Oman. Kerstvakantie 2021-2022
We vertrokken zondag thuis om 6u in de ochtend en kwamen net na middernacht aan in het hotel in Muscat.
Van te voren hadden we alles al geregeld: betaald voor de fietsen bij KLM, e-visum en alle 'corona paperassen' geupload op een website.
Net nadat een nieuwe lockdown in Nederland is afgekondigd op zaterdagavond, vertrokken wij zondagochtend. Dat was wel een raar gevoel, wat overigens snel voorbij was toen we op Schiphol heel veel andere reizigers zagen.
We waren ruim op tijd op Schiphol.
De rij voor de bagage afgifte (diverse vluchten en maatschappijen) was enorm. Het grondpersoneel moet van iedereen de inreisvereisten checken. Omdat wij niet met fietsen in de rij konden slalommen, mochten we via de achterkant aan de rij aansluiten. Daar waren we meteen aan de beurt. We waren dus al heel snel bij de gate.
Het vliegtuig vertrok een half uur later in verband met een defect bagageluik, maar die tijd werd ingehaald bij een (technische) tussenstop in Damman (Saudi Arabië). Hier stapte 80% van de passagiers uit Amsterdam uit en kwamen er maar 4 nieuwe reizigers. Het laatste 1,5 uur konden we dus ook maximaal afstand van anderen houden.
Eenmaal geland, gepind en door de douane stonden onze fietsen al netjes op een karretje bij de bagageband.
Van te voren hadden we via een besloten facebookgroep over reizen in Oman een taxi geregeld. Deze stond netjes klaar. Om 2 uur lagen we eindelijk in bed. Wat een lange dag.
Van te voren hadden we alles al geregeld: betaald voor de fietsen bij KLM, e-visum en alle 'corona paperassen' geupload op een website.
Net nadat een nieuwe lockdown in Nederland is afgekondigd op zaterdagavond, vertrokken wij zondagochtend. Dat was wel een raar gevoel, wat overigens snel voorbij was toen we op Schiphol heel veel andere reizigers zagen.
We waren ruim op tijd op Schiphol.
De rij voor de bagage afgifte (diverse vluchten en maatschappijen) was enorm. Het grondpersoneel moet van iedereen de inreisvereisten checken. Omdat wij niet met fietsen in de rij konden slalommen, mochten we via de achterkant aan de rij aansluiten. Daar waren we meteen aan de beurt. We waren dus al heel snel bij de gate.
Het vliegtuig vertrok een half uur later in verband met een defect bagageluik, maar die tijd werd ingehaald bij een (technische) tussenstop in Damman (Saudi Arabië). Hier stapte 80% van de passagiers uit Amsterdam uit en kwamen er maar 4 nieuwe reizigers. Het laatste 1,5 uur konden we dus ook maximaal afstand van anderen houden.
Eenmaal geland, gepind en door de douane stonden onze fietsen al netjes op een karretje bij de bagageband.
Van te voren hadden we via een besloten facebookgroep over reizen in Oman een taxi geregeld. Deze stond netjes klaar. Om 2 uur lagen we eindelijk in bed. Wat een lange dag.
Muscat - Barka - Al Awbi
Maandag werden we om 5.30 al wakker: de imam riep op tot gebed. Toch nog wat geslapen en de ochtend gebruikt om de fietsen weer in elkaar te zetten. Dat kon in de parkeergarage van het hotel. Ruimte genoeg. De dozen mogen hier 3 weken blijven staan, zodat we ze weer kunnen gebruiken bij de terugvlucht.
's Middags nog wat in de wijk rondom het hotel gewandeld.
Mensen zijn vriendelijk, maar niet opdringerig.
's Avonds Indiaas gegeten in een snackbar. We konden zitten in de 'family room'; dat is een afgesloten ruimte waar vrouwen en gezinnen kunnen zitten. Meteen ook het meest coronaproof gedeelte van de snackbar. Heerlijk gegeten. Indiaas eten smaakt altijd goed, hoe duur het restaurant ook is.
De tweede dag moesten we de stad uitfietsen. Muscat is heel lang en uitgestrekt en er zijn alleen snelwegen. Driebaanswegen waar auto's 120 mogen en vrachtauto's 100. De wegen rondom Muscat zijn druk maar hoe verder we van de hoofdstad kwamen, des te minder verkeer er was. Het is bewolkt en het weerbericht gaf 25 graden aan. Echter, onze thermometer stijgt al gauw tot 35 graden. We moeten wennen aan de warmte. Bij iedere moskee stoppen we even om koud water te drinken. Rondom de snelwegen is het lastig een kampeerplek te vinden. Uiteindelijk vinden we, na bijna 100km fietsen, een groene strook (omringd door een wandelpad) aan een parallelweg. We fietsen even terug naar een fabriek waar ze mineraal water bottelen om water te halen. Hier worden we hartelijk ontvangen door een werknemer uit Bangladesh. Tussen de joggende mensen zetten we onze tent op. Ieder rondje groeten we ze weer. Om 6u liggen we al te slapen (5.30 gaat de zon onder en 6u is het donker). We slapen goed ondanks het geluid van razende auto's.
In de ochtend alweer de eerste joggers. We ruimen onze tent op en gaan de snelweg weer op. Geleidelijk aan wordt de drukke 6 baansweg een rustige 4 baans weg en vervolgens een 2 baans weg.
We vinden een kampeerplekje bij het dorpje al Hawabi. Om 18.15 liggen we in bed. Dat zal de rest van deze reis zo blijven.
Maandag werden we om 5.30 al wakker: de imam riep op tot gebed. Toch nog wat geslapen en de ochtend gebruikt om de fietsen weer in elkaar te zetten. Dat kon in de parkeergarage van het hotel. Ruimte genoeg. De dozen mogen hier 3 weken blijven staan, zodat we ze weer kunnen gebruiken bij de terugvlucht.
