Van 25-7-2014 t/m 11-8-2015 maakten wij een lange reis, waaronder door dit land.
Hier vind je de gehele route van dit jaar fietsen.
Hier vind je de gehele route van dit jaar fietsen.
Singapore
19-10-2014
Goodbye Centraal Azië, Hello Zuidoost Azië
Wekker om 4.30AM, taxi om 5.00AM….
De rit naar het vliegveld verliep voorspoedig. De hoteleigenaresse had goed begrepen dat wij een grote taxi nodig zouden hebben, dus stipt op tijd stond er een groot 7-personen taxibusje klaar om ons, onze bagage (2 grote ‘flight-bags’ waarin we onze fietstassen hadden gestopt) en de 2 fietsen (ingepakt dus) naar het vliegveld te brengen. Om half 6 stonden we al op de stoep van het vliegveld. Onze vlucht zou vertrekken om 8.55. Ruim op tijd dus.
Op het moment dat de taxi voor de ingang stil stond kwamen er meteen twee jongemannen in leren jasjes naar ons toe. Zonder iets te vragen begonnen ze de taxichauffeur te helpen met het uitpakken van onze fietsen en bagage. Een paar keer maakte H. een opmerking dat we het echt wel alleen aan konden maar ze bleven ‘behulpzaam’. Het vervelende was dat deze mannen (er liepen er meer rond op de airport) het monopolie hadden op de spaarzame bagagetrollies. Het enige wat wij deden is de twee trollies en de jongemannen goed in de gaten houden en ze te manen tot voorzichtig te zijn met onze spullen.
De vertrekhal in Bishkek is ruim opgezet. Bij binnenkomst echter moeten meteen (lees: als de deur nog niet achter je dicht gevallen is) alle spullen door een scanner. Een agent stond naast de scanner om met een handscanner iedereen te controleren. De bagage kon op de band door de scanner maar de fietsen pasten er niet door. Voordat H. ook maar stop kon zeggen hadden ‘onze bagagemannen’ de fietsen al op de band gezet en probeerden op allerlei manieren de fietsen te manoeuvreren zodat ze toch door de scanner konden, maar het lukte niet. De agent keek het allemaal aan en in zijn Engelse woordenschat reikte niet verder dan ‘open’. Het had ons uren gekost om de fietsen zorgvuldig in te pakken en nu stonden we tegenover een agent die van geen wijken wist. Met een ijzeren sovjetmentaliteit bleef hij maar herhalen dat de twee fietsdozen geopend moesten worden. We lieten hem de foto’s zien van de fietsen toen we ze aan het inpakken waren maar het enige wat er uit zijn mond kwam was: ‘open’. Van deze agent was geen enkele medewerking te verwachten en na twintig minuten beseften wij dat de dozen open moesten. Maar openen is handiger gezegd dan gedaan. Bij een airportwinkeltje leenden we een schaar en voorzichtig knipten we enkel stukken tape en huishoudfolie open. De agent keek maar zei dat het ‘open’ moest. Dus weer een stukje verder knippen net zo lang tot het goed was. Met een professioneel oog keek de agent in de opengeknipte dozen, voelde een beetje aan de vork, klopte op het karton en concludeerde dat er toch echt niets anders in zat dan een fiets. Met het laatste stuk tape en huishoudfolie repareerden we de dozen zo goed als mogelijk.
De incheckbalie was nog gesloten en als eerste passagiers zetten we onze bagage klaar. We hadden wat voorwerk gedaan. Het ticket hadden we online geboekt bij vliegwinkel. Zij konden ons echter niets vertellen over de mogelijkheden om onze fietsen mee te nemen. Daarom waren we in Karakol, Kirgizie, naar een reisbureau geweest waar een mevrouw voor ons bij Uzbekistan Airlines informeerde of de fietsen mee konden. We wilden dit graag op papier bevestigd hebben. Het meisje bij het reisbureautje in Karakol had zeker 5 x gebeld en voor ons genoteerd dat fietsen meenemen geen probleem was. Het was ‘odd-size-luggage’ en dat zou totaal 40 euro kosten, 20 euro per fiets.
