Albanië. Zomervakantie 2023
Tirana
We zijn goed aangekomen in Tirana (vlucht met Wizz Air vanaf Eindhoven). We hadden een hotel geboekt op 3min loopafstand van de airport. Met het bagagekarretje van de luchthaven, met de fietsdozen en de bagage erop, liepen we zo naar het hotel. Dat scheelde weer een taxirit.
Van het hotel mogen we fietsen niet binnen in elkaar zetten, dus doen we dat maar op de stoep voor het hotel. De dozen laten we in de parkeergarage onder het hotel met een briefje erop dat ze niet weggegooid mogen worden. Op goed geluk!
‘S middags nog gezwommen in het zwembad van het hotel. We profiteren nog even van de zon, want voor de komende dagen wordt regen voorspeld.
De volgende dag zijn we gaan fietsen, richting het noorden. We ervaren meteen dat de wegen smal zijn, tweebaans zonder vluchtstrook, met regelmatig kuilen en drempels. En net op de positie waar wij fietsen, zit een grote sleuf.
En inderdaad: regen. We schuilen voor diverse flinke buien.
Alles is ingesteld op auto's en die rijden er dan ook veel. De Mercedes en BMW lijken het populairst. We passeren heel veel auto wasserettes en benzinepompen. In steden staan overal auto's (dubbel) geparkeerd. We ervaren meteen al een grote drukte: minutenlang wachten om de (snel)weg op te gaan en filerijden in de stad.
We zijn goed aangekomen in Tirana (vlucht met Wizz Air vanaf Eindhoven). We hadden een hotel geboekt op 3min loopafstand van de airport. Met het bagagekarretje van de luchthaven, met de fietsdozen en de bagage erop, liepen we zo naar het hotel. Dat scheelde weer een taxirit.
Van het hotel mogen we fietsen niet binnen in elkaar zetten, dus doen we dat maar op de stoep voor het hotel. De dozen laten we in de parkeergarage onder het hotel met een briefje erop dat ze niet weggegooid mogen worden. Op goed geluk!
‘S middags nog gezwommen in het zwembad van het hotel. We profiteren nog even van de zon, want voor de komende dagen wordt regen voorspeld.
De volgende dag zijn we gaan fietsen, richting het noorden. We ervaren meteen dat de wegen smal zijn, tweebaans zonder vluchtstrook, met regelmatig kuilen en drempels. En net op de positie waar wij fietsen, zit een grote sleuf.
En inderdaad: regen. We schuilen voor diverse flinke buien.
Alles is ingesteld op auto's en die rijden er dan ook veel. De Mercedes en BMW lijken het populairst. We passeren heel veel auto wasserettes en benzinepompen. In steden staan overal auto's (dubbel) geparkeerd. We ervaren meteen al een grote drukte: minutenlang wachten om de (snel)weg op te gaan en filerijden in de stad.
Krujë, Lezhë, Dejës, Temal, Margegaj, Golaj, Bicaj, Maqellarë, Struga, Pojan
We zaten te schuilen en keken op booking.com naar een hotel. Dat bleek er te zijn in Kruje. Het bleek een supertoeristisch stadje.
De volgende dag willen we onze route oppakken, maar de weg was heel slecht. We besluiten dezelfde weg terug te fietsen naar de grote weg van gisteren. Uiteindelijk zijn we uitgekomen in Lezhe. Het is file rijden in de stad, onder andere door een trouwstoet.
Onderweg zitten we weer in flinke regenbuien. We slapen in Hotel Jurgen in Lezhe. ’s Middags klaarde het op. Het kostte ons even moeite om een leuk restaurant te vinden. We zagen alleen restaurants langs de drukke weg en bij auto wasserettes. Uiteindelijk vonden we een bistro langs de rivier. De enige plek om te eten tussen heel veel barretjes. Het lijkt alsof er meer wordt gedronken hier dan gegeten.