's Middags nog wat in de wijk rondom het hotel gewandeld.
Mensen zijn vriendelijk, maar niet opdringerig.
's Avonds Indiaas gegeten in een snackbar. We konden zitten in de 'family room'; dat is een afgesloten ruimte waar vrouwen en gezinnen kunnen zitten. Meteen ook het meest coronaproof gedeelte van de snackbar. Heerlijk gegeten. Indiaas eten smaakt altijd goed, hoe duur het restaurant ook is.
De tweede dag moesten we de stad uitfietsen. Muscat is heel lang en uitgestrekt en er zijn alleen snelwegen. Driebaanswegen waar auto's 120 mogen en vrachtauto's 100. De wegen rondom Muscat zijn druk maar hoe verder we van de hoofdstad kwamen, des te minder verkeer er was. Het is bewolkt en het weerbericht gaf 25 graden aan. Echter, onze thermometer stijgt al gauw tot 35 graden. We moeten wennen aan de warmte. Bij iedere moskee stoppen we even om koud water te drinken. Rondom de snelwegen is het lastig een kampeerplek te vinden. Uiteindelijk vinden we, na bijna 100km fietsen, een groene strook (omringd door een wandelpad) aan een parallelweg. We fietsen even terug naar een fabriek waar ze mineraal water bottelen om water te halen. Hier worden we hartelijk ontvangen door een werknemer uit Bangladesh. Tussen de joggende mensen zetten we onze tent op. Ieder rondje groeten we ze weer. Om 6u liggen we al te slapen (5.30 gaat de zon onder en 6u is het donker). We slapen goed ondanks het geluid van razende auto's.
In de ochtend alweer de eerste joggers. We ruimen onze tent op en gaan de snelweg weer op. Geleidelijk aan wordt de drukke 6 baansweg een rustige 4 baans weg en vervolgens een 2 baans weg.
We vinden een kampeerplekje bij het dorpje al Hawabi. Om 18.15 liggen we in bed. Dat zal de rest van deze reis zo blijven.
Rustaq (Hat) - Al Hamra
Wadi Bani Auf
De moskee is, zoals ieder dag, onze wekker.
De 2 baans weg is 1 baans geworden en na een paar kilometer ook onverhard. We zijn best ervaren, al zeggen we het zelf, maar jeetje wat een klim. 8 tot 25%. We kunnen niet fietsen en zelfs het duwen valt ons zwaar. We houden onze fietsen maar amper overeind. In the middle of knowhere ligt een aangelegd voetbalveld. Vreemde locatie, denken wij. Het is heel droog en het groen (moestuinen) en de palmbomen die we zien staan achter hekken. De bekende oases in de woestijn.
Onderweg komen we nog langs een moskee waar we heerlijk koud water tappen. Diverse auto's (four wheeldrive!) passeren ons terwijl we zwoegen om de fietsen een paar meter omhoog te duwen. De meeste zwaaien. Een man geeft ons een tasje met 8 kleine zakjes chips. Wat was dat heerlijk: we aten ze alle 8 achter elkaar op. We lopen en duwen urenlang, zien nergens een mogelijkheid om te kamperen terwijl we de energie al uit onze benen is verdwenen. We zijn pas 600m hoger dan ons vertrek punt in de ochtend als we om 16.00 uur in het dorpje Hat aankomen. Een gehucht met een winkel waar ze alleen tomatenpuree, witte bonen in tomatensaus en snoep verkopen. De bereidheid om ons te helpen aan een kampeerplek ontbreekt. Aan het einde van het dorp vinden we de wadi en zetten we onze tent op. Het enige vlakke stuk grond wel met kleine puntige steentjes. Een race tegen de klok: gauw eten koken, afwassen en onszelf wassen voordat het donker is.
In Oman zijn veel wadi’s. Een wadi is een vallei of rivierdal. Oman is heel droog, maar op de plekken van wadi’s stroomt water en deze plekken zijn vaak erg groen. In wadi’s staan vaak dadelpalmen.
De volgende dag staan we op tijd op en vervolgen onze route. Het is opnieuw lopen en duwen tot de top. Weer een hele klim, we doen er ongeveer 4,5 uur over om 10 kilometert vooruit te komen. Maar we halen de top, waar we uitgebreid eten: kip, salade en rijst. Genoeg energie om verder te fietsen, omlaag dit keer, wat een verademing! Ook is er nu een asfaltweg en binnen een mum van tijd zijn we afgedaald tot Al Hambra waar we een guesthouse vinden. Omdat we zo uitgebreid geluncht hebben eten we ‘s avonds alleen yoghurt met fruit. We wassen onze fietsbroeken en dubben over onze route voor de volgende dag.
Wadi Bani Auf
De moskee is, zoals ieder dag, onze wekker.
De 2 baans weg is 1 baans geworden en na een paar kilometer ook onverhard. We zijn best ervaren, al zeggen we het zelf, maar jeetje wat een klim. 8 tot 25%. We kunnen niet fietsen en zelfs het duwen valt ons zwaar. We houden onze fietsen maar amper overeind. In the middle of knowhere ligt een aangelegd voetbalveld. Vreemde locatie, denken wij. Het is heel droog en het groen (moestuinen) en de palmbomen die we zien staan achter hekken. De bekende oases in de woestijn.