Toen de balie open ging, checkten we in. Bagage op de weegschaal, fietsen op de weegschaal. Een vrij bagagelimiet van 20 kilo. Conclusie: 44 kilo overgewicht.
We werden verwezen naar de business-class-balie alwaar we e.e.a. administratief en financieel zouden afhandelen. De fietsen hadden inmiddels al een bagagelabel gekregen en stonden al klaar om weggesleept te worden bij de balie.
De man bij de business-class-balie ging aan de slag met computer en rekenmachine. We hadden zelf al uitgerekend dat 40 euro x 70 = 2800 som zou zijn.
Na een klein kwartier zei hij dat we 21.000 Som moesten betalen. Wat?!
Hij legde uit dat we 20 euro per fiets moeten betalen omdat het ‘oversized luggage’ is. En daarnaast nog per kilo overgewicht: maar liefst zes euro per kilo. Of we in som of in dollar wilden betalen?
Eh…. Totaal verrast liepen we weg bij de balie (paspoorten achterlatend) en namen we even plaats in een stoeltje om met elkaar te overleggen.
Hadden we het dan zo verkeerd begrepen? En we hadden het nog zo duidelijk gevraagd. Het meisje bij het reisbureau had wel 5 x naar de luchthaven en maatschappij gebeld.
Tja.. er zat niets anders op dan te gaan betalen. Resterende Som tellen, euro’s wisselen.
Uiteindelijk moesten we nog door de douane waar een hele lange rij stond en mochten de passagiers naar Tashkent voor. We waren bijna te laat!!
Na een korte vlucht arriveerden we in Tashkent. Omdat we 12 uur moesten wachten op onze volgende vlucht, zochten we een fijn plekje om de uren door te brengen. We vonden een tafel met stoelen bij de Oezbeekse variant van Mc Donalds: Big Burger. Het vliegveld was tussen 11.30 en 16.30 uur uitgestorven. Er zaten welgeteld 10 mensen te wachten voor uren. Op een gegeven moment moesten we ‘verhuizen’, want de Big Burger ging dicht. Hoezo dicht? Geen afgesloten ruimte, maar goed. We hebben gekaart, een boekje gelezen, aan de computer gewerkt (wel WIFI-verbinding met een router maar geen internet). Rondgekeken in de taxfreeshop, nog een keertje rondgelopen in de taxfreeshop, je weet maar nooit of je een mooie deal de eerste keer over het hoofd hebt gezien.
20 min. Voor de boarding werd omgeroepen of ‘miss. V on the flight to Singapore’ naar de informatiebalie kon komen. K. moest mee naar de ruimte waar alle bagage door scanners gaat. Een onvriendelijke man die alleen in de gebiedende wijs kon praten, liet weten dat de flightbag open moest want op de scanner hadden de alerte politiemannen een paar metalen voorwerpen gezien die ze niet herkenden. Het waren twee paar trappers en de waterfilter. Hij wilde nogal pushen dat alles weer snel dicht moest, maar ja.. dat krijg je natuurlijk niet meer zo netjes en strak ingepakt als het was. De politieman stond er bij te kijken, niet bereid om een helpende hand aan te bieden. K. attendeerde de man er nog op dat hij het bagagelabel (dat er af was gevallen) wel vast moest plakken, anders zou de bagage natuurlijk nooit aankomen. Toen het formele gedeelte klaar was, handtekening gezet voor de controle etc, vroeg K of de man ook 2 fietsen had gezien in dozen; die fietsen waar de trappers bij horen. Hij deed alsof hij het niet hoorde en reageerde niet. Ook niet na nog een keer vragen.
Inmiddels was H. bij de informatiebalie gaan vragen of hij naar de ruimte mocht waar K. zou zijn. H. dacht namelijk dat de fietsen helemaal uitgepakt moesten worden.