De volgende dag pikken we weer de route op waar we er gisteren af gegaan waren. We schuilen in een oude schuur (waar dieren en kippen rondlopen) voor enorme buien. Het leek weer droog en we fietsen weer een stukje verder. Opnieuw buien. Dit keer staan we zeker 45min onder een afdak van een autowasserette, daar staan we een beetje droog. Toen het droog was zagen we 50m verderop een koffie tentje. Daar gedronken en gelunched. En toen klaarde het op.
We zaten te schuilen en keken op booking.com naar een hotel. Dat bleek er te zijn in Kruje. Het bleek een supertoeristisch stadje.
De volgende dag willen we onze route oppakken, maar de weg was heel slecht. We besluiten dezelfde weg terug te fietsen naar de grote weg van gisteren. Uiteindelijk zijn we uitgekomen in Lezhe. Het is file rijden in de stad, onder andere door een trouwstoet.
Onderweg zitten we weer in flinke regenbuien. We slapen in Hotel Jurgen in Lezhe. ’s Middags klaarde het op. Het kostte ons even moeite om een leuk restaurant te vinden. We zagen alleen restaurants langs de drukke weg en bij auto wasserettes. Uiteindelijk vonden we een bistro langs de rivier. De enige plek om te eten tussen heel veel barretjes. Het lijkt alsof er meer wordt gedronken hier dan gegeten.
De volgende dag pikken we weer de route op waar we er gisteren af gegaan waren. We schuilen in een oude schuur (waar dieren en kippen rondlopen) voor enorme buien. Het leek weer droog en we fietsen weer een stukje verder. Opnieuw buien. Dit keer staan we zeker 45min onder een afdak van een autowasserette, daar staan we een beetje droog. Toen het droog was zagen we 50m verderop een koffie tentje. Daar gedronken en gelunched. En toen klaarde het op.
Kilometers voor Shkodra staan we in de file. We kopen een fles water en vragen de verkoopster of het altijd zo is. Ja, zegt ze: immigrants (de auto's met Italiaanse- en Duitse kentekens), nationale- en internationale toeristen. In de zomer is het bomvol. We besluiten Shkodra te vermijden. Fietsen een stuk terug en pakken via een omweg onze route weer op.
We kamperen wild op een verlaten camping bij het meer. De volgende dag begint met een strakblauwe lucht en zon.
We fietsen 30km naar Koman, over een slechte weg met klimmen en dalen, maar heel goed te doen.
We nemen een hotel, doen de was, en gaan lekker in de zon zitten bij het meer in de achtertuin van het hotel.
De volgende dag nemen we de boot van Komani naar Fieze. Het is passen en meten op de Berisha; busjes, campers, motoren, auto's en heel veel toeristen. Het is een boottocht door een mooie natuur.
Na de aankomst is de weg weer geasfalteerd en zitten we eindelijk op een rustige weg naar het zuiden. We kamperen die avond langs de weg.
We kamperen wild op een verlaten camping bij het meer. De volgende dag begint met een strakblauwe lucht en zon.
We fietsen 30km naar Koman, over een slechte weg met klimmen en dalen, maar heel goed te doen.
We nemen een hotel, doen de was, en gaan lekker in de zon zitten bij het meer in de achtertuin van het hotel.
De volgende dag nemen we de boot van Komani naar Fieze. Het is passen en meten op de Berisha; busjes, campers, motoren, auto's en heel veel toeristen. Het is een boottocht door een mooie natuur.
Na de aankomst is de weg weer geasfalteerd en zitten we eindelijk op een rustige weg naar het zuiden. We kamperen die avond langs de weg.