Onderweg komen we nog langs een moskee waar we heerlijk koud water tappen. Diverse auto's (four wheeldrive!) passeren ons terwijl we zwoegen om de fietsen een paar meter omhoog te duwen. De meeste zwaaien. Een man geeft ons een tasje met 8 kleine zakjes chips. Wat was dat heerlijk: we aten ze alle 8 achter elkaar op. We lopen en duwen urenlang, zien nergens een mogelijkheid om te kamperen terwijl we de energie al uit onze benen is verdwenen. We zijn pas 600m hoger dan ons vertrek punt in de ochtend als we om 16.00 uur in het dorpje Hat aankomen. Een gehucht met een winkel waar ze alleen tomatenpuree, witte bonen in tomatensaus en snoep verkopen. De bereidheid om ons te helpen aan een kampeerplek ontbreekt. Aan het einde van het dorp vinden we de wadi en zetten we onze tent op. Het enige vlakke stuk grond wel met kleine puntige steentjes. Een race tegen de klok: gauw eten koken, afwassen en onszelf wassen voordat het donker is.
In Oman zijn veel wadi’s. Een wadi is een vallei of rivierdal. Oman is heel droog, maar op de plekken van wadi’s stroomt water en deze plekken zijn vaak erg groen. In wadi’s staan vaak dadelpalmen.
De volgende dag staan we op tijd op en vervolgen onze route. Het is opnieuw lopen en duwen tot de top. Weer een hele klim, we doen er ongeveer 4,5 uur over om 10 kilometert vooruit te komen. Maar we halen de top, waar we uitgebreid eten: kip, salade en rijst. Genoeg energie om verder te fietsen, omlaag dit keer, wat een verademing! Ook is er nu een asfaltweg en binnen een mum van tijd zijn we afgedaald tot Al Hambra waar we een guesthouse vinden. Omdat we zo uitgebreid geluncht hebben eten we ‘s avonds alleen yoghurt met fruit. We wassen onze fietsbroeken en dubben over onze route voor de volgende dag.
Jebel Shams – Al Hamra
1e kerstdag
We gaan op weg naar Jebel Shams. Verhalen van andere fietsers laten ons geloven dat het een heftige dag wordt. We fietsen Al Hamra uit en na 10km begint de klim. Geleidelijke hellingen lijken ze hier niet te kennen. Het gaat gewoon recht en steil omhoog. Percentages van 20 tot 25 procent…. Zigzaggend fietsen wij in een slakkentempo omhoog. Gelukkig zijn de eerste 20km asfalt en lukt het daarna redelijk om te blijven fietsen tegen de hellingen van 10-15%. We stappen bij iedere bocht af om op adem te komen, maar overeind blijven op de fiets lukt nog net. De eerste 6km lijken het steilst. Wanneer de weg onverhard wordt, we 30km hebben afgelegd, en we een moskee zien waar we water kunnen tappen besluiten we om hier te kamperen. Morgen de overige 15km tot de top.
De klim naar de top viel niet tegen (gedeelte onverhard en daarna weer asfalt) en na 1.5u waren we bij Jebel Shams. Mooi plekje gevonden om te lunchen en besloten af te dalen en niet boven te blijven. Op de top een paar resorts, verder was het uitgestorven.
De afdaling ging snel en vergezeld van prachtige vergezichten. We besloten naar Wadi Ghul te gaan om daar te gaan kamperen. Bij de afslag (bij de ruines) de vallei in, naar de idyllische mooie picknickplek bij het water, bleek het nog 7km over een weg met losse steentjes. K. had moeite hier te fietsen. We besloten terug te gaan en te kamperen met het uitzicht op het oude stadje (ruine).
1e kerstdag
We gaan op weg naar Jebel Shams. Verhalen van andere fietsers laten ons geloven dat het een heftige dag wordt. We fietsen Al Hamra uit en na 10km begint de klim. Geleidelijke hellingen lijken ze hier niet te kennen. Het gaat gewoon recht en steil omhoog. Percentages van 20 tot 25 procent…. Zigzaggend fietsen wij in een slakkentempo omhoog. Gelukkig zijn de eerste 20km asfalt en lukt het daarna redelijk om te blijven fietsen tegen de hellingen van 10-15%. We stappen bij iedere bocht af om op adem te komen, maar overeind blijven op de fiets lukt nog net. De eerste 6km lijken het steilst. Wanneer de weg onverhard wordt, we 30km hebben afgelegd, en we een moskee zien waar we water kunnen tappen besluiten we om hier te kamperen. Morgen de overige 15km tot de top.
De klim naar de top viel niet tegen (gedeelte onverhard en daarna weer asfalt) en na 1.5u waren we bij Jebel Shams. Mooi plekje gevonden om te lunchen en besloten af te dalen en niet boven te blijven. Op de top een paar resorts, verder was het uitgestorven.
De afdaling ging snel en vergezeld van prachtige vergezichten. We besloten naar Wadi Ghul te gaan om daar te gaan kamperen. Bij de afslag (bij de ruines) de vallei in, naar de idyllische mooie picknickplek bij het water, bleek het nog 7km over een weg met losse steentjes. K. had moeite hier te fietsen. We besloten terug te gaan en te kamperen met het uitzicht op het oude stadje (ruine).
Nizwa
De dag erop fietsen we naar Nizwa waar we al tegen lunchtijd aankomen. De eigenaar van ons guesthouse komt uit Iran en zijn personeel uit Pakistan. Later gaan we eten in een restaurant bij een Indier. In Oman leven veel 'expats': met het vliegtuig zijn zij ook zo weer in hun thuisland terug begrijpen we als we met een aantal van hen spreken. De volgende ochtend bezoeken we het indrukwekkende Nizwa fort en relaxen we wat. Zo drinken we een verse mango- en lemonjuice en kopen we dadels in de souq. 's Ochtends is het nog erg rustig in het stadje. Het leven komt eigenlijk pas op gang na 18u, maar gezien ons ritme liggen wij dan al in bed.
We bereiden ons voor op de volgende etappe.