Uiteindelijk konden we boarden. In het vliegtuig kwamen we erachter dat onze stoelen 15 rijen bij elkaar verwijderd waren. Raar toch? Als je de eerst bent die incheckt?!. Na een vriendelijk woord aan één passagier konden we toch naast elkaar zitten.
Daar zaten we dan. Terwijl het vliegtuig naar de startbaan taxiede probeerde wij weer rustig te worden. Bezorgd over onze fietsen en de bagage: zou alles wel heelhuids in Singapore aankomen?, zetten we alles op een rijtje. Het voelde alsof we ‘letterlijk en figuurlijk’ klaar waren met Centraal Azië. Klaar met de bureaucratie, klaar met ‘die blik’ van die russen, de gebiedende wijs-taal.
Na een goede vlucht kwamen we aan in Singapore. Een andere wereld. Vriendelijk personeel met een glimlach. Personeel dat je helpt zonder dat je ervoor moet betalen. Muziekje aan, schone toiletten. Alles zeer goed georganiseerd. Fixed prijs voor de taxi. En… de fietsen stonden netjes gestald bij de ‘odd size luggage’. En ook de tassen waren aangekomen. WELCOME IN SINGAPORE.
Goodbye Centraal Azië, Hello Zuidoost Azië
Wekker om 4.30AM, taxi om 5.00AM….
De rit naar het vliegveld verliep voorspoedig. De hoteleigenaresse had goed begrepen dat wij een grote taxi nodig zouden hebben, dus stipt op tijd stond er een groot 7-personen taxibusje klaar om ons, onze bagage (2 grote ‘flight-bags’ waarin we onze fietstassen hadden gestopt) en de 2 fietsen (ingepakt dus) naar het vliegveld te brengen. Om half 6 stonden we al op de stoep van het vliegveld. Onze vlucht zou vertrekken om 8.55. Ruim op tijd dus.
Op het moment dat de taxi voor de ingang stil stond kwamen er meteen twee jongemannen in leren jasjes naar ons toe. Zonder iets te vragen begonnen ze de taxichauffeur te helpen met het uitpakken van onze fietsen en bagage. Een paar keer maakte H. een opmerking dat we het echt wel alleen aan konden maar ze bleven ‘behulpzaam’. Het vervelende was dat deze mannen (er liepen er meer rond op de airport) het monopolie hadden op de spaarzame bagagetrollies. Het enige wat wij deden is de twee trollies en de jongemannen goed in de gaten houden en ze te manen tot voorzichtig te zijn met onze spullen.
De vertrekhal in Bishkek is ruim opgezet. Bij binnenkomst echter moeten meteen (lees: als de deur nog niet achter je dicht gevallen is) alle spullen door een scanner. Een agent stond naast de scanner om met een handscanner iedereen te controleren. De bagage kon op de band door de scanner maar de fietsen pasten er niet door. Voordat H. ook maar stop kon zeggen hadden ‘onze bagagemannen’ de fietsen al op de band gezet en probeerden op allerlei manieren de fietsen te manoeuvreren zodat ze toch door de scanner konden, maar het lukte niet. De agent keek het allemaal aan en in zijn Engelse woordenschat reikte niet verder dan ‘open’. Het had ons uren gekost om de fietsen zorgvuldig in te pakken en nu stonden we tegenover een agent die van geen wijken wist. Met een ijzeren sovjetmentaliteit bleef hij maar herhalen dat de twee fietsdozen geopend moesten worden. We lieten hem de foto’s zien van de fietsen toen we ze aan het inpakken waren maar het enige wat er uit zijn mond kwam was: ‘open’. Van deze agent was geen enkele medewerking te verwachten en na twintig minuten beseften wij dat de dozen open moesten. Maar openen is handiger gezegd dan gedaan. Bij een airportwinkeltje leenden we een schaar en voorzichtig knipten we enkel stukken tape en huishoudfolie open. De agent keek maar zei dat het ‘open’ moest. Dus weer een stukje verder knippen net zo lang tot het goed was. Met een professioneel oog keek de agent in de opengeknipte dozen, voelde een beetje aan de vork, klopte op het karton en concludeerde dat er toch echt niets anders in zat dan een fiets. Met het laatste stuk tape en huishoudfolie repareerden we de dozen zo goed als mogelijk.