Vandaag smeren we ons maar niet in met zonnecreme, want het is erg bewolkt en regelmatig valt er een bui. Vandaag staat een klim van 500m op het programma. Op de top begon het te regenen en er was geen plek om te schuilen. We dalen daarom af in de regen en drinken in een klein dorpje een kopje koffie. Hier treffen we een jongen van 8 jr die perfect Engels sprak. Naar eigen zeggen had hij dit geleerd via Youtube. Vanaf 15u is er weer volop zon. Rond 16u kruist onze weg met de SH23 (die we eerder hadden vermeden omdat deze door Kosovo gaat). Hopelijk blijft de weg rustig. We vinden weer een wild kampeerplek tussen de bramenstruiken. De vers geplukte bramen voegen we toe aan ons ontbijt.
We fietsen twee dagen rustig in de bergen. Het is klimmen en dalen en we maken behoorlijk wat hoogtemeters. Tussen de 1000 en 1400 per dag. We gaan van Kukes naar Peshlopi. We vinden weer een wildkampeerplekje.
Na Peshkopi aan de grote weg naar Tirana (slecht, smal en druk) vinden we een camping. In de tuin bij een familie. Er is ook een Belgische dame die reist in een bus. We krijgen een hartelijke ontvangst met zelfgestookte raki. 'S avonds eten we mee met de familie (waaronder een agent; wel in kostuum, maar buiten werktijd) en wordt er gezongen en gedanst.
De dag erna steken we de grens over naar Macedonië. Het eerste stuk is vreselijk. Heel druk; het is de weg naar Tirana. We begeven ons uren in de uitlaatgassen en tussen de auto's en vrachtwagens.
Hoe meer we bij de grens komen wordt de natuur mooier. We fietsen op een smalle weg tussen twee cliffen. Je kon door de begroeiing helaas het uitzicht niet zien en op de smalle weg was het verboden te stoppen.
Op internet lazen we dat de grenscontroles in 2021 zijn afgeschaft, maar toch werd er serieus gecontroleerd. Om niet te hoeven wachten tussen de auto's en in de uitlaatgassen, fietsen we de file voorbij en kruipen we voor in de rij. Na de grens kwamen we bij het meer van Ohrid. We kozen ervoor om af te zakken naar het zuiden via de westkant. Na het passeren van zeer toeristische plaatsen, vinden we een relatief rustige camping (Lira) tussen het massatoerisme. We zien veel campers en busjes. Sommige hebben nog scooters of motoren bij zich op een aanhangwaren. We voelen ons klein en bescheiden met ons kleine tentje en de fietsen.
De dag erna gaan we gauw weer de grens over, terug naar Albanië. Er is weer een controle. Eén post. Het lijkt erop alsof de douane van Macedonië en Albanië in één hokje zitten. Het voelt vreemd.
We gaan naar het dorpje Lin, gelegen op een schiereiland. Lin is een heel klein dorpje (met teveel auto's en slechts een paar te smalle eenrichtingsstraten, dus continue een opstopping) met authentieke huisjes. Vanaf hier zou er een fietspad zijn naar Pogradec. We kijken ernaar uit. Het fietsen op de drukke wegen bevalt ons niet en het voelt regelmatig onveilig. We vinden het begin van het fietspad en volgen het. Het loopt rakelings langs de weg, afgescheiden door een vangrail. Het fietspad is regelmatig versperd, bijvoorbeeld met verkopers met uien of met geparkeerde auto's. Soms staan er bankjes, maar helaas zijn ze niet onderhouden en omringd door prikkelstruiken. Het is vergane glorie. In Pogradec lunchen we in het park. We vinden in de avond een kampeerplek in het stro. Twee kuddes schapen passeerden ons nog, maar verder was het een rustige nacht.
De dag erna fietsen we door Korse.
We fietsen twee dagen rustig in de bergen. Het is klimmen en dalen en we maken behoorlijk wat hoogtemeters. Tussen de 1000 en 1400 per dag. We gaan van Kukes naar Peshlopi. We vinden weer een wildkampeerplekje.
Na Peshkopi aan de grote weg naar Tirana (slecht, smal en druk) vinden we een camping. In de tuin bij een familie. Er is ook een Belgische dame die reist in een bus. We krijgen een hartelijke ontvangst met zelfgestookte raki. 'S avonds eten we mee met de familie (waaronder een agent; wel in kostuum, maar buiten werktijd) en wordt er gezongen en gedanst.