De dag erop fietsen we naar Nizwa waar we al tegen lunchtijd aankomen. De eigenaar van ons guesthouse komt uit Iran en zijn personeel uit Pakistan. Later gaan we eten in een restaurant bij een Indier. In Oman leven veel 'expats': met het vliegtuig zijn zij ook zo weer in hun thuisland terug begrijpen we als we met een aantal van hen spreken. De volgende ochtend bezoeken we het indrukwekkende Nizwa fort en relaxen we wat. Zo drinken we een verse mango- en lemonjuice en kopen we dadels in de souq. 's Ochtends is het nog erg rustig in het stadje. Het leven komt eigenlijk pas op gang na 18u, maar gezien ons ritme liggen wij dan al in bed.
We bereiden ons voor op de volgende etappe.
Al Mudaybi – Bidiyah woestijn - Wadi Bani Khalid
We fietsen richting het Oosten. 107 km trappen we weg. Aan de rand van de weg lopen kamelen. We vinden een plek waar zelfs water is. Een aardige Omani die komt picknicken geeft ons koffie en een doos dadels.
De dag erop fietsen we naar de woestijn. We lunchen met komkommer die we dippen in hummous en drinken Laban, een soort karnemelk. We zijn blij dat we onze stoeltjes bij ons hebben. We fietsen tot het einde van het dorp Bidiya, lopen nog 20min met de fiets in de hand door het mulle zand en houden het dan voor gezien. We zetten onze tent op op het rode zand. Het is hier heel toeristisch. Four wheeldrives scheuren omhoog door het zand. Een aantal kilometer verderop zouden de toeristische tentenkampen liggen en diverse mensen bieden aan ons er naar toe te brengen. Maar we vinden het wel goed zo.
Het uitzicht is mooi genoeg.
De volgende dag zit natuurlijk alles onder het zand. Ons doel vandaag is Wadi Bani Khalid. Het is vandaag 31 december en veel Omani zijn vrij. We zien veel auto's vol met grote gezinnen (kinderen zwaaien uit het open raam) op weg naar de Wadi. Tijdens de lunch zitten we naast een groepje barbecueënde mannen die een praatje met ons maken en ons wat vlees aanbieden. Dat smaakt heerlijk. Ze komen uit Muscat, hebben de Wadi bezocht en rijden na de BBQ weer naar huis. De weg naar de Wadi is een redelijke klim, maar komt niet boven de 11 procent uit. Vergeleken met Jebel Shams is dit een makkie. We arriveren bij de Wadi en lopen er dieper in. Het is een prachtige oase met water en palmbomen. Veel dagjesmensen. Wij rijden weer terug en vinden een beschut kampeerplekje. Het is oudjaarsavond en we liggen alweer om 18.30 in bed. Om 24u gebeurt er niets, dus slapen we gewoon door.
We fietsen richting het Oosten. 107 km trappen we weg. Aan de rand van de weg lopen kamelen. We vinden een plek waar zelfs water is. Een aardige Omani die komt picknicken geeft ons koffie en een doos dadels.
De dag erop fietsen we naar de woestijn. We lunchen met komkommer die we dippen in hummous en drinken Laban, een soort karnemelk. We zijn blij dat we onze stoeltjes bij ons hebben. We fietsen tot het einde van het dorp Bidiya, lopen nog 20min met de fiets in de hand door het mulle zand en houden het dan voor gezien. We zetten onze tent op op het rode zand. Het is hier heel toeristisch. Four wheeldrives scheuren omhoog door het zand. Een aantal kilometer verderop zouden de toeristische tentenkampen liggen en diverse mensen bieden aan ons er naar toe te brengen. Maar we vinden het wel goed zo.
Het uitzicht is mooi genoeg.
De volgende dag zit natuurlijk alles onder het zand. Ons doel vandaag is Wadi Bani Khalid. Het is vandaag 31 december en veel Omani zijn vrij. We zien veel auto's vol met grote gezinnen (kinderen zwaaien uit het open raam) op weg naar de Wadi. Tijdens de lunch zitten we naast een groepje barbecueënde mannen die een praatje met ons maken en ons wat vlees aanbieden. Dat smaakt heerlijk. Ze komen uit Muscat, hebben de Wadi bezocht en rijden na de BBQ weer naar huis. De weg naar de Wadi is een redelijke klim, maar komt niet boven de 11 procent uit. Vergeleken met Jebel Shams is dit een makkie. We arriveren bij de Wadi en lopen er dieper in. Het is een prachtige oase met water en palmbomen. Veel dagjesmensen. Wij rijden weer terug en vinden een beschut kampeerplekje. Het is oudjaarsavond en we liggen alweer om 18.30 in bed. Om 24u gebeurt er niets, dus slapen we gewoon door.
Al Kamil Wa Al Wafi - Sur
Na de afdaling gaan we richting Sur, de kust. De enige weg is de 4 baans snelweg, die gelukkig heel rustig is en een brede vluchtstrook heeft. Na 40km (verstand op nul, niks tegengekomen, geen benzinepomp, geen dorpjes) rijden we Al Kamal in waar we boodschappen doen. Een paar kilometer verderop vinden we een kampeerplekje. De afgelopen weken staat er dagelijks in het nieuws dat er slecht weer op komst is, blijkbaar uniek voor hier. Er wordt gewaarschuwd voor bewolking, regen, hagel, onweer en overstromende wadi's. We houden iedere dag de berichten in de gaten van de omgeving waar we heen gaan, maar tot nu toe valt het mee: minder blauwe luchten, meer bewolking en af en toe een spatje regen. De temperatuur is goed, dus wij hebben niets te klagen. Regelmatig zien we op de weg een rode paal en een infobord. Als het water bij rood is moet je terugkeren. We kunnen ons er niks bij voorstellen: de rivieren staan kurkdroog.