De incheckbalie was nog gesloten en als eerste passagiers zetten we onze bagage klaar. We hadden wat voorwerk gedaan. Het ticket hadden we online geboekt bij vliegwinkel. Zij konden ons echter niets vertellen over de mogelijkheden om onze fietsen mee te nemen. Daarom waren we in Karakol, Kirgizie, naar een reisbureau geweest waar een mevrouw voor ons bij Uzbekistan Airlines informeerde of de fietsen mee konden. We wilden dit graag op papier bevestigd hebben. Het meisje bij het reisbureautje in Karakol had zeker 5 x gebeld en voor ons genoteerd dat fietsen meenemen geen probleem was. Het was ‘odd-size-luggage’ en dat zou totaal 40 euro kosten, 20 euro per fiets.
Toen de balie open ging, checkten we in. Bagage op de weegschaal, fietsen op de weegschaal. Een vrij bagagelimiet van 20 kilo. Conclusie: 44 kilo overgewicht.
We werden verwezen naar de business-class-balie alwaar we e.e.a. administratief en financieel zouden afhandelen. De fietsen hadden inmiddels al een bagagelabel gekregen en stonden al klaar om weggesleept te worden bij de balie.
De man bij de business-class-balie ging aan de slag met computer en rekenmachine. We hadden zelf al uitgerekend dat 40 euro x 70 = 2800 som zou zijn.
Na een klein kwartier zei hij dat we 21.000 Som moesten betalen. Wat?!
Hij legde uit dat we 20 euro per fiets moeten betalen omdat het ‘oversized luggage’ is. En daarnaast nog per kilo overgewicht: maar liefst zes euro per kilo. Of we in som of in dollar wilden betalen?
Eh…. Totaal verrast liepen we weg bij de balie (paspoorten achterlatend) en namen we even plaats in een stoeltje om met elkaar te overleggen.
Hadden we het dan zo verkeerd begrepen? En we hadden het nog zo duidelijk gevraagd. Het meisje bij het reisbureau had wel 5 x naar de luchthaven en maatschappij gebeld.
Tja.. er zat niets anders op dan te gaan betalen. Resterende Som tellen, euro’s wisselen.
Uiteindelijk moesten we nog door de douane waar een hele lange rij stond en mochten de passagiers naar Tashkent voor. We waren bijna te laat!!
Na een korte vlucht arriveerden we in Tashkent. Omdat we 12 uur moesten wachten op onze volgende vlucht, zochten we een fijn plekje om de uren door te brengen. We vonden een tafel met stoelen bij de Oezbeekse variant van Mc Donalds: Big Burger. Het vliegveld was tussen 11.30 en 16.30 uur uitgestorven. Er zaten welgeteld 10 mensen te wachten voor uren. Op een gegeven moment moesten we ‘verhuizen’, want de Big Burger ging dicht. Hoezo dicht? Geen afgesloten ruimte, maar goed. We hebben gekaart, een boekje gelezen, aan de computer gewerkt (wel WIFI-verbinding met een router maar geen internet). Rondgekeken in de taxfreeshop, nog een keertje rondgelopen in de taxfreeshop, je weet maar nooit of je een mooie deal de eerste keer over het hoofd hebt gezien.
