Rwanda - Uganda. Zomervakantie 2022
De voorpret is de start van de reis. Tot een paar jaar geleden was dat ook zo. Corona veranderde dat. Net voor vertrek nog afwachten of de vereiste test een negatieve uitslag heeft en dit jaar komen daar de schipholperikelen en boerenprotesten bovenop. We zullen blij zijn als we in het vliegtuig zitten.
De testuitslag was vrijdag meteen binnen. Check! Online inchecken bij KLM ging niet, maar via de telefoon konden we op zaterdag al wel vast een stoel reserveren.
De testuitslag was vrijdag meteen binnen. Check! Online inchecken bij KLM ging niet, maar via de telefoon konden we op zaterdag al wel vast een stoel reserveren.
Kigali en de eerste kennismaking met Afrika
Bij aankomst op Schiphol was er geen rij om onze vertrekhal (2) binnen te komen. Bij andere vertrekhallen zagen we wel (buiten) een rij. Dankzij een hele aardige medewerker van Schiphol security hoefden we niet te wachten in de rij om in te checken. Slalommen met de fietsdozen op het karretje zou ook lastig zijn. Na het inchecken was er wel een rij bij de security en paspoortcontrole, maar deze vielen mee. 1u en 30min na aankomst op Schiphol zaten we al bij de gate!
Na aankomst op de luchthaven in Kigali hadden we nog wat tijd nodig. Het visum hadden we al vooraf gekocht, dus werd terplekke verwerkt. De bagage stond netjes klaar, maar een van de tassen had een opvallend label gekregen: we zaten in de steekproef voor de ruimbagage controle. Toch spannend; Rwanda is een 'plastic free country'. Invoer van plastic zakken is verboden en daar wordt op gecheckt. We hadden het aantal plastic zakken verminderd en alternatieven bedacht, maar stiekem hadden we toch wat plastic zakjes verstopt in onze bagage. Een zakje voor over ons paspoort en geld in de moneybelt tegen het zweet en de regen, zipzakjes voor onze ontbijtspulletjes en voor andere spullen die waterdicht moeten blijven. We startten met het openen van de bagage, maar toen de secrutity zag hoeveel fietstassen er in dat pakket zaten was het al goed.
Via booking.com hadden we een hotel gereserveerd voor de eerste- en laatste 2 nachten van deze reis. Via de chat met het hotel gevraagd of we de dozen daar konden opslaan tijdens ons verblijf. 'No problem sir'. Ook gevraagd of we gebruik kunnen maken van hun luchthavenshuttle. 'It's no problem'. Nogmaals een foto van de dozen gestuurd en de aankomsttijd. 'No problem sir'.
Na aankomst op de luchthaven stond er niemand van ons hotel. Eerst maar pinnen en een sim kaart kopen. De registratie voor de sim kaart duurde eindeloos. Na een appje naar ons hotel, werden we dan eindelijk met een groot busje opgehaald.
Na ons gestructureerde leven met afspraken op uur en tijd moesten we weer even wennen aan deze voor ons nieuwe cultuur. Na vele (fiets)reizen in Azië, is dit de eerste fietsreis in Afrika.
Bij aankomst op Schiphol was er geen rij om onze vertrekhal (2) binnen te komen. Bij andere vertrekhallen zagen we wel (buiten) een rij. Dankzij een hele aardige medewerker van Schiphol security hoefden we niet te wachten in de rij om in te checken. Slalommen met de fietsdozen op het karretje zou ook lastig zijn. Na het inchecken was er wel een rij bij de security en paspoortcontrole, maar deze vielen mee. 1u en 30min na aankomst op Schiphol zaten we al bij de gate!
Na aankomst op de luchthaven in Kigali hadden we nog wat tijd nodig. Het visum hadden we al vooraf gekocht, dus werd terplekke verwerkt. De bagage stond netjes klaar, maar een van de tassen had een opvallend label gekregen: we zaten in de steekproef voor de ruimbagage controle. Toch spannend; Rwanda is een 'plastic free country'. Invoer van plastic zakken is verboden en daar wordt op gecheckt. We hadden het aantal plastic zakken verminderd en alternatieven bedacht, maar stiekem hadden we toch wat plastic zakjes verstopt in onze bagage. Een zakje voor over ons paspoort en geld in de moneybelt tegen het zweet en de regen, zipzakjes voor onze ontbijtspulletjes en voor andere spullen die waterdicht moeten blijven. We startten met het openen van de bagage, maar toen de secrutity zag hoeveel fietstassen er in dat pakket zaten was het al goed.
Via booking.com hadden we een hotel gereserveerd voor de eerste- en laatste 2 nachten van deze reis. Via de chat met het hotel gevraagd of we de dozen daar konden opslaan tijdens ons verblijf. 'No problem sir'. Ook gevraagd of we gebruik kunnen maken van hun luchthavenshuttle. 'It's no problem'. Nogmaals een foto van de dozen gestuurd en de aankomsttijd. 'No problem sir'.
Na aankomst op de luchthaven stond er niemand van ons hotel. Eerst maar pinnen en een sim kaart kopen. De registratie voor de sim kaart duurde eindeloos. Na een appje naar ons hotel, werden we dan eindelijk met een groot busje opgehaald.
Na ons gestructureerde leven met afspraken op uur en tijd moesten we weer even wennen aan deze voor ons nieuwe cultuur. Na vele (fiets)reizen in Azië, is dit de eerste fietsreis in Afrika.
De eerste fietsdagen
Nadat we onze fietsen in elkaar hadden gezet, verkenden we Kigali. Langs de grote weg fietsten we omhoog en weer omlaag. Een mooie eerste kennismaking met de heuvels van Rwanda.
Op de eerste fietsdag fietsen we Kigali uit. We fietsen over een snelweg, maar er is een soort strook voor voetgangers. Fietsers wisselen deze strook en de weg af. Afhankelijk of er plek is en of er brede bussen of vrachtwagens komen die geen afstand van ze kunnen houden. We volgen hun gewoontes.
De hoofdweg is verhard, prachtig asfalt. Alle zijstraten zijn rood en onverhard.
We fietsen regelmatig langs iemand met wie we een praatje maken. Soms voor kilometers.
Mensen zwaaien en groeten. Sommigen vragen ook geld.
Als we ergens stoppen om wat te drinken (of een foto te maken) staan er binnen mum van tijd tientallen kinderen om ons heen. Ze raken de fietsen aan, stellen vragen willen soms wel en dan weer niet op de foto.
In Nyamata bezoeken we de genocide memorial, in een kerk. Indrukwekkend.
In 1994 vond er in Rwanda een genocide plaats. Hierbij werden, in een periode van 100 dagen, 500.000 tot 1 miljoen Tutsi’s vermoord.
We bezoeken tijdens deze reis enkele genocide memorials.
Voor de Eerste wereldoorlog was Rwanda een kolonie van Duitsland, daarna werd België de nieuwe machthebber. Tijdens het Belgische bewind werd een onderscheid gemaakt tussen de Hutu’s en Tutsi’s. Op de indentiteitkaart kwam te staan tot welke bevolkingsgroep iemand behoorde. Om een opstand tegen te gaan werd er een verdeel- en heerspolitiek gevoerd. In eerste instantie kregen de Tutsi’s allerlei voorrechten, waardoor de verschillen tussen de bevolkingsgroepen werden aangedikt. Vanaf de onafhankelijkheid in 1962 bleven er spanningen tussen de Hutu’s en Tutsi’s. In de jaren ’60 leidde dat tot een stroom van Tutsi-vluchtelingen naar de buurlanden. In de jaren ’90 liepen de spanningen weer op met als gevolg de genocide op de Tutsi’s en een burgeroorlog.
Nadat we onze fietsen in elkaar hadden gezet, verkenden we Kigali. Langs de grote weg fietsten we omhoog en weer omlaag. Een mooie eerste kennismaking met de heuvels van Rwanda.
Op de eerste fietsdag fietsen we Kigali uit. We fietsen over een snelweg, maar er is een soort strook voor voetgangers. Fietsers wisselen deze strook en de weg af. Afhankelijk of er plek is en of er brede bussen of vrachtwagens komen die geen afstand van ze kunnen houden. We volgen hun gewoontes.
De hoofdweg is verhard, prachtig asfalt. Alle zijstraten zijn rood en onverhard.
We fietsen regelmatig langs iemand met wie we een praatje maken. Soms voor kilometers.
Mensen zwaaien en groeten. Sommigen vragen ook geld.
Als we ergens stoppen om wat te drinken (of een foto te maken) staan er binnen mum van tijd tientallen kinderen om ons heen. Ze raken de fietsen aan, stellen vragen willen soms wel en dan weer niet op de foto.
In Nyamata bezoeken we de genocide memorial, in een kerk. Indrukwekkend.
In 1994 vond er in Rwanda een genocide plaats. Hierbij werden, in een periode van 100 dagen, 500.000 tot 1 miljoen Tutsi’s vermoord.
We bezoeken tijdens deze reis enkele genocide memorials.
Voor de Eerste wereldoorlog was Rwanda een kolonie van Duitsland, daarna werd België de nieuwe machthebber. Tijdens het Belgische bewind werd een onderscheid gemaakt tussen de Hutu’s en Tutsi’s. Op de indentiteitkaart kwam te staan tot welke bevolkingsgroep iemand behoorde. Om een opstand tegen te gaan werd er een verdeel- en heerspolitiek gevoerd. In eerste instantie kregen de Tutsi’s allerlei voorrechten, waardoor de verschillen tussen de bevolkingsgroepen werden aangedikt. Vanaf de onafhankelijkheid in 1962 bleven er spanningen tussen de Hutu’s en Tutsi’s. In de jaren ’60 leidde dat tot een stroom van Tutsi-vluchtelingen naar de buurlanden. In de jaren ’90 liepen de spanningen weer op met als gevolg de genocide op de Tutsi’s en een burgeroorlog.
Daarna fietsen we verder. In Ramiro verlaten we de asfaltweg richting Gashora.
We zijn moe en zoeken een overnachtingsplek Omdat het om 18u donker is willen we op tijd iets vinden. Het is onze 1e dag in Afrika. Kunnen we kamperen? Is er een hotel? We zien borden staan van een hotel. We fietsen er naar toe, maar bij de slagboom 1km voor het hotel worden we tegengehouden. Het hele hotel blijkt verhuurd aan een Portugees bedrijf dat een weg aanlegt in Rwanda.. We proberen de security over te halen om ons door te laten, zoeken hulptroepen (Engelstalige voorbijgangers), er wordt gebeld met de manager, we vragen of we in de tuin kunnen kamperen. Maar nee, het lukt niet om daar een overnachtingsplek te vinden. Als we 11km terugfietsen is er een hotel, wordt er gezegd. Maar we hebben geen fut om weer omhoog te fietsen. Ons wordt geadviseerd het te vragen bij 'de gallery'.
We fietsen een kilometer terug en worden warm ontvangen bij een project voor en door de plaatselijke bevolking. Het bestaat 3 jaar, er is al veel bereikt en alle medewerkers zitten vol passie en toekomstplannen. 'Denk groter' (voormalige Fontys slogan) past hier helemaal. Kinderdagverblijven en scholen, ondervoedingsprojecten, vrouwenemancipatie, koeien die melk produceren om ondervoede kinderen melk te geven, het maken van her te gebruiken maandverband voor vrouwen die het niet kunnen kopen in de winkel, voetbal training, dansles, fietsen in elkaar zetten en repareren, kunstwerken maken voor de verkoop, etc. Het is er allemaal. Ze hebben ook 5ha land gekocht voor een toerisme project om in de toekomst zelfvoorzienend te kunnen worden.
We vernemen dat dit gebied het armst en droogst van heel Rwanda is, er zijn veel alleenstaande moeders zijn (met soms 6 kinderen van 6 verschillende vaders).
We bieden aan om te helpen met koken en geven onze eerder gekochte groenten af. Het moet een speciale salade worden. Alles moet heel klein gesneden worden, wordt ons uitgelegd. Jeetje, wat een geduld hebben we nodig. Nu snappen we dat het in een restaurant zo lang duurt voor het eten komt.
De volgende ochtend bezoeken we nog een schooltje, de koeien en het aangekochte land.