's Avonds appen we met 2 Belgische fietsers die ongeveer hetzelfde ronde fietsen als wij: zij fietsen een dag achter ons. Als K. via google onze kampeerlocatie wil delen met hen, zien we tot onze schrik dat we, volgens google maps, in de rivier liggen. Oeps. Volgende keer toch beter uitkijken. Alles lijkt zo droog, maar met deze weeralarmen moeten we niet in een droge rivier kamperen. Gelukkig loopt het goed af en kunnen we de volgende dag weer vertrekken.
We zagen een beetje op tegen de weg van Al Kamil naar Sur, omdat we weer over de autoweg zouden moeten. Het viel heel erg mee. De 6 baans weg wordt aangelegd en wij fietsten over een smalle weg. Onderweg een dorpje met een kleine winkel. Het is 2 januari overal zijn bussen met schoolkinderen. Zou iedereen vandaag hier op schoolreisje gaan?
In Sur nemen we een hotelletje en zitten we de hele middag (met cola en chips) op onze stoeltjes op een verlaten strand. We lopen nog over de boulevard richting de vuurtoren en werpen een blik op de souq. Na een lekkere Indiase maaltijd gaan we naar bed.
We lezen nog wat en puzzelen onze route uit. Omdat we al goed op weg zijn naar Muscat hebben we geen haast. We lezen over Wadi Tiwi en besluiten er heen te gaan: het is een zijweg de vallei in en dezelfde weg weer terug. We zien wel hoe ver we komen.
Na de afdaling gaan we richting Sur, de kust. De enige weg is de 4 baans snelweg, die gelukkig heel rustig is en een brede vluchtstrook heeft. Na 40km (verstand op nul, niks tegengekomen, geen benzinepomp, geen dorpjes) rijden we Al Kamal in waar we boodschappen doen. Een paar kilometer verderop vinden we een kampeerplekje. De afgelopen weken staat er dagelijks in het nieuws dat er slecht weer op komst is, blijkbaar uniek voor hier. Er wordt gewaarschuwd voor bewolking, regen, hagel, onweer en overstromende wadi's. We houden iedere dag de berichten in de gaten van de omgeving waar we heen gaan, maar tot nu toe valt het mee: minder blauwe luchten, meer bewolking en af en toe een spatje regen. De temperatuur is goed, dus wij hebben niets te klagen. Regelmatig zien we op de weg een rode paal en een infobord. Als het water bij rood is moet je terugkeren. We kunnen ons er niks bij voorstellen: de rivieren staan kurkdroog.
's Avonds appen we met 2 Belgische fietsers die ongeveer hetzelfde ronde fietsen als wij: zij fietsen een dag achter ons. Als K. via google onze kampeerlocatie wil delen met hen, zien we tot onze schrik dat we, volgens google maps, in de rivier liggen. Oeps. Volgende keer toch beter uitkijken. Alles lijkt zo droog, maar met deze weeralarmen moeten we niet in een droge rivier kamperen. Gelukkig loopt het goed af en kunnen we de volgende dag weer vertrekken.
We zagen een beetje op tegen de weg van Al Kamil naar Sur, omdat we weer over de autoweg zouden moeten. Het viel heel erg mee. De 6 baans weg wordt aangelegd en wij fietsten over een smalle weg. Onderweg een dorpje met een kleine winkel. Het is 2 januari overal zijn bussen met schoolkinderen. Zou iedereen vandaag hier op schoolreisje gaan?
In Sur nemen we een hotelletje en zitten we de hele middag (met cola en chips) op onze stoeltjes op een verlaten strand. We lopen nog over de boulevard richting de vuurtoren en werpen een blik op de souq. Na een lekkere Indiase maaltijd gaan we naar bed.
We lezen nog wat en puzzelen onze route uit. Omdat we al goed op weg zijn naar Muscat hebben we geen haast. We lezen over Wadi Tiwi en besluiten er heen te gaan: het is een zijweg de vallei in en dezelfde weg weer terug. We zien wel hoe ver we komen.
Wadi Tiwi
We fietsen 50km, in flinke wind, over een hele rustige snelweg van Sur naar het dorpje Tiwi. Het is het eerste dorpje dat we zien dat niet alleen uit vrijstaande villa's bestaat waar niemand te vinden is op straat. Tiwi is een levendig dorpje, met winkeltjes en mensen op straat. We kopen wat extra's in voor onze lunch en slaan de afslag naar de wadi in. Meteen al is het prachtig en na een paar kilometer zitten we tussen de palmbomen te lunchen tussen de fluitende vogeltjes. We fietsen wat verder en het wordt steeds steiler. Een man met een pick-up heeft ons gespot en roept dat we met hem naar boven kunnen. Hij is wat opdringerig, dus we fietsen door. Na een paar minuten moeten we weer afstappen. We weten niet wat de rest van de wadi ons gaat brengen. Wel dat we 700m moeten klimmen, maar niet hoe steil het is. H. loopt terug naar de man en onderhandelt over de prijs om ons naar boven te brengen. Alleen omhoog, naar beneden willen we fietsen. De fietsen passen maar net in de achterbak en we gaan omhoog. Steil, steiler, steilst! Spectaculair! Wow, dit hadden we niet verwacht. Hoge rotswanden, palmbomen en prachtige uitzichten. In een half uur zijn we boven. Met de zoon van de man lopen we naar een waterval waar ze aan het abseilen zijn. Het lijkt hier wel een jungle.
We tanken water en fietsen 30min naar beneden waar we een kampeerplek vinden.
Voor morgen wordt regen voorspeld. We besluiten morgen wat vroeger op te staan zodat we nog droog de wadi uit kunnen fietsen. Na een rustige nacht vertrekken we rond half 8. De afdaling valt mee. Soms moeten we wel lopen. De gps geeft soms 23% helling aan. De omgeving is prachtig. Het lijkt wel een oerwoud. Om iedere bocht is het uitzicht weer anders en mooi. Een personenauto zonder 4WD moet 3x een stuk achteruit naar beneden om een nieuwe aanloop te nemen om de helling op te komen. We aanschouwen het met verbazing.
