt om een multiply entry visum voor zes maanden voor India te bemachtigen. In Bangkok hebben we de visa voor Myanmar en Bangladesh geregeld. Het laatste dat we nog moeten regelen is de permit voor het grensgebied Myanmar-India. We hebben intensief contact met een reisbureautje in Myanmar die dat voor ons kan regelen. De vereiste dokumenten zijn inmiddels naar hen opgestuurd. Afwachten dus.
Over een aantal weken zullen we weer terug zijn in Thailand, waarna we gaan proberen om richting Birma te gaan.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Sinds 1-1-2015 zijn we weer terug in Thailand.
8-1-2015
Vervolg van onze route
Niets is zo veranderlijk als de mens. Meer dan een jaar geleden zaten we thuis gebogen over de Grote Bosatlas. Globaal hebben we toen een route uitgestippeld en hier op een landkaartje gezet: Thailand, Laos, Cambodja, Vietnam en Myanmar (Birma). Dit waren de landen om te overwinteren. Maar ja tijdens het fietsen kom je andere fietsers tegen, je hoort andere verhalen en niet onbelangrijk is ook de informatie op het internet. De route wordt daarom enigszins gewijzigd.
In Singapore hoorden we het verhaal dat de grens tussen Myanmar en India sinds enkele maanden open is voor buitenlandse toeristen. Een enkele avonturier is deze grens al overgestoken en heeft op internet gedetailleerd beschreven hoe je dit moet aanpakken. Eigenlijk wisten we beiden meteen dat dit voor ons een mooi avontuur zou zijn: via Thailand naar Myanmar, dan naar India om vervolgens Bangladesh door te steken om dan weer in India, Calcutta uit te komen. Echter daar zitten nog al wat haken en ogen aan. Op de eerste plaats hebben we een visum nodig voor India. Omdat we twee keer India binnen komen hebben we dus minimaal een double entry nodig. Daarbij is het visum voor India geldig op de dag dat je het krijgt wat betekent dat een visum voor drie maanden waarschijnlijk te weinig is en we dus een visum nodig hebben voor zes maanden. Op internet gaan de verhalen de ronde dat de Indiase ambassade in Bangkok deze visums niet verstrekt maar in Phnom Penh (Cambodja) wel. In Phnom Pen is het ons gelukt om een multiply entry visum voor zes maanden voor India te bemachtigen. In Bangkok hebben we de visa voor Myanmar en Bangladesh geregeld. Het laatste dat we nog moeten regelen is de permit voor het grensgebied Myanmar-India. We hebben intensief contact met een reisbureautje in Myanmar die dat voor ons kan regelen. De vereiste dokumenten zijn inmiddels naar hen opgestuurd. Afwachten dus.
Route in Thailand:
13-11-2014 t/m 7-12-2014
Deel 1: Hat Yai – Phatthalung – Trang – Krabi – Ban Ta Khun – Chaiya – Chumpon – Ban Saphan – Prachuap Khiri Kan - Hua Hin – Phetchaburi – Ratchaburi - Kanchanaburi – Ayutthaya – Chachoengsao – Pattaya – Rayong – Chantanaburi.
1-1-2015 t/m 17-1-2015
Deel 2: Sa Keo - Phanom Sarakham - Chachoengsao - Bangkok - Ayutthaya - Chainat - Nakhon Sawan - Kamphaeng Phet - Tak - Mae Sot
Bekijk de route via wikiloc: Thailand 1, Thailand 2
13-11-2014 t/m 7-12-2014
Deel 1: Hat Yai – Phatthalung – Trang – Krabi – Ban Ta Khun – Chaiya – Chumpon – Ban Saphan – Prachuap Khiri Kan - Hua Hin – Phetchaburi – Ratchaburi - Kanchanaburi – Ayutthaya – Chachoengsao – Pattaya – Rayong – Chantanaburi.
1-1-2015 t/m 17-1-2015
Deel 2: Sa Keo - Phanom Sarakham - Chachoengsao - Bangkok - Ayutthaya - Chainat - Nakhon Sawan - Kamphaeng Phet - Tak - Mae Sot
Bekijk de route via wikiloc: Thailand 1, Thailand 2