We zijn moe en zoeken een overnachtingsplek Omdat het om 18u donker is willen we op tijd iets vinden. Het is onze 1e dag in Afrika. Kunnen we kamperen? Is er een hotel? We zien borden staan van een hotel. We fietsen er naar toe, maar bij de slagboom 1km voor het hotel worden we tegengehouden. Het hele hotel blijkt verhuurd aan een Portugees bedrijf dat een weg aanlegt in Rwanda.. We proberen de security over te halen om ons door te laten, zoeken hulptroepen (Engelstalige voorbijgangers), er wordt gebeld met de manager, we vragen of we in de tuin kunnen kamperen. Maar nee, het lukt niet om daar een overnachtingsplek te vinden. Als we 11km terugfietsen is er een hotel, wordt er gezegd. Maar we hebben geen fut om weer omhoog te fietsen. Ons wordt geadviseerd het te vragen bij 'de gallery'.
We fietsen een kilometer terug en worden warm ontvangen bij een project voor en door de plaatselijke bevolking. Het bestaat 3 jaar, er is al veel bereikt en alle medewerkers zitten vol passie en toekomstplannen. 'Denk groter' (voormalige Fontys slogan) past hier helemaal. Kinderdagverblijven en scholen, ondervoedingsprojecten, vrouwenemancipatie, koeien die melk produceren om ondervoede kinderen melk te geven, het maken van her te gebruiken maandverband voor vrouwen die het niet kunnen kopen in de winkel, voetbal training, dansles, fietsen in elkaar zetten en repareren, kunstwerken maken voor de verkoop, etc. Het is er allemaal. Ze hebben ook 5ha land gekocht voor een toerisme project om in de toekomst zelfvoorzienend te kunnen worden.
We vernemen dat dit gebied het armst en droogst van heel Rwanda is, er zijn veel alleenstaande moeders zijn (met soms 6 kinderen van 6 verschillende vaders).
We bieden aan om te helpen met koken en geven onze eerder gekochte groenten af. Het moet een speciale salade worden. Alles moet heel klein gesneden worden, wordt ons uitgelegd. Jeetje, wat een geduld hebben we nodig. Nu snappen we dat het in een restaurant zo lang duurt voor het eten komt.
De volgende ochtend bezoeken we nog een schooltje, de koeien en het aangekochte land.
Vervolgens fietsen we weer verder over de onverharde weg. Poeh, dit is intens.
We fietsen door dorpjes en worden gespot door kinderen. Ze roepen ons toe: 'a-ma-zungu... a-ma-zungu... a-ma-zungu...' (mzungu = buitenlander, meerdere buitenlanders = amazungu)
En dan komen er kinderen aangerend uit alle huizen. Soms zien we de kinderen niet eens en horen we alleen 'a-ma-zungu…'.
'Amazungu', 'give me money', 'good morning', 'hello'. Van alle kanten worden we toegeroepen. Er is veel volk op de weg. Fietsers, lopers, kinderen. Fietsen vol bepakt met bananen en ananassen. Hier worden wat kilo's vervoerd op de fiets. Voor ons gevoel gaan we gewoon met de stroom mee, met onze gele en oranje fiets tassen vallen we niet op zou je zeggen. Maar een witte is snel gespot en 'mzungu' horen we weer in koor. Even stoppen om een foto te maken van ons in het verkeer is onmogelijk. De menigte stopt dan namelijk ook.
We moeten nog erg wennen aan het land. In de winkeltjes aan de weg is (in dit gedeelte van Rwanda) is weinig te koop. Een paar tomaten, wat drinken en zelfgebakken cupcakes. Verpakte koekjes, snoep of kauwgom, toiletspullen, vers brood en groenten ontbreken. Om half 2 hebben we pas 20km afgelegd maar we zijn gesloopt, hongerig en voldaan met indrukken. We vinden maar geen restaurant en fietsen (weer) naar het volgende dorpje in de hoop daar iets te vinden. Uiteindelijk vinden we een restaurant in Sake. Na het eten besluiten we te blijven in het basic hotelletje in Sake.
‘s Middags lopen we nog een rondje door het dorp. We zien achter de hoofdweg nog wat winkeltjes met snoepjes, verpakte koekjes en toiletartikelen, maar het aanbod is erg schaars.
We eten lunch en avondeten (hetzelfde gerecht) in hetzelfde basic restaurant. Er is geen stroom. Er staan een paar tafels en stoelen in een donkere ruimte. Het aanbod is: rijst, gebakken banaan, bruine bonen, gebakken aardappel en een avocado met een glas (karne) melk. We betalen hier 2.50 euro voor 2 personen.
We praten nog met een paar pubers die heel goed Engels praten om half 7 liggen we al in bed in ons hotelletje.
De volgende dag koken we zelf water voor ons ontbijt: havermout met ingrediënten uit Nederland: krenten, zonnebloempitten en lijnzaad. Als het op is kunnen we het niet aanvullen ervaren we later. Verpakte etenswaren zijn hier duur, een zak krenten kost 5 euro en de andere ingrediënten zijn niet verkrijgbaar.
We vervolgen onze weg over de rode onverharde weg. We zijn vroeg gestart, het is heerlijk fris. Er is weer veel volk op straat. Soms fietst iemand kilometers naast ons. We zijn ongeveer even snel.
Dan bereiken we weer de asfalt weg.
Onze lunch bestaat uit spaghetti met dodo (een soort spinazie, aangemaakt met kruiden). Lekker en weer eens iets anders dan rijst.
We besluiten in Karabongo te blijven bij hotel Akagera neighbours. De manager is heel vriendelijk en de schoonmaakster poetst ongevraagd onze schoenen terwijl wij al het rode stof van onze armen en benen wassen.
We fietsen door dorpjes en worden gespot door kinderen. Ze roepen ons toe: 'a-ma-zungu... a-ma-zungu... a-ma-zungu...' (mzungu = buitenlander, meerdere buitenlanders = amazungu)
En dan komen er kinderen aangerend uit alle huizen. Soms zien we de kinderen niet eens en horen we alleen 'a-ma-zungu…'.
'Amazungu', 'give me money', 'good morning', 'hello'. Van alle kanten worden we toegeroepen. Er is veel volk op de weg. Fietsers, lopers, kinderen. Fietsen vol bepakt met bananen en ananassen. Hier worden wat kilo's vervoerd op de fiets. Voor ons gevoel gaan we gewoon met de stroom mee, met onze gele en oranje fiets tassen vallen we niet op zou je zeggen. Maar een witte is snel gespot en 'mzungu' horen we weer in koor. Even stoppen om een foto te maken van ons in het verkeer is onmogelijk. De menigte stopt dan namelijk ook.
We moeten nog erg wennen aan het land. In de winkeltjes aan de weg is (in dit gedeelte van Rwanda) is weinig te koop. Een paar tomaten, wat drinken en zelfgebakken cupcakes. Verpakte koekjes, snoep of kauwgom, toiletspullen, vers brood en groenten ontbreken. Om half 2 hebben we pas 20km afgelegd maar we zijn gesloopt, hongerig en voldaan met indrukken. We vinden maar geen restaurant en fietsen (weer) naar het volgende dorpje in de hoop daar iets te vinden. Uiteindelijk vinden we een restaurant in Sake. Na het eten besluiten we te blijven in het basic hotelletje in Sake.
‘s Middags lopen we nog een rondje door het dorp. We zien achter de hoofdweg nog wat winkeltjes met snoepjes, verpakte koekjes en toiletartikelen, maar het aanbod is erg schaars.
We eten lunch en avondeten (hetzelfde gerecht) in hetzelfde basic restaurant. Er is geen stroom. Er staan een paar tafels en stoelen in een donkere ruimte. Het aanbod is: rijst, gebakken banaan, bruine bonen, gebakken aardappel en een avocado met een glas (karne) melk. We betalen hier 2.50 euro voor 2 personen.
We praten nog met een paar pubers die heel goed Engels praten om half 7 liggen we al in bed in ons hotelletje.
De volgende dag koken we zelf water voor ons ontbijt: havermout met ingrediënten uit Nederland: krenten, zonnebloempitten en lijnzaad. Als het op is kunnen we het niet aanvullen ervaren we later. Verpakte etenswaren zijn hier duur, een zak krenten kost 5 euro en de andere ingrediënten zijn niet verkrijgbaar.
We vervolgen onze weg over de rode onverharde weg. We zijn vroeg gestart, het is heerlijk fris. Er is weer veel volk op straat. Soms fietst iemand kilometers naast ons. We zijn ongeveer even snel.
Dan bereiken we weer de asfalt weg.
Onze lunch bestaat uit spaghetti met dodo (een soort spinazie, aangemaakt met kruiden). Lekker en weer eens iets anders dan rijst.
We besluiten in Karabongo te blijven bij hotel Akagera neighbours. De manager is heel vriendelijk en de schoonmaakster poetst ongevraagd onze schoenen terwijl wij al het rode stof van onze armen en benen wassen.
Akagera National Park
De volgende dag fietsen we richting Akagera National Park. Met de fiets mag je het park niet in en we hebben geen trek in een dure lodge in het park. We hebben gelezen dat er een camping is buiten het park. Het is behoorlijk op en neer met hellingen tot 13%. De lokale bevolking fietst hier niet omhoog. We rusten even uit aan de kant van de weg en 'spelen' met een paar kleine kinderen. We bereiken de camping (Ihema view campsite) buiten het park, deze was in beheer van 30 lokale gidsen, maar is recent gekocht door Belgen met grote plannen. Er is een prachtig uitzicht, maar er is wel onderhoud nodig. De gastvrouw is aardig, bereidt een lekkere lunch en zorgt voor een jerrycan warm water zodat we ons kunnen wassen. We regelen een safari tour door het park voor de volgende dag en slapen de nacht in onze eigen tent.
Om 7u vertrekken we op safari met gids George. Na een Corona sneltest en registratie kunnen we cashless de entrance fee betalen bij de receptie. We staan versteld van deze moderne park entree; dit in tegenstelling tot de primitieve standaard in Rwanda.
We rijden de hele dag door het park en we zien o.a: olifanten, zebra’s, neushoorns, giraffen, leeuwen, impala’s, bavianen, velvet monkey’s, krokodillen en buffels.
Het is vandaag bewolkt af en toe regent het licht. Het is niet echt warm in de safari auto met open dak. Onze korte broek verruilden we snel voor een lange en de zonnecrème hadden we niet nodig. Het is niet echt druk in het park. Als er een auto ergens stilstaat weet je dat er dieren te zien zijn. We kamperen een tweede nacht op dezelfde camping.
De volgende dag fietsen we richting Akagera National Park. Met de fiets mag je het park niet in en we hebben geen trek in een dure lodge in het park. We hebben gelezen dat er een camping is buiten het park. Het is behoorlijk op en neer met hellingen tot 13%. De lokale bevolking fietst hier niet omhoog. We rusten even uit aan de kant van de weg en 'spelen' met een paar kleine kinderen. We bereiken de camping (Ihema view campsite) buiten het park, deze was in beheer van 30 lokale gidsen, maar is recent gekocht door Belgen met grote plannen. Er is een prachtig uitzicht, maar er is wel onderhoud nodig. De gastvrouw is aardig, bereidt een lekkere lunch en zorgt voor een jerrycan warm water zodat we ons kunnen wassen. We regelen een safari tour door het park voor de volgende dag en slapen de nacht in onze eigen tent.
Om 7u vertrekken we op safari met gids George. Na een Corona sneltest en registratie kunnen we cashless de entrance fee betalen bij de receptie. We staan versteld van deze moderne park entree; dit in tegenstelling tot de primitieve standaard in Rwanda.
We rijden de hele dag door het park en we zien o.a: olifanten, zebra’s, neushoorns, giraffen, leeuwen, impala’s, bavianen, velvet monkey’s, krokodillen en buffels.
Het is vandaag bewolkt af en toe regent het licht. Het is niet echt warm in de safari auto met open dak. Onze korte broek verruilden we snel voor een lange en de zonnecrème hadden we niet nodig. Het is niet echt druk in het park. Als er een auto ergens stilstaat weet je dat er dieren te zien zijn. We kamperen een tweede nacht op dezelfde camping.
Het binnenland
We fietsen terug naar de hoofdweg. Het valt reuze mee, we dachten meer te moeten klimmen. We fietsen tot Murambi waar we een simpel hotelletje vinden. Zonder stromend water. Als we aankomen wordt al gevraagd wat we willen eten. Omdat een bestelling in een restaurant wel 1.5u kan duren bestellen we alvast en geven we aan dat we om 18u willen eten. Na 20 min staat het al voor onze neus en zitten we om 16u al aan het avondeten. Ach ja, om 19u liggen we toch al op bed.