20 min. Voor de boarding werd omgeroepen of ‘miss. V on the flight to Singapore’ naar de informatiebalie kon komen. K. moest mee naar de ruimte waar alle bagage door scanners gaat. Een onvriendelijke man die alleen in de gebiedende wijs kon praten, liet weten dat de flightbag open moest want op de scanner hadden de alerte politiemannen een paar metalen voorwerpen gezien die ze niet herkenden. Het waren twee paar trappers en de waterfilter. Hij wilde nogal pushen dat alles weer snel dicht moest, maar ja.. dat krijg je natuurlijk niet meer zo netjes en strak ingepakt als het was. De politieman stond er bij te kijken, niet bereid om een helpende hand aan te bieden. K. attendeerde de man er nog op dat hij het bagagelabel (dat er af was gevallen) wel vast moest plakken, anders zou de bagage natuurlijk nooit aankomen. Toen het formele gedeelte klaar was, handtekening gezet voor de controle etc, vroeg K of de man ook 2 fietsen had gezien in dozen; die fietsen waar de trappers bij horen. Hij deed alsof hij het niet hoorde en reageerde niet. Ook niet na nog een keer vragen.
Inmiddels was H. bij de informatiebalie gaan vragen of hij naar de ruimte mocht waar K. zou zijn. H. dacht namelijk dat de fietsen helemaal uitgepakt moesten worden.
Uiteindelijk konden we boarden. In het vliegtuig kwamen we erachter dat onze stoelen 15 rijen bij elkaar verwijderd waren. Raar toch? Als je de eerst bent die incheckt?!. Na een vriendelijk woord aan één passagier konden we toch naast elkaar zitten.
Daar zaten we dan. Terwijl het vliegtuig naar de startbaan taxiede probeerde wij weer rustig te worden. Bezorgd over onze fietsen en de bagage: zou alles wel heelhuids in Singapore aankomen?, zetten we alles op een rijtje. Het voelde alsof we ‘letterlijk en figuurlijk’ klaar waren met Centraal Azië. Klaar met de bureaucratie, klaar met ‘die blik’ van die russen, de gebiedende wijs-taal.
Na een goede vlucht kwamen we aan in Singapore. Een andere wereld. Vriendelijk personeel met een glimlach. Personeel dat je helpt zonder dat je ervoor moet betalen. Muziekje aan, schone toiletten. Alles zeer goed georganiseerd. Fixed prijs voor de taxi. En… de fietsen stonden netjes gestald bij de ‘odd size luggage’. En ook de tassen waren aangekomen. WELCOME IN SINGAPORE.
Singapore: ‘big city’ or ‘small country’
Het zoeken van een geschikt hotel (lees: betaalbaar) in Singapore kostte ons de nodige moeite. In Kyrgystan hebben we één avond verschillende websites bekeken om een hotel te boeken. Een gevoel van geluk overspoelde ons toen we een hele lijst van prachtige hotels zagen. Inclusief ontbijt, zwembaden, sauna, tennisbaan, roomservice enz. Ons geluk kon niet op toen we merkten dat de prijs wel meeviel. Tot we merkten dat de prijsopgave op de website niet voor drie nachten was maar voor slechts één nacht. Op de site van ‘warm showers’, een site waar fietsers andere fietsers een gratis overnachting in hun huis aanbieden, lazen we over ‘Tree in Lodge’: een backpackershotel opgezet door een ‘wereldfietser’. We reserveerden er een kamer en arriveerden er vroeg in de ochtend. We werden er hartelijk ontvangen en we werden meteen voorzien van alle informatie die we nodig hadden. Op een plattegrond van Singapore werden verschillende kruisjes gezet waar we spullen voor de fiets en andere ‘noodzakelijke’ spullen konden kopen. Met de bus en de MRT (Most Rapid Transport: metro) bezochten we diverse ‘malls’. De één nog groter en luxer dan de ander. Singapore is een Westerse stad, (bijna) alle Westerse merken zijn op voorraad. Nog diezelfde dag hadden we ons ‘boodschappenlijstje’ zo goed als afgewerkt. Fietsenzaak gevonden om een fietspomp en enkele reserve schroefjes te kopen. En ook een tablet gekocht. Jaja, we zijn ‘hippe reizigers’ geworden.. We merkten dat het erg onhandig is om onderweg de laptop uit de achterfietstas te halen en te kijken in de reisgids welke bezienswaardigheden er zijn. De tablet past in de stuurtas en is snel en makkelijk te raadplegen.