De dag erna steken we de grens over naar Macedonië. Het eerste stuk is vreselijk. Heel druk; het is de weg naar Tirana. We begeven ons uren in de uitlaatgassen en tussen de auto's en vrachtwagens.
Hoe meer we bij de grens komen wordt de natuur mooier. We fietsen op een smalle weg tussen twee cliffen. Je kon door de begroeiing helaas het uitzicht niet zien en op de smalle weg was het verboden te stoppen.
Op internet lazen we dat de grenscontroles in 2021 zijn afgeschaft, maar toch werd er serieus gecontroleerd. Om niet te hoeven wachten tussen de auto's en in de uitlaatgassen, fietsen we de file voorbij en kruipen we voor in de rij. Na de grens kwamen we bij het meer van Ohrid. We kozen ervoor om af te zakken naar het zuiden via de westkant. Na het passeren van zeer toeristische plaatsen, vinden we een relatief rustige camping (Lira) tussen het massatoerisme. We zien veel campers en busjes. Sommige hebben nog scooters of motoren bij zich op een aanhangwaren. We voelen ons klein en bescheiden met ons kleine tentje en de fietsen.
De dag erna gaan we gauw weer de grens over, terug naar Albanië. Er is weer een controle. Eén post. Het lijkt erop alsof de douane van Macedonië en Albanië in één hokje zitten. Het voelt vreemd.
We gaan naar het dorpje Lin, gelegen op een schiereiland. Lin is een heel klein dorpje (met teveel auto's en slechts een paar te smalle eenrichtingsstraten, dus continue een opstopping) met authentieke huisjes. Vanaf hier zou er een fietspad zijn naar Pogradec. We kijken ernaar uit. Het fietsen op de drukke wegen bevalt ons niet en het voelt regelmatig onveilig. We vinden het begin van het fietspad en volgen het. Het loopt rakelings langs de weg, afgescheiden door een vangrail. Het fietspad is regelmatig versperd, bijvoorbeeld met verkopers met uien of met geparkeerde auto's. Soms staan er bankjes, maar helaas zijn ze niet onderhouden en omringd door prikkelstruiken. Het is vergane glorie. In Pogradec lunchen we in het park. We vinden in de avond een kampeerplek in het stro. Twee kuddes schapen passeerden ons nog, maar verder was het een rustige nacht.
De dag erna fietsen we door Korse.
Qendër Erseke, Carcove, Qendër, Buz, Berat, Bradashesh
We zoeken weer een rustige weg en pakken de SH75 op. We lezen op internet dat dit een van de gevaarlijkste wegen is van Albanie. Het eerste stuk is perfect asfalt. Het bleek de nieuwe weg te zijn die nog niet op google stond. We moesten flink klimmen en omdat het zo warm was ook heel erg zweten. Langs de mooie geasfalteerde weg stoppen we even bij de vangrail om te kijken waar de oude SH75 begon. Binnen één minuut was de zon weg en begon het keihard te regenen. Beetje geschuild onder de bomen aan de rand van de weg. Toen het weer droog was, moesten we een stukje terug fietsen (het water stroomde nog over het gloednieuwe asfalt naar beneden) om de oude weg op te pakken. Inderdaad een slechte weg, maar met de fiets goed te doen. Bij een restaurant weer moeten schuilen en een hotelletje geboekt in Erseke. Lekker gegeten.
De volgende dag zitten we om 7.30u al op de fiets om de SH75 te vervolgen. Het is niet druk, een mooie natuur, bossen, weilanden en bergen. De weg gaat op en neer, maar het is niet heel stil. We drinken koffie het gezellige dorpje Leskovik. We besluiten een 'extra loop' te maken door de SH65 op te pakken. We dalen flink af tot de meest zuidelijke punt van onze route. De weg is heel rustig, haast verlaten. We zien geen enkele auto. Deze weg loopt langs de grens met Griekenland en volgt de rivier de Aoos. We pakken daarna de SH80 op naar het Noorden en vervolgens weer de SH75. Het is die dag moeilijk om een kampeerplek te vinden en bijna nergens is water om te tappen.