Het is vandaag zondag. Langs de weg lopen netjes aangeklede mensen; ze gaan naar de kerk. Uit de kerken galmt gospel muziek. Veel winkels zijn vandaag gesloten.
K. heeft vandaag gepind maar de pinautomaat gaf geen geld. Het bedrag werd echter wel afgeschreven. We weten het: ga nooit pinnen wanneer de bank dicht is, maar toch deden we het. ING gaat een onderzoek starten om (hopelijk) het geld terug te kunnen storten.
We twijfelden of we het zouden halen vandaag. We namen een weg waarvan we op de kaart niet konden vaststellen wat de kwaliteit zou zijn. Navigeren met een Garmin is hier ondoenlijk. De route die de GPS voorstelt is niet de kortste en beste weg. Er zouden weinig dorpjes zijn en vast geen overnachtingsmogelijkheden. Het werd een heftige dag. Veel onverharde rode weg, maar een mooi zicht op de vallei. Hier wordt ook koffie geteeld. Het is wel rustig op de weg. Het laatste stuk kwam er af en toe asfalt. We fietsen 60km, op en neer en klimmen meer dan we dalen. Er fietsen weer geregeld mensen kilometers met ons mee. En we hebben regelmatig tientallen kinderen achter ons aan lopen. En als we in een dorpje stoppen staan er in mum van tijd vele mensen om ons heen. Foto’s maken is lastig, de meeste mensen willen niet op de foto. Als je de camera pakt duiken ze al weg.
Aan het einde van de middag komen we aan in Byumba (Gicumbi). De hele avond en nacht regent het pijpenstelen en onweert het. De vooruitzichten zijn niet geweldig. We besluiten nog een dagje in Byumba te blijven.
We fietsen terug naar de hoofdweg. Het valt reuze mee, we dachten meer te moeten klimmen. We fietsen tot Murambi waar we een simpel hotelletje vinden. Zonder stromend water. Als we aankomen wordt al gevraagd wat we willen eten. Omdat een bestelling in een restaurant wel 1.5u kan duren bestellen we alvast en geven we aan dat we om 18u willen eten. Na 20 min staat het al voor onze neus en zitten we om 16u al aan het avondeten. Ach ja, om 19u liggen we toch al op bed.
Het is vandaag zondag. Langs de weg lopen netjes aangeklede mensen; ze gaan naar de kerk. Uit de kerken galmt gospel muziek. Veel winkels zijn vandaag gesloten.
K. heeft vandaag gepind maar de pinautomaat gaf geen geld. Het bedrag werd echter wel afgeschreven. We weten het: ga nooit pinnen wanneer de bank dicht is, maar toch deden we het. ING gaat een onderzoek starten om (hopelijk) het geld terug te kunnen storten.
We twijfelden of we het zouden halen vandaag. We namen een weg waarvan we op de kaart niet konden vaststellen wat de kwaliteit zou zijn. Navigeren met een Garmin is hier ondoenlijk. De route die de GPS voorstelt is niet de kortste en beste weg. Er zouden weinig dorpjes zijn en vast geen overnachtingsmogelijkheden. Het werd een heftige dag. Veel onverharde rode weg, maar een mooi zicht op de vallei. Hier wordt ook koffie geteeld. Het is wel rustig op de weg. Het laatste stuk kwam er af en toe asfalt. We fietsen 60km, op en neer en klimmen meer dan we dalen. Er fietsen weer geregeld mensen kilometers met ons mee. En we hebben regelmatig tientallen kinderen achter ons aan lopen. En als we in een dorpje stoppen staan er in mum van tijd vele mensen om ons heen. Foto’s maken is lastig, de meeste mensen willen niet op de foto. Als je de camera pakt duiken ze al weg.
Aan het einde van de middag komen we aan in Byumba (Gicumbi). De hele avond en nacht regent het pijpenstelen en onweert het. De vooruitzichten zijn niet geweldig. We besluiten nog een dagje in Byumba te blijven.
Uganda
We stappen weer op de fiets.
In Byumba kochten we een trui op de markt. We hebben een jasje/laagje te weinig meegenomen en geen lange mouwen voor onder de regenjas. Tijdens de voorbereiding lazen we dat het in Rwanda het hele jaar door 25 graden is, maar we vinden het best fris hier. De zon komt er vaak niet echt door en af en toe regent het. Het mag wat ons betreft best een paar graden warmer zijn. Die trui was een goede aankoop. We zullen hem bijna iedere dag nog aan hebben.
Op de markt wordt veel kleding verkocht. Al deze kleding is deels versleten met bijv. gaten in de manchetten.
Na de afdaling (in warme kleding) ging de zon schijnen.
We fietsen langs theeplantages waar mensen aan het werk zijn. We komen al gauw bij de grens en fietsen Uganda in. Na een dag fietsen in Uganda ervaren we meteen al verschillen:
Kabale is de eerste Ugandese plaats die we zien. Het is druk, hectisch en lawaaierig. 8km na Kabale nemen we de afslag naar het Bunyonyi meer. Het is een hele slechte weg met veel gaten. Onderweg worden rotsen weggehakt en in steentjes gehakt. Vrouwen mannen en kinderen slaan met hamers op de stenen. Zwaar en eentonig werk.
Uiteindelijk belanden we bij het meer. We hebben een prachtig plekje bij het meer gevonden. We kamperen in de tuin van een sjieke lodge: Crater bay. Na een rustige nacht is bij het opstaan alles nat en is het mistig. We vertrekken en hopen dat de afdaling over de slechte weg niet te glad is. We bereiken de hoofdweg weer en het trekt weer open. Voor het eerst tijdens deze reis is het echt warm. Na 50km vinden we een restaurant met campingmogelijkheid.
De volgende dag fietsen we naar Kisoro. Het is steeds klimmen en dalen. In de dorpjes is er leven op straat en ook hier worden we begroet met 'amazungu'. We eten weer een rolex: een omelet in een chapati gerold. Het is prachtig fietsen en buiten de dorpjes ook rustig. We passeren nog wel een groot vluchtelingenkamp met vluchtelingen uit Congo. Heftig om te zien. Het staat er blijkbaar al meer dan 10jr. We zien veel grote auto’s van hulpverleners: Unicef, WFP, UNHCR.
We vinden een hotelletje in Kisoro. We eten bij een buffet restaurant, heel gebruikelijk hier. Omdat we geen vlees eten eten we: rijst aardappels, zoete aardappels, bonen en ugali (soort tofu van maismeel). Het smaakt prima.
De dag erna willen we een rondje om het meer fietsen. H. had de route thuis al via google maps uitgezet. Na 8km keren we om. De weg (lees pad) is veel te slecht. De omgeving is prachtig. Mensen sjouwen met takken suikerriet, bananenbomen en we hebben uitzicht op de vulkanen.
We stappen weer op de fiets.
In Byumba kochten we een trui op de markt. We hebben een jasje/laagje te weinig meegenomen en geen lange mouwen voor onder de regenjas. Tijdens de voorbereiding lazen we dat het in Rwanda het hele jaar door 25 graden is, maar we vinden het best fris hier. De zon komt er vaak niet echt door en af en toe regent het. Het mag wat ons betreft best een paar graden warmer zijn. Die trui was een goede aankoop. We zullen hem bijna iedere dag nog aan hebben.
Op de markt wordt veel kleding verkocht. Al deze kleding is deels versleten met bijv. gaten in de manchetten.
Na de afdaling (in warme kleding) ging de zon schijnen.
We fietsen langs theeplantages waar mensen aan het werk zijn. We komen al gauw bij de grens en fietsen Uganda in. Na een dag fietsen in Uganda ervaren we meteen al verschillen:
- Rwanda is heel schoon. In Uganda ligt overal afval en worden weer plastic zakjes gegeven als je iets koopt
- er staan veel koeien te grazen op het vlakke grasland
- er zijn veel minder mensen op fiets. Er rijden veel meer auto’s (veel stank van uitlaatgassen)
- er wordt ook door volwassenen veel om geld gevraagd
- levensmiddelen en eten zijn veel goedkoper
- de winkels zijn beter gevuld. Er is veel meer keuze aan producten
- er zijn veel meer stalletjes / verkoop aan de weg
- er zijn veel dorpels / verkeersdrempels. Altijd in een set van vier achter elkaar. Afremmen is noodzakelijk en er overheen gaan is verschrikkelijk oncomfortabel.
Kabale is de eerste Ugandese plaats die we zien. Het is druk, hectisch en lawaaierig. 8km na Kabale nemen we de afslag naar het Bunyonyi meer. Het is een hele slechte weg met veel gaten. Onderweg worden rotsen weggehakt en in steentjes gehakt. Vrouwen mannen en kinderen slaan met hamers op de stenen. Zwaar en eentonig werk.
Uiteindelijk belanden we bij het meer. We hebben een prachtig plekje bij het meer gevonden. We kamperen in de tuin van een sjieke lodge: Crater bay. Na een rustige nacht is bij het opstaan alles nat en is het mistig. We vertrekken en hopen dat de afdaling over de slechte weg niet te glad is. We bereiken de hoofdweg weer en het trekt weer open. Voor het eerst tijdens deze reis is het echt warm. Na 50km vinden we een restaurant met campingmogelijkheid.
De volgende dag fietsen we naar Kisoro. Het is steeds klimmen en dalen. In de dorpjes is er leven op straat en ook hier worden we begroet met 'amazungu'. We eten weer een rolex: een omelet in een chapati gerold. Het is prachtig fietsen en buiten de dorpjes ook rustig. We passeren nog wel een groot vluchtelingenkamp met vluchtelingen uit Congo. Heftig om te zien. Het staat er blijkbaar al meer dan 10jr. We zien veel grote auto’s van hulpverleners: Unicef, WFP, UNHCR.
We vinden een hotelletje in Kisoro. We eten bij een buffet restaurant, heel gebruikelijk hier. Omdat we geen vlees eten eten we: rijst aardappels, zoete aardappels, bonen en ugali (soort tofu van maismeel). Het smaakt prima.
De dag erna willen we een rondje om het meer fietsen. H. had de route thuis al via google maps uitgezet. Na 8km keren we om. De weg (lees pad) is veel te slecht. De omgeving is prachtig. Mensen sjouwen met takken suikerriet, bananenbomen en we hebben uitzicht op de vulkanen.
Twin lakes en Noord Rwanda
De dag erna fietsen we vanuit Kisoro naar de grens met Rwanda. We komen uit bij Kirambo waar we een basic onderkomen vinden met heel vriendelijke mensen. Deze relatief rustige onverharde weg langs de oostkant van het meer (Twin Lakes) ging door de bergen. We hebben veel geklommen, tot 2400m. Rwanda wordt niet voor niets het 'land van duizend heuvels' genoemd. We passeren weinig dorpjes. We zien wel heel veel vrouwen met een bakje/mandje op het hoofd gevuld met groenten/fruit dat zij van het land meenemen naar huis. Het bakje/mandje is gemaakt van gedroogde bladeren. Het was zondag vandaag dus zagen we veel mensen sjiek gekleed op weg naar de kerk. Al vanaf grote afstand is de vrolijke kerkmuziek hoorbaar.
De dag erna gaan we richting Musanze. Het is weer een prachtige weg door de bergen, tot Base onverhard, daarna asfalt. In het begin heel rustig; we kregen het gevoel van een autoloze zondag. We zien alleen fietsers en lopers op straat. Er wordt veel gesjouwd met suikkerriet, op kruiwagen of fiets, horizontaal of verticaal en takken (op de fiets of op het hoofd).
In Base is er veel volk op straat. Er is een live optreden dat, gezien de reclameborden, waarschijnlijk gesponsord is door MTN (een van de telefonie bedrijven). De huizen aan de hoofdweg zijn vaak geschilderd. Blauw of geel met logo MTN of rood vanwege logo Airtrel. Beide telecom bedrijven hebben ook veel standjes / parasolletjes door het hele land. Het is in dorpjes en steden op iedere hoek wel mogelijk om een data te kopen.
We spreken nog met de beheerder van de campsite. Hij vertelt dat de prijs om gorilla’s te kijken nu 1500 euro is omdat het park/beheer in Amerikaanse handen is. Vroeger liepen de prijzen van Oeganda en Rwanda gelijk op. Nu niet meer. Nu komen toeristen aan in Kigali en vertrekken meteen naar Oeganda (Kisoro) om daar een tour te doen. We praten ook over de vele kinderen die suikerriet vervoeren. Hij vertelt dat de kinderen zomervakantie hebben. Om een centje bij te verdienen kopen ze suikerriet (500 fr per stok) welke ze een paar kilometer verder in een dorp voor 750 verkopen.