We vinden Singapore een hele aangename stad. Het openbaar vervoer is uitstekend geregeld. In het hotel leenden we 2 ov-chipkaarten en voor het hotel konden we op de bus stappen. Een plattegrond maakt heel snel overzichtelijk welke bus- en MRT-lijnen er lopen. Deze zijn goed met elkaar te combineren én ze zijn heel goedkoop. In 3 dagen hebben we ieder ongeveer 6 euro opgemaakt en we hebben er héél veel gebruik van gemaakt.
Singapore heeft in iedere wijk wel een grote shopping-mall. Wij hebben er een aantal bezocht: de mall met IT-spullen, de mall met hoofdzakelijk outdoor-zaken, etc. Ook zijn we in China Town en Little India geweest. De laatste is echt ‘India in het klein’. Ook de mentaliteit. Waar in heel Singapore iedereen stopt voor het rode stoplicht, gebeurt dat in Little India bijvoorbeeld niet. Daar nemen ze de regels niet zo serieus.
Het zoeken van een geschikt hotel (lees: betaalbaar) in Singapore kostte ons de nodige moeite. In Kyrgystan hebben we één avond verschillende websites bekeken om een hotel te boeken. Een gevoel van geluk overspoelde ons toen we een hele lijst van prachtige hotels zagen. Inclusief ontbijt, zwembaden, sauna, tennisbaan, roomservice enz. Ons geluk kon niet op toen we merkten dat de prijs wel meeviel. Tot we merkten dat de prijsopgave op de website niet voor drie nachten was maar voor slechts één nacht. Op de site van ‘warm showers’, een site waar fietsers andere fietsers een gratis overnachting in hun huis aanbieden, lazen we over ‘Tree in Lodge’: een backpackershotel opgezet door een ‘wereldfietser’. We reserveerden er een kamer en arriveerden er vroeg in de ochtend. We werden er hartelijk ontvangen en we werden meteen voorzien van alle informatie die we nodig hadden. Op een plattegrond van Singapore werden verschillende kruisjes gezet waar we spullen voor de fiets en andere ‘noodzakelijke’ spullen konden kopen. Met de bus en de MRT (Most Rapid Transport: metro) bezochten we diverse ‘malls’. De één nog groter en luxer dan de ander. Singapore is een Westerse stad, (bijna) alle Westerse merken zijn op voorraad. Nog diezelfde dag hadden we ons ‘boodschappenlijstje’ zo goed als afgewerkt. Fietsenzaak gevonden om een fietspomp en enkele reserve schroefjes te kopen. En ook een tablet gekocht. Jaja, we zijn ‘hippe reizigers’ geworden.. We merkten dat het erg onhandig is om onderweg de laptop uit de achterfietstas te halen en te kijken in de reisgids welke bezienswaardigheden er zijn. De tablet past in de stuurtas en is snel en makkelijk te raadplegen.
We vinden Singapore een hele aangename stad. Het openbaar vervoer is uitstekend geregeld. In het hotel leenden we 2 ov-chipkaarten en voor het hotel konden we op de bus stappen. Een plattegrond maakt heel snel overzichtelijk welke bus- en MRT-lijnen er lopen. Deze zijn goed met elkaar te combineren én ze zijn heel goedkoop. In 3 dagen hebben we ieder ongeveer 6 euro opgemaakt en we hebben er héél veel gebruik van gemaakt.
Singapore heeft in iedere wijk wel een grote shopping-mall. Wij hebben er een aantal bezocht: de mall met IT-spullen, de mall met hoofdzakelijk outdoor-zaken, etc. Ook zijn we in China Town en Little India geweest. De laatste is echt ‘India in het klein’. Ook de mentaliteit. Waar in heel Singapore iedereen stopt voor het rode stoplicht, gebeurt dat in Little India bijvoorbeeld niet. Daar nemen ze de regels niet zo serieus.