Tussen de palmen wordt hard gewerkt in de moestuinen.
We fietsen 50km, in flinke wind, over een hele rustige snelweg van Sur naar het dorpje Tiwi. Het is het eerste dorpje dat we zien dat niet alleen uit vrijstaande villa's bestaat waar niemand te vinden is op straat. Tiwi is een levendig dorpje, met winkeltjes en mensen op straat. We kopen wat extra's in voor onze lunch en slaan de afslag naar de wadi in. Meteen al is het prachtig en na een paar kilometer zitten we tussen de palmbomen te lunchen tussen de fluitende vogeltjes. We fietsen wat verder en het wordt steeds steiler. Een man met een pick-up heeft ons gespot en roept dat we met hem naar boven kunnen. Hij is wat opdringerig, dus we fietsen door. Na een paar minuten moeten we weer afstappen. We weten niet wat de rest van de wadi ons gaat brengen. Wel dat we 700m moeten klimmen, maar niet hoe steil het is. H. loopt terug naar de man en onderhandelt over de prijs om ons naar boven te brengen. Alleen omhoog, naar beneden willen we fietsen. De fietsen passen maar net in de achterbak en we gaan omhoog. Steil, steiler, steilst! Spectaculair! Wow, dit hadden we niet verwacht. Hoge rotswanden, palmbomen en prachtige uitzichten. In een half uur zijn we boven. Met de zoon van de man lopen we naar een waterval waar ze aan het abseilen zijn. Het lijkt hier wel een jungle.
We tanken water en fietsen 30min naar beneden waar we een kampeerplek vinden.
Voor morgen wordt regen voorspeld. We besluiten morgen wat vroeger op te staan zodat we nog droog de wadi uit kunnen fietsen. Na een rustige nacht vertrekken we rond half 8. De afdaling valt mee. Soms moeten we wel lopen. De gps geeft soms 23% helling aan. De omgeving is prachtig. Het lijkt wel een oerwoud. Om iedere bocht is het uitzicht weer anders en mooi. Een personenauto zonder 4WD moet 3x een stuk achteruit naar beneden om een nieuwe aanloop te nemen om de helling op te komen. We aanschouwen het met verbazing.
Tussen de palmen wordt hard gewerkt in de moestuinen.
Qurayyat - Wadi As Sarin – Quantab – Muscat
Eenmaal uit de wadi begint het te regenen en dat zal de hele dag zo blijven. We fietsen over een uitgestorven snelweg. Tijdens de lunch (lees: het schuilen) bij een 'coffee bar' (lees: snackbar waar ze sandwiches en burgers hebben: meestal opgewarmd in de magnetron) bij een benzinepomp wordt ons de ernst van de regen in Muscat duidelijk. Het is daar overstroomd. Mensen laten ons filmpjes en foto’s zien van de noodtoestand in Muscat.
We zien het niet zitten om te kamperen vannacht, echter google maps laat geen enkel hotel in deze regio zien. We vernemen dat de benzinepomp 30km verderop kamers verhuurt, dus fietsen we daar naar toe.
De kamer is groot, maar vies, maar we zijn blij dat we onderdak hebben gevonden.
De dag erna schijnt de zon weer. Na Quriyat klimmen we om weer naar de hoofdweg (nr 17) te gaan. Na een klein stukje op de hoofdweg gaan we weer de bergen in en passeren we het plaatsje Arqi. Continu stopten we om foto's te maken: het is hier prachtig. Na Arqi vinden we een rustige kampeerplek een stukje van de weg af. Af en toe bezoek van een ezel, maar verder een rustige nacht.
De volgende ochtend schijnt de zon ook volop. 's Ochtends eerst 15km door de vallei waarna we de 17 een stukje nemen. Nadat we van de hoofdweg afgaan fietsen we door een prachtige vallei: Wadi Mayh. De bergen zijn imposant, de kloof wordt smaller en we voelen ons klein. De weg is tot halverwege geasfalteerd, daarna onverhard maar goed te fietsen. De vallei wordt dan ook weer breder. Uiteindelijk komen we weer op de hoofdweg uit. We zijn niet zo ver van Muscat. We proberen een kampeerplek te vinden, maar dat lukt niet. We proberen wat zijwegen (steeds klimmen en dalen) en rijden zelfs door Villa Bay (een resort/hotel park) dat nog niet af is, maar we vinden geen plekje. Na nog een afslag naar 2 dorpjes komen we bij het strand waar een bord staat dat kamperen verboden is. We zijn ten einde raad. Het is inmiddels al half 6 en we kunnen niet weer de klim omhoog maken. We roepen hulp in van een paar mannen. Uiteindelijk komen we terecht in een leegstaand appartement, erg vies helaas. We hadden ons deze laatste nacht anders voorgesteld, maar het is niet anders.
Na een onrustige nacht (een haan die continu kraaide en een muis) stapten we in de ochtend weer op de fiets. Blauwe lucht en zon: dan vergeet je alles weer. Na wat klimmen en dalen bereikten we Muscat. We fietsten door tot het centrum, waar je uitzicht hebt op de zee, en hebben uren op een bankje gezeten met een boek. Toen naar ons hotel gefietst, de laatste kilometers hier.
De laatste dag gebruikt om de fietsen weer te demonteren, een PCR test te laten afnemen en op het dakterras van het hotel nog van de zon te genieten.