Op de weg van Musanze naar Gisenyi komen we veel lokale wielrenners tegen. Ze trainen voor het WK wielrennen dat in 2025 in Rwanda gehouden gaat worden. K. gaat op de foto met een jongen die al 4x landelijk kampioen van Rwanda is.
We fietsen een kilometer of 10 en blijven de dag in Musanze (3e grootste stad in Rwanda). We wassen onze fietsbroeken, we lezen wat, stippelen de route voor de komende dagen en proberen wat boodschappen te doen. In de winkels is echter weinig verkrijgbaar. Veel schappen zijn leeg. Brood beperkt zich tot witte tosti boterhammen. Toiletartikelen zijn ontzettend duur (10 euro voor een fles bodylotion). Een pak penne kost 4 euro. We kopen een blik havermout voor 4.5 euro. Als we niet in een restaurant eten of een rolex kopen om uit het vuistje op te eten, eten we voor de lunch een witte boterham/broodje met avocado, tomaat en een banaan. Het verse fruit/groenten is heel goedkoop.
Op de markt is er veel verscheidenheid aan fruit: ananas, verschillende soorten bananen, sinaasappel, en ander tropisch fruit. Er zijn veel avocado's. Als groenten zien we erwtjes/boontjes, dodo, wortel, ui, knoflook, tomaat. Uiteraard veel (zoete) aardappels en bonen.
De dag erna fietsen we vanuit Kisoro naar de grens met Rwanda. We komen uit bij Kirambo waar we een basic onderkomen vinden met heel vriendelijke mensen. Deze relatief rustige onverharde weg langs de oostkant van het meer (Twin Lakes) ging door de bergen. We hebben veel geklommen, tot 2400m. Rwanda wordt niet voor niets het 'land van duizend heuvels' genoemd. We passeren weinig dorpjes. We zien wel heel veel vrouwen met een bakje/mandje op het hoofd gevuld met groenten/fruit dat zij van het land meenemen naar huis. Het bakje/mandje is gemaakt van gedroogde bladeren. Het was zondag vandaag dus zagen we veel mensen sjiek gekleed op weg naar de kerk. Al vanaf grote afstand is de vrolijke kerkmuziek hoorbaar.
De dag erna gaan we richting Musanze. Het is weer een prachtige weg door de bergen, tot Base onverhard, daarna asfalt. In het begin heel rustig; we kregen het gevoel van een autoloze zondag. We zien alleen fietsers en lopers op straat. Er wordt veel gesjouwd met suikkerriet, op kruiwagen of fiets, horizontaal of verticaal en takken (op de fiets of op het hoofd).
In Base is er veel volk op straat. Er is een live optreden dat, gezien de reclameborden, waarschijnlijk gesponsord is door MTN (een van de telefonie bedrijven). De huizen aan de hoofdweg zijn vaak geschilderd. Blauw of geel met logo MTN of rood vanwege logo Airtrel. Beide telecom bedrijven hebben ook veel standjes / parasolletjes door het hele land. Het is in dorpjes en steden op iedere hoek wel mogelijk om een data te kopen.
We spreken nog met de beheerder van de campsite. Hij vertelt dat de prijs om gorilla’s te kijken nu 1500 euro is omdat het park/beheer in Amerikaanse handen is. Vroeger liepen de prijzen van Oeganda en Rwanda gelijk op. Nu niet meer. Nu komen toeristen aan in Kigali en vertrekken meteen naar Oeganda (Kisoro) om daar een tour te doen. We praten ook over de vele kinderen die suikerriet vervoeren. Hij vertelt dat de kinderen zomervakantie hebben. Om een centje bij te verdienen kopen ze suikerriet (500 fr per stok) welke ze een paar kilometer verder in een dorp voor 750 verkopen.
Op de weg van Musanze naar Gisenyi komen we veel lokale wielrenners tegen. Ze trainen voor het WK wielrennen dat in 2025 in Rwanda gehouden gaat worden. K. gaat op de foto met een jongen die al 4x landelijk kampioen van Rwanda is.
We fietsen een kilometer of 10 en blijven de dag in Musanze (3e grootste stad in Rwanda). We wassen onze fietsbroeken, we lezen wat, stippelen de route voor de komende dagen en proberen wat boodschappen te doen. In de winkels is echter weinig verkrijgbaar. Veel schappen zijn leeg. Brood beperkt zich tot witte tosti boterhammen. Toiletartikelen zijn ontzettend duur (10 euro voor een fles bodylotion). Een pak penne kost 4 euro. We kopen een blik havermout voor 4.5 euro. Als we niet in een restaurant eten of een rolex kopen om uit het vuistje op te eten, eten we voor de lunch een witte boterham/broodje met avocado, tomaat en een banaan. Het verse fruit/groenten is heel goedkoop.
Op de markt is er veel verscheidenheid aan fruit: ananas, verschillende soorten bananen, sinaasappel, en ander tropisch fruit. Er zijn veel avocado's. Als groenten zien we erwtjes/boontjes, dodo, wortel, ui, knoflook, tomaat. Uiteraard veel (zoete) aardappels en bonen.
Congo-Nile Trail
Dag 1: We starten de Congo-Nile Trail, een 227 kilometer lange grotendeels onverharde weg langs het Kivumeer in het westen van Rwanda. Het Kivumeer is ook de grens met Congo. We weten niet goed wat we kunnen verwachten. Andere fietsers die we tegenkwamen hebben we om info gevraagd en zij vonden het erg zwaar.
Nadat we Gisenyi achter ons laten fietsen we al snel op een onverhard pad. De weg kronkelt langs de kustlijn van het meer. Na 25 kilometer hobbelen vinden we het wel genoeg en vinden we een guesthouse in Cyimbiri, aan het meer.
We relaxen de middag. De kop is er af.
Dag 2: We fietsen vandaag tot Musasa homestay. De homestay is (al jaren) gesloten, maar we kunnen er kamperen in de tuin. Het loopt ontzettend schuin af, dus slapen we niet geweldig. Maar Plussit, de beveiliger, maakt veel goed. Hij praat volop en zorgt goed voor ons. De tuin ligt achter een hek. Mzungus trekken toeschouwers, dus achter het hek staat continu een groepje kinderen en/of volwassen ons te bekijken. De kinderen zijn aardig hier, ze zijn geïnteresseerd en vragen geen geld.
Het was een heftige dag. We fietsten nog geen 30km over een slechte weg. Soms veel stenen, dan heel schuin, dan weer single trek. En variërende stijgingspercentages tot wel 21 %. Af en toe moesten we afstappen om een stuk te lopen. De natuur is prachtig. Bananenbomen, uitzicht op het meer, groentetuinen, koffieplantages en koffie wasstations. Een paar bruggen waren weggeslagen of stuk, maar er was altijd hulp voorhanden. Zo liepen een paar schoolkinderen kilometers met ons mee om ons op een aantal plekken te helpen lastige stukken te overbruggen.
We zien kinderen sjouwen met zware jerrycans op hun hoofd.
De weg loopt door verschillende dorpjes. In een van de eerste dorpjes was de wekelijkse markt. Met boten werden bananen aangevoerd en van alle kanten kwamen mensen met hun vee. Koeien, varkens en geiten. Daardoor was het druk op de weg. Auto’s konden hier niet komen.
Dag 3: We fietsen tot Kibuye, merendeel onverharde hele slechte weg. Het laatste stukje was asfalt tot Kibuye. Per ongeluk sneden we een stuk af en kwamen we niet langs Bumba. Op een plek was de brug stuk: we deden onze schoenen uit om de fietsen door het water naar de overkant te brengen.
We krijgen soms even duwhulp. Dat kwam goed van pas, omdat sommige stukken heel steil waren. Vandaag waren er weer veel kinderen om ons heen. Op bepaalde momenten konden we er niet goed tegen.
Tijdens onze lunch bij een buffet kregen we een leuke verrassing; we kregen veel appjes van bekenden. We hadden een foto ingestuurd voor de zomerfoto wedstrijd van het Brabants Dagblad en vandaag stond onze foto als de prijswinnende weekfoto in de krant.
We nemen een rustdagje in Kibuye.
Dag 4: Vandaag een echte klimdag met meer dan 1.000 meter stijgen. Maar het is goed te doen over de goede onverharde weg. Het laatste gedeelte was wel een slechte weg. Omdat er geen accommodatie is, kloppen we aan bij de kerk/pastorie om daar te overnachten. We worden vriendelijk ontvangen. We komen aan net voordat het ontzettend hard begint het regenen. We schuilen onder een afdak op het terrein van de kerk. Het is vandaag de dag van Maria Hemelvaart en de dag van het kind: alle kinderen uit de parochie zijn aanwezig in de kerk voor activiteiten. Toen de twee mzungus stonden te schuilen onder het afdak kwamen ze allemaal naar buiten gestormd en kregen ze de kinderen niet meer terug in de kerk.
In de avond praten we in de pastorie met de jonge priesters Damian en Pacific en hun huisgenoten. Onder het genot van bier spreken we over het leven. Het leven in Rwanda, het liberale Nederland. We komen veel te weten over Rwanda.
Een hele dag werken op een theeplantage levert 1000 fr op en een koe kost 800.000 franc (800 euro).
Het is een arme parochie. Hier groeit weinig gezien de hoogte.
In het onderwijs zijn grote klassen. Tot wel 60 kinderen in 1 klas. De regering zoekt docenten en probeert het leraarberoep aantrekkelijk te maken door o.a. een gratis studie.
Families hebben geen geld om al hun kinderen eten te geven 3x p dag. Kinderen krijgen soms maar 1x per dag of 1x in de twee dagen eten. Vakanties zijn een ramp voor deze gezinnen, kinderen krijgen namelijk op school ook eten en in de vakantie dus niet.
Dit stelt het vragen om eten en ‘I am hungry’ voor ons weer in perspectief.
In de avond valt er veel regen.
Tijdens het ontbijt de volgende dag praten we nog wat verder.
Vrouw en man die trouwen gaan zelfstandig wonen, dus niet inwonen bij familie. De familie van de man betaalt de familie van de vrouw een koe.
We lopen nog een rondje door het dorp met Pacific. Eerst de varkens van de pastorie bezocht. Toen nog door de theeplantage in het dorp. Deze blijkt ook het decor te zijn voor trouwfoto’s.
Uiteindelijk nemen we afscheid en vertrekken we. De weg is heel slecht en vervelend, veel rotsen en stenen.
We vinden een guesthouse bij L’Esperance school. De school heeft vakantie. Het guesthouse heeft een prachtige ligging. ’s Middags hebben we nog wel onweer en wat regen.
Dag 1: We starten de Congo-Nile Trail, een 227 kilometer lange grotendeels onverharde weg langs het Kivumeer in het westen van Rwanda. Het Kivumeer is ook de grens met Congo. We weten niet goed wat we kunnen verwachten. Andere fietsers die we tegenkwamen hebben we om info gevraagd en zij vonden het erg zwaar.
Nadat we Gisenyi achter ons laten fietsen we al snel op een onverhard pad. De weg kronkelt langs de kustlijn van het meer. Na 25 kilometer hobbelen vinden we het wel genoeg en vinden we een guesthouse in Cyimbiri, aan het meer.
We relaxen de middag. De kop is er af.
Dag 2: We fietsen vandaag tot Musasa homestay. De homestay is (al jaren) gesloten, maar we kunnen er kamperen in de tuin. Het loopt ontzettend schuin af, dus slapen we niet geweldig. Maar Plussit, de beveiliger, maakt veel goed. Hij praat volop en zorgt goed voor ons. De tuin ligt achter een hek. Mzungus trekken toeschouwers, dus achter het hek staat continu een groepje kinderen en/of volwassen ons te bekijken. De kinderen zijn aardig hier, ze zijn geïnteresseerd en vragen geen geld.
Het was een heftige dag. We fietsten nog geen 30km over een slechte weg. Soms veel stenen, dan heel schuin, dan weer single trek. En variërende stijgingspercentages tot wel 21 %. Af en toe moesten we afstappen om een stuk te lopen. De natuur is prachtig. Bananenbomen, uitzicht op het meer, groentetuinen, koffieplantages en koffie wasstations. Een paar bruggen waren weggeslagen of stuk, maar er was altijd hulp voorhanden. Zo liepen een paar schoolkinderen kilometers met ons mee om ons op een aantal plekken te helpen lastige stukken te overbruggen.