We vinden uiteindelijk een plekje helemaal achteraan op een veldje.
We staan vroeg op en fietsen de SH75 af. Het is mooi en rustig en we passeren Permet. We komen aan in Tepelene.
Hier kruist de weg met de hoofdweg SH4. Deze is erg druk en smal (geen vluchtstrook). Er is geen kampeerplek te vinden. We besluiten een stuk van de weg af te gaan richting het meer (daar zien we een camper staan). De natuur is prachtig, maar het is een grote vuilnisbelt. Na een minuut of 20 besluiten we terug te gaan. Hier is geen mooi plekje te vinden. We zien aan de weg een verlaten restaurant waar we ons tentje op zetten.
We zoeken weer een rustige weg en pakken de SH75 op. We lezen op internet dat dit een van de gevaarlijkste wegen is van Albanie. Het eerste stuk is perfect asfalt. Het bleek de nieuwe weg te zijn die nog niet op google stond. We moesten flink klimmen en omdat het zo warm was ook heel erg zweten. Langs de mooie geasfalteerde weg stoppen we even bij de vangrail om te kijken waar de oude SH75 begon. Binnen één minuut was de zon weg en begon het keihard te regenen. Beetje geschuild onder de bomen aan de rand van de weg. Toen het weer droog was, moesten we een stukje terug fietsen (het water stroomde nog over het gloednieuwe asfalt naar beneden) om de oude weg op te pakken. Inderdaad een slechte weg, maar met de fiets goed te doen. Bij een restaurant weer moeten schuilen en een hotelletje geboekt in Erseke. Lekker gegeten.
De volgende dag zitten we om 7.30u al op de fiets om de SH75 te vervolgen. Het is niet druk, een mooie natuur, bossen, weilanden en bergen. De weg gaat op en neer, maar het is niet heel stil. We drinken koffie het gezellige dorpje Leskovik. We besluiten een 'extra loop' te maken door de SH65 op te pakken. We dalen flink af tot de meest zuidelijke punt van onze route. De weg is heel rustig, haast verlaten. We zien geen enkele auto. Deze weg loopt langs de grens met Griekenland en volgt de rivier de Aoos. We pakken daarna de SH80 op naar het Noorden en vervolgens weer de SH75. Het is die dag moeilijk om een kampeerplek te vinden en bijna nergens is water om te tappen.
We vinden uiteindelijk een plekje helemaal achteraan op een veldje.
We staan vroeg op en fietsen de SH75 af. Het is mooi en rustig en we passeren Permet. We komen aan in Tepelene.
Hier kruist de weg met de hoofdweg SH4. Deze is erg druk en smal (geen vluchtstrook). Er is geen kampeerplek te vinden. We besluiten een stuk van de weg af te gaan richting het meer (daar zien we een camper staan). De natuur is prachtig, maar het is een grote vuilnisbelt. Na een minuut of 20 besluiten we terug te gaan. Hier is geen mooi plekje te vinden. We zien aan de weg een verlaten restaurant waar we ons tentje op zetten.