De terugreis verliep soepel. We waren heel vroeg op de airport en mochten van Air France bij de businessclass balie inchecken, terwijl de economy class nog gesloten was. Dat ging snel. Wel hebben we voor het eerst onze flightbags (we bundelen onze fietstassen in een flightbag en binden daar nog touw omheen) moeten laten sealen. Op de luchthaven van Muscat is touw verboden.
een scanner voor de fietsdozen was aanwezig bij de afwijkende bagage balie. Geen rij bij de douane en security. Binnen een mum van tijd zaten we aan onze laatste Omaanse koffie en thee.
Het was een fijne vakantie. In relatief korte tijd hebben we veel verscheidenheid qua natuur gezien (bergen, kust, woestijn, oases/jungle). De wegen zijn meestal goed en geasfalteerd, maar soms enorm steil. Ook al was het weer voor hier niet zo goed, voor ons was het prima: niet te warm, meestal zon en een blauwe lucht.
De Omani hebben wij als vriendelijke mensen ervaren. Er is veel naar ons gezwaaid vanuit de auto, soms kregen we water of wat te eten aangeboden. Regelmatig werd de vraag gesteld of ze ons konden helpen. Door corona hebben we de contacten met locals wat afgehouden en daardoor niet echt een kijkje in de cultuur gekregen. 40% van de bevolking is 'expat'. Wij herkenden inderdaad de Pakistanen en Indiers op straat. En een menukaart in een restaurant bevat ook merendeel Indiaas eten.
Eenmaal uit de wadi begint het te regenen en dat zal de hele dag zo blijven. We fietsen over een uitgestorven snelweg. Tijdens de lunch (lees: het schuilen) bij een 'coffee bar' (lees: snackbar waar ze sandwiches en burgers hebben: meestal opgewarmd in de magnetron) bij een benzinepomp wordt ons de ernst van de regen in Muscat duidelijk. Het is daar overstroomd. Mensen laten ons filmpjes en foto’s zien van de noodtoestand in Muscat.
We zien het niet zitten om te kamperen vannacht, echter google maps laat geen enkel hotel in deze regio zien. We vernemen dat de benzinepomp 30km verderop kamers verhuurt, dus fietsen we daar naar toe.
De kamer is groot, maar vies, maar we zijn blij dat we onderdak hebben gevonden.
De dag erna schijnt de zon weer. Na Quriyat klimmen we om weer naar de hoofdweg (nr 17) te gaan. Na een klein stukje op de hoofdweg gaan we weer de bergen in en passeren we het plaatsje Arqi. Continu stopten we om foto's te maken: het is hier prachtig. Na Arqi vinden we een rustige kampeerplek een stukje van de weg af. Af en toe bezoek van een ezel, maar verder een rustige nacht.
De volgende ochtend schijnt de zon ook volop. 's Ochtends eerst 15km door de vallei waarna we de 17 een stukje nemen. Nadat we van de hoofdweg afgaan fietsen we door een prachtige vallei: Wadi Mayh. De bergen zijn imposant, de kloof wordt smaller en we voelen ons klein. De weg is tot halverwege geasfalteerd, daarna onverhard maar goed te fietsen. De vallei wordt dan ook weer breder. Uiteindelijk komen we weer op de hoofdweg uit. We zijn niet zo ver van Muscat. We proberen een kampeerplek te vinden, maar dat lukt niet. We proberen wat zijwegen (steeds klimmen en dalen) en rijden zelfs door Villa Bay (een resort/hotel park) dat nog niet af is, maar we vinden geen plekje. Na nog een afslag naar 2 dorpjes komen we bij het strand waar een bord staat dat kamperen verboden is. We zijn ten einde raad. Het is inmiddels al half 6 en we kunnen niet weer de klim omhoog maken. We roepen hulp in van een paar mannen. Uiteindelijk komen we terecht in een leegstaand appartement, erg vies helaas. We hadden ons deze laatste nacht anders voorgesteld, maar het is niet anders.
Na een onrustige nacht (een haan die continu kraaide en een muis) stapten we in de ochtend weer op de fiets. Blauwe lucht en zon: dan vergeet je alles weer. Na wat klimmen en dalen bereikten we Muscat. We fietsten door tot het centrum, waar je uitzicht hebt op de zee, en hebben uren op een bankje gezeten met een boek. Toen naar ons hotel gefietst, de laatste kilometers hier.
De laatste dag gebruikt om de fietsen weer te demonteren, een PCR test te laten afnemen en op het dakterras van het hotel nog van de zon te genieten.
De terugreis verliep soepel. We waren heel vroeg op de airport en mochten van Air France bij de businessclass balie inchecken, terwijl de economy class nog gesloten was. Dat ging snel. Wel hebben we voor het eerst onze flightbags (we bundelen onze fietstassen in een flightbag en binden daar nog touw omheen) moeten laten sealen. Op de luchthaven van Muscat is touw verboden.
een scanner voor de fietsdozen was aanwezig bij de afwijkende bagage balie. Geen rij bij de douane en security. Binnen een mum van tijd zaten we aan onze laatste Omaanse koffie en thee.
Het was een fijne vakantie. In relatief korte tijd hebben we veel verscheidenheid qua natuur gezien (bergen, kust, woestijn, oases/jungle). De wegen zijn meestal goed en geasfalteerd, maar soms enorm steil. Ook al was het weer voor hier niet zo goed, voor ons was het prima: niet te warm, meestal zon en een blauwe lucht.
De Omani hebben wij als vriendelijke mensen ervaren. Er is veel naar ons gezwaaid vanuit de auto, soms kregen we water of wat te eten aangeboden. Regelmatig werd de vraag gesteld of ze ons konden helpen. Door corona hebben we de contacten met locals wat afgehouden en daardoor niet echt een kijkje in de cultuur gekregen. 40% van de bevolking is 'expat'. Wij herkenden inderdaad de Pakistanen en Indiers op straat. En een menukaart in een restaurant bevat ook merendeel Indiaas eten.