We zien kinderen sjouwen met zware jerrycans op hun hoofd.
De weg loopt door verschillende dorpjes. In een van de eerste dorpjes was de wekelijkse markt. Met boten werden bananen aangevoerd en van alle kanten kwamen mensen met hun vee. Koeien, varkens en geiten. Daardoor was het druk op de weg. Auto’s konden hier niet komen.
Dag 3: We fietsen tot Kibuye, merendeel onverharde hele slechte weg. Het laatste stukje was asfalt tot Kibuye. Per ongeluk sneden we een stuk af en kwamen we niet langs Bumba. Op een plek was de brug stuk: we deden onze schoenen uit om de fietsen door het water naar de overkant te brengen.
We krijgen soms even duwhulp. Dat kwam goed van pas, omdat sommige stukken heel steil waren. Vandaag waren er weer veel kinderen om ons heen. Op bepaalde momenten konden we er niet goed tegen.
Tijdens onze lunch bij een buffet kregen we een leuke verrassing; we kregen veel appjes van bekenden. We hadden een foto ingestuurd voor de zomerfoto wedstrijd van het Brabants Dagblad en vandaag stond onze foto als de prijswinnende weekfoto in de krant.
We nemen een rustdagje in Kibuye.
Dag 4: Vandaag een echte klimdag met meer dan 1.000 meter stijgen. Maar het is goed te doen over de goede onverharde weg. Het laatste gedeelte was wel een slechte weg. Omdat er geen accommodatie is, kloppen we aan bij de kerk/pastorie om daar te overnachten. We worden vriendelijk ontvangen. We komen aan net voordat het ontzettend hard begint het regenen. We schuilen onder een afdak op het terrein van de kerk. Het is vandaag de dag van Maria Hemelvaart en de dag van het kind: alle kinderen uit de parochie zijn aanwezig in de kerk voor activiteiten. Toen de twee mzungus stonden te schuilen onder het afdak kwamen ze allemaal naar buiten gestormd en kregen ze de kinderen niet meer terug in de kerk.
In de avond praten we in de pastorie met de jonge priesters Damian en Pacific en hun huisgenoten. Onder het genot van bier spreken we over het leven. Het leven in Rwanda, het liberale Nederland. We komen veel te weten over Rwanda.
Een hele dag werken op een theeplantage levert 1000 fr op en een koe kost 800.000 franc (800 euro).
Het is een arme parochie. Hier groeit weinig gezien de hoogte.
In het onderwijs zijn grote klassen. Tot wel 60 kinderen in 1 klas. De regering zoekt docenten en probeert het leraarberoep aantrekkelijk te maken door o.a. een gratis studie.
Families hebben geen geld om al hun kinderen eten te geven 3x p dag. Kinderen krijgen soms maar 1x per dag of 1x in de twee dagen eten. Vakanties zijn een ramp voor deze gezinnen, kinderen krijgen namelijk op school ook eten en in de vakantie dus niet.
Dit stelt het vragen om eten en ‘I am hungry’ voor ons weer in perspectief.
In de avond valt er veel regen.
Tijdens het ontbijt de volgende dag praten we nog wat verder.
Vrouw en man die trouwen gaan zelfstandig wonen, dus niet inwonen bij familie. De familie van de man betaalt de familie van de vrouw een koe.
We lopen nog een rondje door het dorp met Pacific. Eerst de varkens van de pastorie bezocht. Toen nog door de theeplantage in het dorp. Deze blijkt ook het decor te zijn voor trouwfoto’s.
Uiteindelijk nemen we afscheid en vertrekken we. De weg is heel slecht en vervelend, veel rotsen en stenen.
We vinden een guesthouse bij L’Esperance school. De school heeft vakantie. Het guesthouse heeft een prachtige ligging. ’s Middags hebben we nog wel onweer en wat regen.
Dag 5: In de ochtend pakken we de Congo-Nile trail weer op richting Karengera. Na een paar kilometer besluiten we om te keren. De weg was ontzettend steil en in slechte staat. Te slecht om 20 kilometer voort te zetten. We kozen voor een alternatief: een asfalt weg. Deze rustige weg volgenden we tot Tyazo. Het is de hele dag bewolkt met af en toe een bui. In de avond regent het urenlang pijpenstelen. We overnachten bij Isara Beach Motel aan het meer. Het ontbijt verzorgen we zelf: we koken heet water op onze brander voor de deur van onze hotelkamer.
Vandaag hadden we op diverse momenten weer last van de drukte, van de menigte mensen die continu om ons heen was.
Dag 6: De volgende dag fietsen we naar Gisakura. Het is maar een kleine afstand, over asfalt. We blijven twee nachten in dit kleine dorp van een paar straten. Met gids Rik maken we een tour door de theeplantages (600 hectare). Helaas is de fabriek gesloten voor bezoek, omdat ze aan het verbouwen zijn. Rik vertelt over de verschillende coöperativas die zijn opgericht en waarbij men in groepen de thee plukt. Het brengt 45cent per kilo op. In het natte seizoen zijn er meer kilo’s te plukken dan in het droge seizoen, de theebladeren zijn dan zwaarder door het vocht. Kinderen mogen pas vanaf 18 jaar meewerken. Rik vertelde over onkruid met medicinale werking. Na afloop brachten we een bezoekje aan zijn huis waar zijn vrouw graan (kafferkoren; s orghum) fijn maalt met een steen.
Gisakura is overdag uitgestorven. Wanneer de vrouwen aan het einde van de middag terugkomen van het land met hun producten start de markt in de hoofdstraat. Er wordt vanalles verkocht, o.a. tomaat, avocado’s, uien, bananen en ananas.
We vragen Rik nog wat over de prijzen. Een stuk land kost 800 dollar, een huis huren 15 dollar per maand. Een avocado, banaan, ui, tomaat of broodje kost 100 of 150 fr, een gekookt ei 200. De toeristische attracties zijn heel duur. De entree voor een National Park kost 100 $ en gorilla’s kijken kost 1500 dollar. We verbazen ons over de verschillen. Een gids vraagt gemakkelijk 60 dollar voor een paar uur, terwijl iemand een dag op een theeplantage moet werken voor 1 dollar.
Vandaag hadden we op diverse momenten weer last van de drukte, van de menigte mensen die continu om ons heen was.
Dag 6: De volgende dag fietsen we naar Gisakura. Het is maar een kleine afstand, over asfalt. We blijven twee nachten in dit kleine dorp van een paar straten. Met gids Rik maken we een tour door de theeplantages (600 hectare). Helaas is de fabriek gesloten voor bezoek, omdat ze aan het verbouwen zijn. Rik vertelt over de verschillende coöperativas die zijn opgericht en waarbij men in groepen de thee plukt. Het brengt 45cent per kilo op. In het natte seizoen zijn er meer kilo’s te plukken dan in het droge seizoen, de theebladeren zijn dan zwaarder door het vocht. Kinderen mogen pas vanaf 18 jaar meewerken. Rik vertelde over onkruid met medicinale werking. Na afloop brachten we een bezoekje aan zijn huis waar zijn vrouw graan (kafferkoren; s orghum) fijn maalt met een steen.
Gisakura is overdag uitgestorven. Wanneer de vrouwen aan het einde van de middag terugkomen van het land met hun producten start de markt in de hoofdstraat. Er wordt vanalles verkocht, o.a. tomaat, avocado’s, uien, bananen en ananas.
We vragen Rik nog wat over de prijzen. Een stuk land kost 800 dollar, een huis huren 15 dollar per maand. Een avocado, banaan, ui, tomaat of broodje kost 100 of 150 fr, een gekookt ei 200. De toeristische attracties zijn heel duur. De entree voor een National Park kost 100 $ en gorilla’s kijken kost 1500 dollar. We verbazen ons over de verschillen. Een gids vraagt gemakkelijk 60 dollar voor een paar uur, terwijl iemand een dag op een theeplantage moet werken voor 1 dollar.
Nyungwe National Park en Huye
Geslapen in Gisakura en vroeg opgestaan. De weg door het park is 50km en we wilden er in één dag doorheen fietsen. Het werd een rustige dag. Niet qua fietsen, want zoals overal in Rwanda gingen we omhoog en omlaag, maar vandaag zagen we geen mensen, kinderen of fietsers langs de weg. Op een paar vrachtwagens en wat auto’s na was er geen verkeer. We passeerden geen dorpjes, dus kregen deze twee mzungu’s vandaag eens wat minder aandacht. Wat heerlijk! Wel zwaaiden we naar de militairen die er, in groepjes van vier, om de paar kilometer stonden. In schutkleur achter een boom dus soms zagen we ze niet.
Nyunge National Park is een prachtig park, een soort tropisch regenwoud. Er zouden ook veel apen te zien zijn maar wij zagen er maar een paar. Aan het einde van het park kamperen we bij een lodge. We krijgen een grasveldje toegewezen tussen twee huisjes in. Het uitzicht is prachtig. In verband met het onvoorspelbare weer besloten we na aankomst al te gaan koken. Dat bleek een goede keuze. Om 16u werd het noodweer. Regen en onweer. De nacht was gelukkig droog en bij het opstaan was er zon. Fietsen in de zon maakt het toch leuker.
We fietsen naar Nyamagabe. Het is een leuke route, er is veel volk op straat en de sfeer is gezellig. Zou het komen omdat het zondag is?
Na de lunch fietsen we naar het Murambi genocide monument. Op deze plek, een school in wording, werden 50.000 Tutsi’s vermoord. Er is een massagraf met 50.000 lichamen. Er zijn ook lokalen met kleding en lokalen met lichamen die met limestone ingebalsemd zijn. Het stinkt enorm. De Universiteit van Hamburg doet nu terplekke onderzoek hoe de lichamen het best bewaard kunnen worden. Het is indrukwekkend.
Na aankomst in ons hotel begint het weer te plenzen en onweren. We hadden geen minuut later moeten aankomen.
De dag erop fietsen we naar Huye. Het is een kleine afstand, daarom nemen we de afslag naar simbi coffee washing station. Het is een onverharde weg. Onderweg drinken we iets in een klein dorpje. De drie dames van de winkel gingen helemaal uit hun dak dat er twee mzungu's iets kwamen drinken. Het halve dorp kwam erbij. Ook enkele locals maakten foto’s van ons. Het werd een vrolijke fotosessie. Onderweg komen we nog een andere coffee washing station tegen, waar H. een heerlijk vers kopje koffie drinkt.
Huye heet ook wel Butare. Veel plaatsnamen zijn veranderd om de herinnering aan de genocide te wissen. In de praktijk worden vaak beide namen gebruikt. In Huye eten we bij een buffet. Het kost 2500 zonder vlees. Vlees is 500 extra en vis 1500 extra. Er is keuze uit bonen, aardappel, banaan, cassave, erwtjes en worteltjes en andere groenten. Wij scheppen een bescheiden bordje op zodat we ook alles opeten. De locals scheppen een hele berg op. We kregen wel het aanbod om nog een keer op te scheppen, maar wee hadden ons buikje al rond gegeten.
We blijven een dag in Huye. De kathedraal is gesloten, maar we maken wat foto’s van de buitenkant. We fietsen 8km op de weg terug naar Nyamagabe om Monastère de Gihindamuyaga te bezoeken. In de rustige tuin lunchen we met ons vertrouwde recept: broodjes, avocado, gekookte eieren, ui en tomaat. We ontmoeten een Zwitser die een project heeft en in cafe connexion koffiebonen roostert in een oude machine uit. We krijgen uitleg over hoe koffie wordt geroosterd. Het vakmanschap is hier belangrijk bij. De koffie smaakt hier goed.
We bezoeken het etnografie museum waar we een met een gids een aantal uren rondlopen. Erg interessant museum.
Aan de rand van Huye is een gevangenis. Mannen in oranje pakken werken op het land.
Geslapen in Gisakura en vroeg opgestaan. De weg door het park is 50km en we wilden er in één dag doorheen fietsen. Het werd een rustige dag. Niet qua fietsen, want zoals overal in Rwanda gingen we omhoog en omlaag, maar vandaag zagen we geen mensen, kinderen of fietsers langs de weg. Op een paar vrachtwagens en wat auto’s na was er geen verkeer. We passeerden geen dorpjes, dus kregen deze twee mzungu’s vandaag eens wat minder aandacht. Wat heerlijk! Wel zwaaiden we naar de militairen die er, in groepjes van vier, om de paar kilometer stonden. In schutkleur achter een boom dus soms zagen we ze niet.