We veranderen ons plan. We hebben op de kaart nog een 'gevaarlijkste weg' ontdekt, de SH74. Het is veel stijgen op een slechte weg, maar we genieten van de rust. De weg is slecht, maar wel te doen. In Buz stoppen we om te lunchen en een aantal kilometer na Buz vinden we eeen kampeerplek. Een leuke plek in een rustige omgeving. Als we 's ochtends wakker worden zien we een stukje verderop nog een Duitse camper staan. Er zijn in Albanie trouwens heel veel campers en bussen, vooral van Duitsers. Om half 9 zitten we al op de fiets. We maken ons op voor het slechtste gedeelte. Het is een hele slechte weg, 40km lang. Pittige klimmetjes en daarna een hele lange afdaling. We zijn uiteindelijk zeven uur onderweg geweest, waarvan we er vier hebben gefietst Steeds moesten we stoppen om onze armen rust te geven. Afdalen op deze slecht weg vraagt behoorlijke concentratie en kracht in de armen. Het laatste stuk van de afdaling was asfalt en we komen aan in Berat, een grote stad weer. We zaten helemaal onder het stof dus de douche in het hotel was zeer welkom. We hebben een rustdag en doen dus ook maar rustig aan. Het is ook nog heel erg heet. We lopen naar het kasteel en zitten lang op het terras.
Na het ontbijt fietsen we richting het noorden. Zo bergachtig als het zuiden van Berat was, zo vlak was het noorden. We fietsen flink door en komen aan op een camping in Elbasan. Het is een zeer drukke stad en de camping ligt op een druk kruispunt. De volgende ochtend maken we de tent schoon en pakken we hem goed in. Ook maken we fietsen schoon. We zullen niet meer gaan kamperen, want we gaan naar Tirana.
Na het ontbijt fietsen we richting het noorden. Zo bergachtig als het zuiden van Berat was, zo vlak was het noorden. We fietsen flink door en komen aan op een camping in Elbasan. Het is een zeer drukke stad en de camping ligt op een druk kruispunt. De volgende ochtend maken we de tent schoon en pakken we hem goed in. Ook maken we fietsen schoon. We zullen niet meer gaan kamperen, want we gaan naar Tirana.
Tirana
De web naar Tirana viel mee. We hadden een hoop drukte verwacht, maar we namen 'de oude weg', de SH3. Regelmatig zagen we de A3, de nieuwe weg, liggen. Deze is vierbaans. Onze oude weg bevat een klim van 700m waarna we afdalen. De weg was rustig en daar genoten we van. Het was vandaag ook erg heet.
En dan fiets je opeens Tirana binnen en zitten we weer in de hectiek. Het is druk. Er zijn fietspaden, maar het is allemaal niet echt efficiënt georganiseerd. Er is veel verkeer, naast auto's ook electrische fietsen, fietsen en steppen. Alles passeert elkaar aan alle kanten.
We slapen twee nachten in een hotel in het centrum, slenteren nog wat door Tirana en doen nog een stadswandeling.
Dan fietsen we naar ons hotel bij de luchthaven; de dozen staan er nog en we pakken de fietsen in.
De terugvlucht verliep goed. Het inchecken ging efficient en de scanner in Tirana was groot genoeg. Geen gedoe dus.
Deze reis was helaas 'maar' 3 weken, dus op 25 augustus vlogen we alweer naar huis.
De web naar Tirana viel mee. We hadden een hoop drukte verwacht, maar we namen 'de oude weg', de SH3. Regelmatig zagen we de A3, de nieuwe weg, liggen. Deze is vierbaans. Onze oude weg bevat een klim van 700m waarna we afdalen. De weg was rustig en daar genoten we van. Het was vandaag ook erg heet.
En dan fiets je opeens Tirana binnen en zitten we weer in de hectiek. Het is druk. Er zijn fietspaden, maar het is allemaal niet echt efficiënt georganiseerd. Er is veel verkeer, naast auto's ook electrische fietsen, fietsen en steppen. Alles passeert elkaar aan alle kanten.
We slapen twee nachten in een hotel in het centrum, slenteren nog wat door Tirana en doen nog een stadswandeling.
Dan fietsen we naar ons hotel bij de luchthaven; de dozen staan er nog en we pakken de fietsen in.
De terugvlucht verliep goed. Het inchecken ging efficient en de scanner in Tirana was groot genoeg. Geen gedoe dus.
Deze reis was helaas 'maar' 3 weken, dus op 25 augustus vlogen we alweer naar huis.