Tot slot nog wat informatie voor andere fietsers:
Honden
In de laatste reizen die we maakten hadden we steeds negatieve ervaringen met honden. We hadden weer een Dazer aangeschaft, maar deze niet hoeven gebruiken. Er zijn hier bijna geen honden. We troffen er slechts een enkeling. Dat was relaxed fietsen!
Verkeer
De wegen rondom Muscat zijn druk.
Verder hebben wij op verlaten hoofdwegen gereden, op de brede vluchtstrook. Op de weg houden de auto's goed rekening met je. Er rijden veel nieuwere auto's. Wij vonden dat fijn: die uitlaatgassen stinken niet zo en ze maken niet zoveel herrie. In Oman rijdt iedereen auto, alles is ingesteld op auto's. Zelfs in de kleinste veraf gelegen dorpjes staan mooie auto's. Auto's worden voor de ingang van de supermarkt geparkeerd. Bij kleine winkeltjes of coffeeshops/restaurants parkeren auto's voor de deur. Ze claxonneren waarna er iemand uit de winkel/restaurant de bestelling komt opnemen. Dat wordt gebracht en vanuit de auto afgerekend.
De wegen zijn goed te fietsen, ook de secundaire (verharde en onverharde) wegen. De wegen kunnen soms kilometers lang meer dan 15% stijgen (tot wel 24%).
Water
Overal is drinkwater beschikbaar. Een waterfilter is niet nodig. Aan de rand van wegen en in dorpjes staan drinkwatermachines. Ook bij moskeeën en voetbalvelden is altijd een kraantje. Verder troffen wij ook kraantjes voor openbaar gebruik aan bij gevels van huizen.
Kleding
In Oman wordt een korte broek gezien als kleding voor kinderen of voor sporters. Wij zagen weinig Omani in een korte broek, sporters wel. Wij hebben in onze fietsbroek gefietst, K als vrouw ook. Met altijd een langere broek bij de hand voor als we afstapten in een klein dorp. Dat ging prima. Wel de schouders bedekt gehouden.
Kamperen
Wild kamperen kan overal, maar verwacht geen groen grasveld. De ondergrond is vaak heel hard (stenen / steentjes), dus haringen gebruiken lukt niet. Er zijn dan wel genoeg stenen te vinden om je tent vast te zetten.
Wij koken met een benzinebrander. Wasbenzine was niet te verkrijgen. Autobenzine uiteraard wel.
Honden
In de laatste reizen die we maakten hadden we steeds negatieve ervaringen met honden. We hadden weer een Dazer aangeschaft, maar deze niet hoeven gebruiken. Er zijn hier bijna geen honden. We troffen er slechts een enkeling. Dat was relaxed fietsen!
Verkeer
De wegen rondom Muscat zijn druk.
Verder hebben wij op verlaten hoofdwegen gereden, op de brede vluchtstrook. Op de weg houden de auto's goed rekening met je. Er rijden veel nieuwere auto's. Wij vonden dat fijn: die uitlaatgassen stinken niet zo en ze maken niet zoveel herrie. In Oman rijdt iedereen auto, alles is ingesteld op auto's. Zelfs in de kleinste veraf gelegen dorpjes staan mooie auto's. Auto's worden voor de ingang van de supermarkt geparkeerd. Bij kleine winkeltjes of coffeeshops/restaurants parkeren auto's voor de deur. Ze claxonneren waarna er iemand uit de winkel/restaurant de bestelling komt opnemen. Dat wordt gebracht en vanuit de auto afgerekend.
De wegen zijn goed te fietsen, ook de secundaire (verharde en onverharde) wegen. De wegen kunnen soms kilometers lang meer dan 15% stijgen (tot wel 24%).
Water
Overal is drinkwater beschikbaar. Een waterfilter is niet nodig. Aan de rand van wegen en in dorpjes staan drinkwatermachines. Ook bij moskeeën en voetbalvelden is altijd een kraantje. Verder troffen wij ook kraantjes voor openbaar gebruik aan bij gevels van huizen.
Kleding
In Oman wordt een korte broek gezien als kleding voor kinderen of voor sporters. Wij zagen weinig Omani in een korte broek, sporters wel. Wij hebben in onze fietsbroek gefietst, K als vrouw ook. Met altijd een langere broek bij de hand voor als we afstapten in een klein dorp. Dat ging prima. Wel de schouders bedekt gehouden.
Kamperen
Wild kamperen kan overal, maar verwacht geen groen grasveld. De ondergrond is vaak heel hard (stenen / steentjes), dus haringen gebruiken lukt niet. Er zijn dan wel genoeg stenen te vinden om je tent vast te zetten.
Wij koken met een benzinebrander. Wasbenzine was niet te verkrijgen. Autobenzine uiteraard wel.
19-12-2021 t/m 9-1-2022
Onze route:
Muscat - Barka - Al Awabi - Ar Rustaq (Hat) - Al Hamra - (Jebel Shams) Al Hamra - Al Hamra - Nizwa - Al Mudaybi - Bidiyah - Wadi Bani Khalid - Al Kamil - Wa Al Wafi - Sur - Wadi Tiwi - Qurayyat - Wadi As Sarin - Quantab - Muscat
Bekijk de route via wikiloc: route
Wil je meer foto's zien van deze reis door Oman? Klik dan hier.
Onze route:
Muscat - Barka - Al Awabi - Ar Rustaq (Hat) - Al Hamra - (Jebel Shams) Al Hamra - Al Hamra - Nizwa - Al Mudaybi - Bidiyah - Wadi Bani Khalid - Al Kamil - Wa Al Wafi - Sur - Wadi Tiwi - Qurayyat - Wadi As Sarin - Quantab - Muscat
Bekijk de route via wikiloc: route
Wil je meer foto's zien van deze reis door Oman? Klik dan hier.