Nyunge National Park is een prachtig park, een soort tropisch regenwoud. Er zouden ook veel apen te zien zijn maar wij zagen er maar een paar. Aan het einde van het park kamperen we bij een lodge. We krijgen een grasveldje toegewezen tussen twee huisjes in. Het uitzicht is prachtig. In verband met het onvoorspelbare weer besloten we na aankomst al te gaan koken. Dat bleek een goede keuze. Om 16u werd het noodweer. Regen en onweer. De nacht was gelukkig droog en bij het opstaan was er zon. Fietsen in de zon maakt het toch leuker.
We fietsen naar Nyamagabe. Het is een leuke route, er is veel volk op straat en de sfeer is gezellig. Zou het komen omdat het zondag is?
Na de lunch fietsen we naar het Murambi genocide monument. Op deze plek, een school in wording, werden 50.000 Tutsi’s vermoord. Er is een massagraf met 50.000 lichamen. Er zijn ook lokalen met kleding en lokalen met lichamen die met limestone ingebalsemd zijn. Het stinkt enorm. De Universiteit van Hamburg doet nu terplekke onderzoek hoe de lichamen het best bewaard kunnen worden. Het is indrukwekkend.
Na aankomst in ons hotel begint het weer te plenzen en onweren. We hadden geen minuut later moeten aankomen.
De dag erop fietsen we naar Huye. Het is een kleine afstand, daarom nemen we de afslag naar simbi coffee washing station. Het is een onverharde weg. Onderweg drinken we iets in een klein dorpje. De drie dames van de winkel gingen helemaal uit hun dak dat er twee mzungu's iets kwamen drinken. Het halve dorp kwam erbij. Ook enkele locals maakten foto’s van ons. Het werd een vrolijke fotosessie. Onderweg komen we nog een andere coffee washing station tegen, waar H. een heerlijk vers kopje koffie drinkt.
Huye heet ook wel Butare. Veel plaatsnamen zijn veranderd om de herinnering aan de genocide te wissen. In de praktijk worden vaak beide namen gebruikt. In Huye eten we bij een buffet. Het kost 2500 zonder vlees. Vlees is 500 extra en vis 1500 extra. Er is keuze uit bonen, aardappel, banaan, cassave, erwtjes en worteltjes en andere groenten. Wij scheppen een bescheiden bordje op zodat we ook alles opeten. De locals scheppen een hele berg op. We kregen wel het aanbod om nog een keer op te scheppen, maar wee hadden ons buikje al rond gegeten.
We blijven een dag in Huye. De kathedraal is gesloten, maar we maken wat foto’s van de buitenkant. We fietsen 8km op de weg terug naar Nyamagabe om Monastère de Gihindamuyaga te bezoeken. In de rustige tuin lunchen we met ons vertrouwde recept: broodjes, avocado, gekookte eieren, ui en tomaat. We ontmoeten een Zwitser die een project heeft en in cafe connexion koffiebonen roostert in een oude machine uit. We krijgen uitleg over hoe koffie wordt geroosterd. Het vakmanschap is hier belangrijk bij. De koffie smaakt hier goed.
We bezoeken het etnografie museum waar we een met een gids een aantal uren rondlopen. Erg interessant museum.
Aan de rand van Huye is een gevangenis. Mannen in oranje pakken werken op het land.
Nyanza
Van Huye fietsen we naar Nyanza. De sfeer onderweg is goed. We kopen onderweg van een vrouw een paar avocado’s en tomaten die zo uit de teil worden gehaald die ze op haar hoofd draagt. Ook kletsen we nog even met kinderen die met zelfgemaakt speelgoed speelden.
We vinden een hotel en in een restaurant eten we een Westerse vegaburger. We merken dat we in de buurt komen van Kigali. Hier zien we de middenklasse, gekleed in nette kleding. We maken nog kennis met de burgemeester die bij zijn auto stond net voor de plek waar wij zaten. We ervaren weer de ‘moderne wereld’; we zien ineens veel meer mensen die schoenen aan hebben.
We bezochten het King’s Palace Museum; een soort open lucht museum. We krijgen een interessante rondleiding door het voormalige stenen paleis en het traditionele paleis. De rondleiding eindigt bij de King’s stieren: stieren met enorme horens.
We nemen tijd om de markt te bezoeken. We zien veel mooie kleurrijke stoffen en besluiten een tafelkleed te kopen. Eerst stof gezocht en gekocht bij een kraampje en bij een andere mevrouw het op maat laten knippen en omzomen. Zo belanden we op de eerste verdieping van de markt waar diverse kleine naaiateliers gehuisvest zijn. We moesten een tijdje wachten tot ons tafelkleed klaar was. Ondertussen hadden we veel aanspraak en de sfeer was gezellig.
Van Huye fietsen we naar Nyanza. De sfeer onderweg is goed. We kopen onderweg van een vrouw een paar avocado’s en tomaten die zo uit de teil worden gehaald die ze op haar hoofd draagt. Ook kletsen we nog even met kinderen die met zelfgemaakt speelgoed speelden.
We vinden een hotel en in een restaurant eten we een Westerse vegaburger. We merken dat we in de buurt komen van Kigali. Hier zien we de middenklasse, gekleed in nette kleding. We maken nog kennis met de burgemeester die bij zijn auto stond net voor de plek waar wij zaten. We ervaren weer de ‘moderne wereld’; we zien ineens veel meer mensen die schoenen aan hebben.
We bezochten het King’s Palace Museum; een soort open lucht museum. We krijgen een interessante rondleiding door het voormalige stenen paleis en het traditionele paleis. De rondleiding eindigt bij de King’s stieren: stieren met enorme horens.
We nemen tijd om de markt te bezoeken. We zien veel mooie kleurrijke stoffen en besluiten een tafelkleed te kopen. Eerst stof gezocht en gekocht bij een kraampje en bij een andere mevrouw het op maat laten knippen en omzomen. Zo belanden we op de eerste verdieping van de markt waar diverse kleine naaiateliers gehuisvest zijn. We moesten een tijdje wachten tot ons tafelkleed klaar was. Ondertussen hadden we veel aanspraak en de sfeer was gezellig.
Next level
Het duurt even maar we beginnen te wennen aan Rwanda. Dit land is zo anders dan de landen waar we eerder waren.
In 2015 waren we in Bangladesh en benoemden we dat het ons tijd kostte om te wennen aan het ‘nieuwe level’ in het spel. Dat ervaren we nu weer.
In sommige landen (bijv. Iran, Tadjikistan, Armenië) word je meteen ondergedompeld in de cultuur. Je wordt uitgenodigd bij mensen thuis, je belandt ineens op een bruiloft etc. Mensen staan open om je te ontmoeten. De bevolking neemt je als het ware op sleeptouw in hun cultuur. Sommige landen passen als een handschoen. In Oman wisten we na een dag al: overal is water en je kunt overal kamperen. Vaak is het ook intuïtief: in ieder dorp is een klein winkeltje zichtbaar aan de hoofdweg en je kunt er alles kopen.
We hebben vaak meegemaakt dat als je stilstaat op straat en je weet het niet, er meteen ongevraagd hulplijnen op je af komen. En je weet; het komt goed als zij het overnemen. Dat hadden we bijv in Pakistan. Jouw probleem wordt hun probleem en het wordt opgelost, daar kun je op vertrouwen. Als je je de spelregels nog niet eigen hebt gemaakt, geen probleem. De spelleider stuurt je wel bij.
In Iran nemen de mensen je bij wijze van aan het handje mee. Je wordt er soms ‘geleefd’ omdat zij je uitnodigen, zij voor jou bepalen.
Hier kost het wat meer tijd om de mensen te leren kennen. Ook omdat we zelf moesten wennen. Mensen vragen geld, zijn ze te vertrouwen? We ervaren een taalbarrière. Nu, na 4 weken zien we lieve mensen. Vriendelijk. Oprecht geïnteresseerd, maar ze laten het niet altijd meteen blijken. Maar als een Engelssprekende puber komt vertalen blijkt hoe vriendelijk de mensen zijn Op de foto willen ze niet graag.
We moeten erdoorheen prikken. Het vergt ook iets van ons. Je moet wat meer doen om binnen te dringen in de cultuur.
Het manoeuvreren in een land is als een spel. Soms intuïtief en soms moet je de gebruiksaanwijzing erbij pakken. Wennen in Rwanda was zwaar: er was geen reisleider, geen passende handschoen, geen intuïtie die ons hielp. In sommige dorpen was vanalles te koop, soms was er niks. Het was heel onvoorspelbaar. Alles in het spel moesten we ontdekken. De markt die een paar straten van de hoofdstraat afligt maar zonder hulp onvindbaar. Onze zoektocht naar hoe we kunnen reageren op kinderen die geld vragen en volwassenen die zeggen dat ze op je fiets hebben gepast en daar een bedrag voor willen. Kun je het maken om niks te geven en hoe reageren ze dan? En hoeveel geef je dan? Hoe reageer je passend? Lachen ze je uit? Oorzaak en gevolg zijn niet goed in te schatten: de spelregels zijn ons onbekend. Na 4 weken beginnen we te wennen, erdoorheen te prikken en de regels te leren kennen. De eerste weken waren heel intens. Fysiek was het geen uitdaging, maar basic kamperen en alles in eigen hand hebben voelt heel anders dan de manier waarop we nu reizen.
Schoon land
Eén keer per maand is de grote schoonmaak in Rwanda, de Umuganda, waarover later meer. Maar we zien dagelijks dat de straten en de berm hier schoongehouden worden. Blaadjes worden opgeveegd en meegenomen. Het gras in de berm wordt weggesneden om thuis de dieren te voeden. Ook het onkruid tussen het asfalt in de berm wordt meegepakt. Rwanda is een plastic free country en dat merk je. Er zijn geen plastic zakken in omloop en dat voorkomt ook een heleboel afval. Als je boodschappen doet krijg je een bruine papieren zak. Er ligt geen plastic flesje in de berm. Als wij wat gedronken hebben willen alle kinderen ons flesje hebben. Ze maken er speelgoed van of versieren hun T-shirt met bierdopjes. Het lijkt alsof er niets wordt weggegooid en alles wordt gerecycled. Stukken van kapotte slippers worden gebruikt om minder kapotte te repareren. Van afval wordt ook speelgoed gemaakt. We zien kinderen met zelfgemaakte voetballen, vliegers en natuurlijk de buitenband die met een stuk en een stuk jerrycan wordt voortgeduwd.
Het duurt even maar we beginnen te wennen aan Rwanda. Dit land is zo anders dan de landen waar we eerder waren.
In 2015 waren we in Bangladesh en benoemden we dat het ons tijd kostte om te wennen aan het ‘nieuwe level’ in het spel. Dat ervaren we nu weer.
In sommige landen (bijv. Iran, Tadjikistan, Armenië) word je meteen ondergedompeld in de cultuur. Je wordt uitgenodigd bij mensen thuis, je belandt ineens op een bruiloft etc. Mensen staan open om je te ontmoeten. De bevolking neemt je als het ware op sleeptouw in hun cultuur. Sommige landen passen als een handschoen. In Oman wisten we na een dag al: overal is water en je kunt overal kamperen. Vaak is het ook intuïtief: in ieder dorp is een klein winkeltje zichtbaar aan de hoofdweg en je kunt er alles kopen.
We hebben vaak meegemaakt dat als je stilstaat op straat en je weet het niet, er meteen ongevraagd hulplijnen op je af komen. En je weet; het komt goed als zij het overnemen. Dat hadden we bijv in Pakistan. Jouw probleem wordt hun probleem en het wordt opgelost, daar kun je op vertrouwen. Als je je de spelregels nog niet eigen hebt gemaakt, geen probleem. De spelleider stuurt je wel bij.
In Iran nemen de mensen je bij wijze van aan het handje mee. Je wordt er soms ‘geleefd’ omdat zij je uitnodigen, zij voor jou bepalen.
Hier kost het wat meer tijd om de mensen te leren kennen. Ook omdat we zelf moesten wennen. Mensen vragen geld, zijn ze te vertrouwen? We ervaren een taalbarrière. Nu, na 4 weken zien we lieve mensen. Vriendelijk. Oprecht geïnteresseerd, maar ze laten het niet altijd meteen blijken. Maar als een Engelssprekende puber komt vertalen blijkt hoe vriendelijk de mensen zijn Op de foto willen ze niet graag.