En dat er regels zijn in Singapore, dat hebben we gezien. Een bekende regel is dat kauwgom in Singapore verboden is. Dat wordt al bij de paspoortcontrole duidelijk gemaakt door middel van een sticker. Maar ook door de hele stad heen hangen bordjes en stickers met geboden en verboden. Op veel openbare plaatsen mag je niet roken, niet skateboarden, voetgangers moeten oversteken bij zebrapaden (en niet te ver er vanaf) en het is verboden te eten in de bus/MRT. Je bent zelfs al in overtreding als je na het bezoek aan een openbaar toilet niet doorspoelt. En om aan te geven dat het menens is staat er ook meteen de boete bij als je de regel overtreedt. Betrapt worden op eten in de bus/MRT kost S$500 (ongeveer 300 euro). In de MRT worden 'stripfiguren' gebruikt om het gewenste gedrag voor te schrijven. Bijvoorbeeld dat je je tas op de grond moet zetten, plaats moet maken voor ouderen en minder-validen en dat je muziek niet te hard mag staan.
Maar eerlijk is eerlijk, het werkt waarschijnlijk wel;: Singapore is een schone stad, op veel locaties gratis schone openbare toiletten, geen kruimels of afval in de bus en geen afval op straat. Er is ook weinig ‘chaos’ op straat: mensen nemen het OV en er rijden veel taxi’s in de stad. Privepersonenauto’s zie je niet zo veel. En omdat iedereen netjes stopt voor het rode licht, kun je veilig oversteken.
In Singapore kun je geen 250 meter lopen zonder een restaurant of foodcorner (meerdere restaurantjes met een gezamenlijk terras) tegen te komen. Een lokaal restaurant is vaak niet meer dan een kleine keuken met een grote wok en een paar plastic tafeltjes en stoeltjes. Eén zijde van zo’n restaurant is helemaal open zodat er geen scheiding is tussen binnen en buiten. We hebben gemerkt dat dit zeer uitnodigend werkt. Het merendeel van de restaurantjes wordt gerund door Indiërs, wiens voorouders uit India zijn gekomen, en Chinezen. Ons hotel lag in een gezellige wijk. Onze fietsen pakten we voor de deur van het hotel uit en binnen een mum van tijd hadden we ‘bekijks’; vriendelijke buurtbewoners die ook wel even wilden helpen met het doorknippen van het plakband.
Van de eigenaar van het hotel (die zelf ook heel veel heeft gefietst) hebben we veel tips gekregen voor het fietsen in Maleisië en ook hebben we nieuwe inspiratie opgedaan voor andere landen/routes….. Misschien dat we de route nog gaan aanpassen. Zodra we meer weten komt het op de site te staan.
In Singapore kun je geen 250 meter lopen zonder een restaurant of foodcorner (meerdere restaurantjes met een gezamenlijk terras) tegen te komen. Een lokaal restaurant is vaak niet meer dan een kleine keuken met een grote wok en een paar plastic tafeltjes en stoeltjes. Eén zijde van zo’n restaurant is helemaal open zodat er geen scheiding is tussen binnen en buiten. We hebben gemerkt dat dit zeer uitnodigend werkt. Het merendeel van de restaurantjes wordt gerund door Indiërs, wiens voorouders uit India zijn gekomen, en Chinezen. Ons hotel lag in een gezellige wijk. Onze fietsen pakten we voor de deur van het hotel uit en binnen een mum van tijd hadden we ‘bekijks’; vriendelijke buurtbewoners die ook wel even wilden helpen met het doorknippen van het plakband.
Van de eigenaar van het hotel (die zelf ook heel veel heeft gefietst) hebben we veel tips gekregen voor het fietsen in Maleisië en ook hebben we nieuwe inspiratie opgedaan voor andere landen/routes….. Misschien dat we de route nog gaan aanpassen. Zodra we meer weten komt het op de site te staan.