We moeten erdoorheen prikken. Het vergt ook iets van ons. Je moet wat meer doen om binnen te dringen in de cultuur.
Het manoeuvreren in een land is als een spel. Soms intuïtief en soms moet je de gebruiksaanwijzing erbij pakken. Wennen in Rwanda was zwaar: er was geen reisleider, geen passende handschoen, geen intuïtie die ons hielp. In sommige dorpen was vanalles te koop, soms was er niks. Het was heel onvoorspelbaar. Alles in het spel moesten we ontdekken. De markt die een paar straten van de hoofdstraat afligt maar zonder hulp onvindbaar. Onze zoektocht naar hoe we kunnen reageren op kinderen die geld vragen en volwassenen die zeggen dat ze op je fiets hebben gepast en daar een bedrag voor willen. Kun je het maken om niks te geven en hoe reageren ze dan? En hoeveel geef je dan? Hoe reageer je passend? Lachen ze je uit? Oorzaak en gevolg zijn niet goed in te schatten: de spelregels zijn ons onbekend. Na 4 weken beginnen we te wennen, erdoorheen te prikken en de regels te leren kennen. De eerste weken waren heel intens. Fysiek was het geen uitdaging, maar basic kamperen en alles in eigen hand hebben voelt heel anders dan de manier waarop we nu reizen.
Schoon land
Eén keer per maand is de grote schoonmaak in Rwanda, de Umuganda, waarover later meer. Maar we zien dagelijks dat de straten en de berm hier schoongehouden worden. Blaadjes worden opgeveegd en meegenomen. Het gras in de berm wordt weggesneden om thuis de dieren te voeden. Ook het onkruid tussen het asfalt in de berm wordt meegepakt. Rwanda is een plastic free country en dat merk je. Er zijn geen plastic zakken in omloop en dat voorkomt ook een heleboel afval. Als je boodschappen doet krijg je een bruine papieren zak. Er ligt geen plastic flesje in de berm. Als wij wat gedronken hebben willen alle kinderen ons flesje hebben. Ze maken er speelgoed van of versieren hun T-shirt met bierdopjes. Het lijkt alsof er niets wordt weggegooid en alles wordt gerecycled. Stukken van kapotte slippers worden gebruikt om minder kapotte te repareren. Van afval wordt ook speelgoed gemaakt. We zien kinderen met zelfgemaakte voetballen, vliegers en natuurlijk de buitenband die met een stuk en een stuk jerrycan wordt voortgeduwd.
Volgende dag fietsen we van Nyanza naar Muhanga. Het is rustig op straat, veel politie, winkels en restaurants zijn gesloten, kilometers lang. Bleek dat de president een bezoek bracht aan het gebied van waaruit wij vertrokken. Uiteindelijk werden we door de politie gemaand om te stoppen en langs de kant van de weg te wachten tot de colonne met geblindeerde auto’s voorbij was. ’s Middags ging alles weer open. President Kagame belooft dat hij zal waarmaken wat hij heeft beloofd, ook schoon water en elektriciteit voor iedereen.
's Middags lopen we door Muhanga, een heel levendig stadje.
Dag erna planden we om naar Musanze te fietsen. Hele rustige weg. We wisten dat het een lange dag zou worden, maar er waren heel veel klimmetjes. Totaal stegen we 2100m. Na 105km konden we echt niet meer en was het al 17.15 uur (om 18u is het donker). Het laatste uur was echt zwaar. Al die vragen van onze ‘volgers’ ('how are you, give me money, give me your bag, give me your sweater, give me your bottle, give me your bicycle..') en het zwaaien naar de mensen. We konden het niet meer opbrengen. Google gaf geen overnachtingsmogelijkheid in Mukamira. De GPS wel. En zo belanden we net voor het donker in een uitgestorven motel (La Corniche). ‘s Middags hadden we al warm gegeten. We kookten gauw water op onze brander voor een bouillon en aten een salade en broodje.
Een mzungu is/fietst nooit alleen
Er zijn veel fietsen op de weg. Er zijn fietsen die personen vervoeren (taxi velo) en waar vaak plaats is voor 2 passagiers. Deze mannen dragen meestal een hesje waar op staat in welke stad ze taxi velo zijn. Dan zijn er de transporters (transport van goederen). Kilo’s aan bagage wordt op de fiets vervoerd. De meeste fietsen zijn van het merk Eastman, made in India, en hebben één versnelling. Als een speer gaan ze bergaf (zeker 50 km per uur). In een dorpje zagen we een man naar beneden komen fietsen met heel veel bananen. Hij viel en sprong gelukkig snel weg. K. dacht hem even te helpen door zijn fiets mee recht te zetten. Uiteindelijk met zes man sterk de fiets weer rechtop gekregen. Jeetje wat een kilo’s hangen er aan zo’n fiets.
Bij 6% stijging stappen ze meestal af. Wij blijven dan nog overeind maar zijn even snel als zij. Onderweg maken ze een praatje met ons. Om Engels te oefenen bijvoorbeeld. Een keer fietste iemand 20 km met ons mee en leerde ons een aantal woorden in het Kinyarwanda, de Rwandese taal. Verder komen de gekste onderwerpen voorbij. Of ze vragen een gunst: of we ze een bidon cadeau kunnen doen, of we ze kunnen supporten of we ze iets te eten kunnen geven. Sommige fietsers hebben muziek aan (een radio of vanuit hun mobiel). Dan is het wel gezellig om samen te fietsen en stimuleert het ons om samen de berg op te gaan. Soms wordt er om ons heen een wedstrijdje gedaan. Wie kan het hardst de berg op en wie kan de mzungu bijhouden?
Naast dat we contact hebben met de lokale fietsers, hebben we ook contact met de mensen die op de weg lopen of aan de weg wonen. Onderweg zwaaien de vrouwen naar ons. Ze dragen zware rieten manden, plastic teilen met aardappels of andere groenten, zakken met spullen of takken/boomstammen op het hoofd, maar hebben nog wel 2 handen vrij. In één hand vaak een Nokia telefoon en met de andere zwaaien ze, gaat de duim omhoog of roepen ze 'bravo'.
De meeste mensen reageren enthousiast als ze ons zien. Hele kleine kinderen schrikken soms en zetten het op huilen als we in de buurt komen. Kinderen van 4 tot 15 jaar vragen vaak om geld en spreken een paar woorden Engels. Ze rennen soms kilometers achter ons aan. De kinderen die met ons meelopen dragen vaak kapotte slippers, soms 2 verschillende. Soms is de zool zo afgesleten dat ze met hun tenen of hakken het asfalt raken.
'Good morning' roepen ze. Of zeggen ze ‘good money’? How are you? What’s your name? Give me money. We proberen het gesprek luchtig te houden. Op de vraag ‘give me money’ bedenken we verschillende antwoorden. ‘You give me banana’ of ‘I give you my smile’. Soms roepen we zelf 'amazungu' en dan roepen zij het in koor na. Dan wordt het een liedje.
's Middags lopen we door Muhanga, een heel levendig stadje.
Dag erna planden we om naar Musanze te fietsen. Hele rustige weg. We wisten dat het een lange dag zou worden, maar er waren heel veel klimmetjes. Totaal stegen we 2100m. Na 105km konden we echt niet meer en was het al 17.15 uur (om 18u is het donker). Het laatste uur was echt zwaar. Al die vragen van onze ‘volgers’ ('how are you, give me money, give me your bag, give me your sweater, give me your bottle, give me your bicycle..') en het zwaaien naar de mensen. We konden het niet meer opbrengen. Google gaf geen overnachtingsmogelijkheid in Mukamira. De GPS wel. En zo belanden we net voor het donker in een uitgestorven motel (La Corniche). ‘s Middags hadden we al warm gegeten. We kookten gauw water op onze brander voor een bouillon en aten een salade en broodje.
Een mzungu is/fietst nooit alleen
Er zijn veel fietsen op de weg. Er zijn fietsen die personen vervoeren (taxi velo) en waar vaak plaats is voor 2 passagiers. Deze mannen dragen meestal een hesje waar op staat in welke stad ze taxi velo zijn. Dan zijn er de transporters (transport van goederen). Kilo’s aan bagage wordt op de fiets vervoerd. De meeste fietsen zijn van het merk Eastman, made in India, en hebben één versnelling. Als een speer gaan ze bergaf (zeker 50 km per uur). In een dorpje zagen we een man naar beneden komen fietsen met heel veel bananen. Hij viel en sprong gelukkig snel weg. K. dacht hem even te helpen door zijn fiets mee recht te zetten. Uiteindelijk met zes man sterk de fiets weer rechtop gekregen. Jeetje wat een kilo’s hangen er aan zo’n fiets.
Bij 6% stijging stappen ze meestal af. Wij blijven dan nog overeind maar zijn even snel als zij. Onderweg maken ze een praatje met ons. Om Engels te oefenen bijvoorbeeld. Een keer fietste iemand 20 km met ons mee en leerde ons een aantal woorden in het Kinyarwanda, de Rwandese taal. Verder komen de gekste onderwerpen voorbij. Of ze vragen een gunst: of we ze een bidon cadeau kunnen doen, of we ze kunnen supporten of we ze iets te eten kunnen geven. Sommige fietsers hebben muziek aan (een radio of vanuit hun mobiel). Dan is het wel gezellig om samen te fietsen en stimuleert het ons om samen de berg op te gaan. Soms wordt er om ons heen een wedstrijdje gedaan. Wie kan het hardst de berg op en wie kan de mzungu bijhouden?
Naast dat we contact hebben met de lokale fietsers, hebben we ook contact met de mensen die op de weg lopen of aan de weg wonen. Onderweg zwaaien de vrouwen naar ons. Ze dragen zware rieten manden, plastic teilen met aardappels of andere groenten, zakken met spullen of takken/boomstammen op het hoofd, maar hebben nog wel 2 handen vrij. In één hand vaak een Nokia telefoon en met de andere zwaaien ze, gaat de duim omhoog of roepen ze 'bravo'.
De meeste mensen reageren enthousiast als ze ons zien. Hele kleine kinderen schrikken soms en zetten het op huilen als we in de buurt komen. Kinderen van 4 tot 15 jaar vragen vaak om geld en spreken een paar woorden Engels. Ze rennen soms kilometers achter ons aan. De kinderen die met ons meelopen dragen vaak kapotte slippers, soms 2 verschillende. Soms is de zool zo afgesleten dat ze met hun tenen of hakken het asfalt raken.
'Good morning' roepen ze. Of zeggen ze ‘good money’? How are you? What’s your name? Give me money. We proberen het gesprek luchtig te houden. Op de vraag ‘give me money’ bedenken we verschillende antwoorden. ‘You give me banana’ of ‘I give you my smile’. Soms roepen we zelf 'amazungu' en dan roepen zij het in koor na. Dan wordt het een liedje.
Met een grote boog terug naar Kigali
De dag erna fietsen we naar Musanze om boodschappen te doen, want gisteren hebben we alles opgemaakt. Eenmaal aangekomen in Musanze is alles dicht, alleen apotheken zijn open. We hadden het ons niet gerealiseerd, maar het is de laatste zaterdag van de maand en dat is de zaterdag van de umuganda. Umuganda is ‘community day’ ofwel ‘working together'. In het hele land is van 8 tot 11 uur verkeer verboden; iedereen in het hele land moet zich op deze dag inzetten om iets positiefs te doen voor de community. Dat kan van alles zijn. Van het schoonmaken van staten tot het repareren van wegen, het planten van bomen, het opruimen van het land etc. Bij navraag blijken de winkels en restaurants tot in ieder geval tot 11u gesloten. Er blijken fikse boetes te staan op het niet nakomen.
We twijfelen. Gaan we weg tussen de twin lakes al in? Is daar iets te verkrijgen? We besluiten verder te fietsen. Aangekomen in het stadje waar we moeten afslaan naar de twin lakes is het nog geen 11u en is dus alles nog dicht. We spraken een paar mensen aan die ons eventueel konden helpen. Iemand wilde wel stiekem zijn winkel voor ons open doen. Nadat we wat inkopen hadden gedaan, vervolgen we de onverharde weg. Het begin is prachtig. Een rode weg langs dorpjes tussen de bananenbomen. De kleuren zijn prachtig.
Tijdens een lunch hebben we natuurlijk weer veel bekijks. K. dolt wat en probeert een zak op haar hoofd te dragen. Jeetje wat zwaar.
Onderweg dollen we ook nog met wat kinderen die geld vragen. Normaal rennen ze weg als de camera tevoorschijn komt, maar deze kinderen vinden het wel leuk.
Na 80 pittige kilometers komen we aan in Kirambo. De GPS heeft ons gisteren en vandaag om de tuin geleid. De OpenStreetMap (osm) van Rwanda is heel slecht. Deze omweg hadden we niet gepland vanuit huis, maar terplekke uitgestippeld omdat we nog wat dagen over hebben.
We zijn voor de tweede keer in het basic hotel in Kirambo. Helaas viel het wat tegen. Het heet ‘paradise medal’, maar het is een basic plek met slechte bedden en geen stromend water. De vorige keer hadden we heerlijk gegeten. Deze keer weer hetzelfde besteld maar we kregen alleen friet. Het bleek een communicatieverschil en op groenten zouden we nog een uur moeten wachten. Na de maaltijd van friet kruipen we vroeg ons bed in.
De dag erna fietsen we naar Musanze om boodschappen te doen, want gisteren hebben we alles opgemaakt. Eenmaal aangekomen in Musanze is alles dicht, alleen apotheken zijn open. We hadden het ons niet gerealiseerd, maar het is de laatste zaterdag van de maand en dat is de zaterdag van de umuganda. Umuganda is ‘community day’ ofwel ‘working together'. In het hele land is van 8 tot 11 uur verkeer verboden; iedereen in het hele land moet zich op deze dag inzetten om iets positiefs te doen voor de community. Dat kan van alles zijn. Van het schoonmaken van staten tot het repareren van wegen, het planten van bomen, het opruimen van het land etc. Bij navraag blijken de winkels en restaurants tot in ieder geval tot 11u gesloten. Er blijken fikse boetes te staan op het niet nakomen.
We twijfelen. Gaan we weg tussen de twin lakes al in? Is daar iets te verkrijgen? We besluiten verder te fietsen. Aangekomen in het stadje waar we moeten afslaan naar de twin lakes is het nog geen 11u en is dus alles nog dicht. We spraken een paar mensen aan die ons eventueel konden helpen. Iemand wilde wel stiekem zijn winkel voor ons open doen. Nadat we wat inkopen hadden gedaan, vervolgen we de onverharde weg. Het begin is prachtig. Een rode weg langs dorpjes tussen de bananenbomen. De kleuren zijn prachtig.
Tijdens een lunch hebben we natuurlijk weer veel bekijks. K. dolt wat en probeert een zak op haar hoofd te dragen. Jeetje wat zwaar.
Onderweg dollen we ook nog met wat kinderen die geld vragen. Normaal rennen ze weg als de camera tevoorschijn komt, maar deze kinderen vinden het wel leuk.
Na 80 pittige kilometers komen we aan in Kirambo. De GPS heeft ons gisteren en vandaag om de tuin geleid. De OpenStreetMap (osm) van Rwanda is heel slecht. Deze omweg hadden we niet gepland vanuit huis, maar terplekke uitgestippeld omdat we nog wat dagen over hebben.
We zijn voor de tweede keer in het basic hotel in Kirambo. Helaas viel het wat tegen. Het heet ‘paradise medal’, maar het is een basic plek met slechte bedden en geen stromend water. De vorige keer hadden we heerlijk gegeten. Deze keer weer hetzelfde besteld maar we kregen alleen friet. Het bleek een communicatieverschil en op groenten zouden we nog een uur moeten wachten. Na de maaltijd van friet kruipen we vroeg ons bed in.
We zien de hele reis al veel auto’s met logo’s van diverse NGO’s: SOS kinderdorpen, VSO en Amnesty. Ook zien we veel borden waar logo’s op staan de EU, USaid of hulp van België.
Deze ochtend toen we vertrokken kwamen er zeker 20 auto’s van Partners for Health ons tegemoet, vergezeld van veel politie. Weer werden we gevraagd aan de rand van de weg te blijven staan. Bleek dat de vrouw van de president in deze regio op bezoek kwam.
Het is toch nog een flinke klim naar Kigali. Onderweg belanden we in noodweer, maar gelukkig konden we schuilen in een restaurantje. Eenmaal in Kigali was het heel druk in de stad: de vrouw van de president kwam weer terug van haar bezoek in de bergen. Ook was er een weg afgesloten en was het druk met auto’s en vieze uitlaatgassen. Bezweet, vies van het rode zand en de regen komen we aan bij ons appartement in Kigali. We genieten van de warme douche. Deze reis hebben we maar zelden stromend en warm water gehad. In primitieve hotels is vaak wel een badkamer met westers toilet maar er is geen stromend water. Als er wel stromend water is, is er vaak geen warm water, of een kapotte boiler. In de badkamer staan altijd een aantal jerrycans met water om de wc door te spoelen. Als we ons willen wassen werd er op verzoek een emmer of kleine jerrycan met warm water gebracht.
We beseffen hoe basic deze vakantie was. Ook hebben we op heel veel slechte bedden geslapen met ingezakte matrassen.
De laatste dagen in Kigali kwam de vermoeidheid eruit. We hadden geen fut meer om de stad in te fietsen of iets te bezoeken. We hadden een fijn appartement en bestelden eten bij de receptie om in ons appartement op te eten. Onze tijd besteden we wel nuttig. We maakten de fietstassen en de tent schoon. Uiteraard moet ook de fiets weer in de doos, nadat hij grondig werd schoongemaakt. Straks thuis is alles zo weer opgeruimd. En we relaxten om ons weer op te maken voor een nieuw schooljaar.
Met de taxi vertrekken we naar het vliegveld. Het is altijd spannend of de fietsdoos nog een keer open moet bij de security. We nemen dan ook altijd nog tape en een mesje mee naar het vliegveld. Op internet lazen we dat Kigali sinds 2018 een ultramoderne scanner heeft. Aangekomen bij de scanner (bij de entree van het vliegveld) moest alle bagage eruit en werden er honden ingezet voor de scan. Na de check moest alle bagage weer in de taxi en na een paar honderd meter werden we bij de vertrekhal afgezet. Die ultramoderne scanner was vast alweer kapot. Wat een rust op het vliegveld. Binnen een mum van tijd waren we ingecheckt, de fietsdozen hoefden niet meer open en het vliegtuig vertrok op tijd. Eenmaal op Schiphol verliep ook alles prima. De bagage arriveerde snel en compleet.
Deze eerste fiets Afrika ervaring nemen ze ons niet meer af! We zullen het missen dat niemand meer 'a-ma-zungu' naar ons roept wanneer we weer thuis zijn😉
Deze ochtend toen we vertrokken kwamen er zeker 20 auto’s van Partners for Health ons tegemoet, vergezeld van veel politie. Weer werden we gevraagd aan de rand van de weg te blijven staan. Bleek dat de vrouw van de president in deze regio op bezoek kwam.
Het is toch nog een flinke klim naar Kigali. Onderweg belanden we in noodweer, maar gelukkig konden we schuilen in een restaurantje. Eenmaal in Kigali was het heel druk in de stad: de vrouw van de president kwam weer terug van haar bezoek in de bergen. Ook was er een weg afgesloten en was het druk met auto’s en vieze uitlaatgassen. Bezweet, vies van het rode zand en de regen komen we aan bij ons appartement in Kigali. We genieten van de warme douche. Deze reis hebben we maar zelden stromend en warm water gehad. In primitieve hotels is vaak wel een badkamer met westers toilet maar er is geen stromend water. Als er wel stromend water is, is er vaak geen warm water, of een kapotte boiler. In de badkamer staan altijd een aantal jerrycans met water om de wc door te spoelen. Als we ons willen wassen werd er op verzoek een emmer of kleine jerrycan met warm water gebracht.
We beseffen hoe basic deze vakantie was. Ook hebben we op heel veel slechte bedden geslapen met ingezakte matrassen.
De laatste dagen in Kigali kwam de vermoeidheid eruit. We hadden geen fut meer om de stad in te fietsen of iets te bezoeken. We hadden een fijn appartement en bestelden eten bij de receptie om in ons appartement op te eten. Onze tijd besteden we wel nuttig. We maakten de fietstassen en de tent schoon. Uiteraard moet ook de fiets weer in de doos, nadat hij grondig werd schoongemaakt. Straks thuis is alles zo weer opgeruimd. En we relaxten om ons weer op te maken voor een nieuw schooljaar.
Met de taxi vertrekken we naar het vliegveld. Het is altijd spannend of de fietsdoos nog een keer open moet bij de security. We nemen dan ook altijd nog tape en een mesje mee naar het vliegveld. Op internet lazen we dat Kigali sinds 2018 een ultramoderne scanner heeft. Aangekomen bij de scanner (bij de entree van het vliegveld) moest alle bagage eruit en werden er honden ingezet voor de scan. Na de check moest alle bagage weer in de taxi en na een paar honderd meter werden we bij de vertrekhal afgezet. Die ultramoderne scanner was vast alweer kapot. Wat een rust op het vliegveld. Binnen een mum van tijd waren we ingecheckt, de fietsdozen hoefden niet meer open en het vliegtuig vertrok op tijd. Eenmaal op Schiphol verliep ook alles prima. De bagage arriveerde snel en compleet.
Deze eerste fiets Afrika ervaring nemen ze ons niet meer af! We zullen het missen dat niemand meer 'a-ma-zungu' naar ons roept wanneer we weer thuis zijn😉
Tot slot nog wat informatie voor andere fietsers:
Honden
Honden zijn er haast niet. Ons is verteld dat honden tijdens de genocide werden ingezet om mensen te zoeken. Er zijn nog veel mensen met trauma’s aan honden.
Water
Flessen water zijn over het algemeen goed verkrijgbaar. Een andere optie is om water te filteren. Daar waar lokale mensen met gele jerrycans in de weer zijn is vaak een waterpunt.
Kamperen
Wij hadden onze tent en kookspullen bij ons. We hebben een aantal keren gekampeerd op een campsite, soms was er in dat stadje ook een ander alternatief. Wildkamperen leek ons onmogelijk. Weinig vlakke stukken en teveel bekijks. Onze brander hebben we wel regelmatig gebruikt, bijvoorbeeld om ontbijt te maken wanneer we in een primitief hotelletje sliepen waar geen ontbijt werd geserveerd.
Honden
Honden zijn er haast niet. Ons is verteld dat honden tijdens de genocide werden ingezet om mensen te zoeken. Er zijn nog veel mensen met trauma’s aan honden.
Water
Flessen water zijn over het algemeen goed verkrijgbaar. Een andere optie is om water te filteren. Daar waar lokale mensen met gele jerrycans in de weer zijn is vaak een waterpunt.
Kamperen
Wij hadden onze tent en kookspullen bij ons. We hebben een aantal keren gekampeerd op een campsite, soms was er in dat stadje ook een ander alternatief. Wildkamperen leek ons onmogelijk. Weinig vlakke stukken en teveel bekijks. Onze brander hebben we wel regelmatig gebruikt, bijvoorbeeld om ontbijt te maken wanneer we in een primitief hotelletje sliepen waar geen ontbijt werd geserveerd.
24-7-2022 t/m 31-8-2022
Onze route:
(U) = Uganda
Kigali - Gashora – Sake – Kabarondo – Kabare - Akagera National Park - Kiramuruzi – Byumba - Kitumba (U) – Muko (U) – Kisoro (U) - Cyeru – Muhoza – Musanze – Nyamyumba - Kigeyo - Musasa – Bwishyura – Twumba – Gishyita - Kagano – Bushekeri – Kitabi – Gasaka - Nyungwe National Park - Huye - Nyanza - Nyamabuye – Mukamira – Cyeru – Kigali
Bekijk de route via wikiloc: Rwanda-Uganda
Wil je meer foto's zien van deze reis door Rwanda en Uganda? Kijk hier.
Onze route:
(U) = Uganda
Kigali - Gashora – Sake – Kabarondo – Kabare - Akagera National Park - Kiramuruzi – Byumba - Kitumba (U) – Muko (U) – Kisoro (U) - Cyeru – Muhoza – Musanze – Nyamyumba - Kigeyo - Musasa – Bwishyura – Twumba – Gishyita - Kagano – Bushekeri – Kitabi – Gasaka - Nyungwe National Park - Huye - Nyanza - Nyamabuye – Mukamira – Cyeru – Kigali
Bekijk de route via wikiloc: Rwanda-Uganda
Wil je meer foto's zien van deze reis door Rwanda en Uganda? Kijk hier.