Van 25-7-2014 t/m 11-8-2015 maakten wij een lange reis, waaronder door dit land.
Hier vind je de gehele route van dit jaar fietsen.
Hier vind je de gehele route van dit jaar fietsen.
China
13-8-2014
Welcome in China!
We zijn twee nachten in Tashkurgan gebleven, een kleine plaats in het uiterste westen van China waar de Kirgiziërs en de Oeigoeren in de meerderheid zijn. Het straatbeeld wordt dan ook bepaald door de wit-zwarte Kirgische hoedjes voor de mannen. Vrouwen gaan gekleed in combinaties van gekleurde leggings, korte rokjes, hoge hakken, een glinsterende bloes en een hoedje onder een hoofddoek.
Zondag zijn we vertrokken naar het Kara-Kulli meer. Na een paar dagen ‘non-actief’ hadden we weer echt zin om te gaan fietsen. De eerste kilometers fietsten we dan ook snel: een vlakke weg, weinig verkeer en een heerlijk ochtendzonnetje. Totdat we begonnen aan een klim. Het was geen steile klim (af en toe 5%, maar meestal 3%), maar een zeer lange klim. Na elke bocht waarvan je dacht dat er hierna een daling zou komen, was er eerst een stukje vals plat dat vervolgens weer in een klim veranderde. Het zijn lange wegen, dus je zag precies hoe ver en hoe hoog je moest klimmen. Uitgeput maar voldaan bereikten we uiteindelijk de top (ongeveer 4077 m.) en werden we beloond met een prachtig uitzicht op besneeuwde bergtoppen. Nadat we op adem waren gekomen (letterlijk en figuurlijk) kwam de afdaling. Een rechte afdaling zonder veel bochten waarbij we soms bijna 60 km per uur haalden. Na 100 km kwamen we bij het meer, waar we hebben overnacht bij een Kirgische familie in hun yurt.
De volgende dag begonnen we hoopvol aan een verdere afdaling. In ons achterhoofd wisten we dat dit niet eeuwig zo door kon blijven gaan. En inderdaad, na enkele kilometers begonnen de wegwerkzaamheden voor zeker 50 kilometer. De wegen werden gerepareerd (meerjarenplan) en er werden bruggen en tunnels gebouwd. Daardoor waren er ‘omleidingen’ aangelegd over hobbelwegen met veel stof, modder, puntige stenen, veel vrachtwagens (uitlaatgassen) en opstoppingen. Na 100 kilometer waren we uitgeput en zaten we vol stof. We passeerden geen plaatsen waar we de tent konden opzetten. Na een twee rondjes in een dorp (één straat: twee restaurants, een winkeltje maar geen hotel) met het aanwijsboekje, werden we uitgenodigd om te overnachten in de gastenkamer van een bedrijf (CRCC), een groot aannemingsbedrijf dat aan de weg werkt en waar ook de werklui slapen. Toen we Tao, onze gastvrouw, bedankten voor de kamer zei ze in gebrekkig Engels: ‘Welcome in China’. Wij kregen een prachtige kamer en na een warme douche hebben we ’s avonds in een van de kantoren samen met Tao en haar broer uitgebreid onze website bekeken. Na een ontbijt met de werklui (typisch Chinees ontbijt uit de gaarkeuken) vertrokken we weer vol goede moed. Het was een lange vlakke weg met een lichte daling, helemaal naar Kashgar. We konden lekker doorfietsen en de wegwerkzaamheden waren voorbij.
Nu verwennen we onszelf in de grote stad. Gelukkig zijn we hier al vaker geweest en weten we waar het restaurant met aanwijsmenukaart zit want die Chinese menukaart begrijpen we (nog) niet! Helaas staat er niet bij hoe pittig het gerecht is. Groene boontjes op de kaart zijn in werkelijkheid groene pepers en witte bonen zijn dus gebakken teentjes knoflook.
Zelfs in deze uithoek van China is overal wel wifi en/of internettoegang. Maar de provider is in handen van Chinacom, oftewel de overheid. En die controleert zover mogelijk alle media. Dat betekent tot onze frustratie geen toegang tot google, geen hotmail, geen dropbox, geen ‘de Volkskrant’ etcetera. We kunnen de reacties op onze website wel lezen, maar er niet op reageren. Dat komt nog wel.
Welcome in China!
We zijn twee nachten in Tashkurgan gebleven, een kleine plaats in het uiterste westen van China waar de Kirgiziërs en de Oeigoeren in de meerderheid zijn. Het straatbeeld wordt dan ook bepaald door de wit-zwarte Kirgische hoedjes voor de mannen. Vrouwen gaan gekleed in combinaties van gekleurde leggings, korte rokjes, hoge hakken, een glinsterende bloes en een hoedje onder een hoofddoek.
Zondag zijn we vertrokken naar het Kara-Kulli meer. Na een paar dagen ‘non-actief’ hadden we weer echt zin om te gaan fietsen. De eerste kilometers fietsten we dan ook snel: een vlakke weg, weinig verkeer en een heerlijk ochtendzonnetje. Totdat we begonnen aan een klim. Het was geen steile klim (af en toe 5%, maar meestal 3%), maar een zeer lange klim. Na elke bocht waarvan je dacht dat er hierna een daling zou komen, was er eerst een stukje vals plat dat vervolgens weer in een klim veranderde. Het zijn lange wegen, dus je zag precies hoe ver en hoe hoog je moest klimmen. Uitgeput maar voldaan bereikten we uiteindelijk de top (ongeveer 4077 m.) en werden we beloond met een prachtig uitzicht op besneeuwde bergtoppen. Nadat we op adem waren gekomen (letterlijk en figuurlijk) kwam de afdaling. Een rechte afdaling zonder veel bochten waarbij we soms bijna 60 km per uur haalden. Na 100 km kwamen we bij het meer, waar we hebben overnacht bij een Kirgische familie in hun yurt.
De volgende dag begonnen we hoopvol aan een verdere afdaling. In ons achterhoofd wisten we dat dit niet eeuwig zo door kon blijven gaan. En inderdaad, na enkele kilometers begonnen de wegwerkzaamheden voor zeker 50 kilometer. De wegen werden gerepareerd (meerjarenplan) en er werden bruggen en tunnels gebouwd. Daardoor waren er ‘omleidingen’ aangelegd over hobbelwegen met veel stof, modder, puntige stenen, veel vrachtwagens (uitlaatgassen) en opstoppingen. Na 100 kilometer waren we uitgeput en zaten we vol stof. We passeerden geen plaatsen waar we de tent konden opzetten. Na een twee rondjes in een dorp (één straat: twee restaurants, een winkeltje maar geen hotel) met het aanwijsboekje, werden we uitgenodigd om te overnachten in de gastenkamer van een bedrijf (CRCC), een groot aannemingsbedrijf dat aan de weg werkt en waar ook de werklui slapen. Toen we Tao, onze gastvrouw, bedankten voor de kamer zei ze in gebrekkig Engels: ‘Welcome in China’. Wij kregen een prachtige kamer en na een warme douche hebben we ’s avonds in een van de kantoren samen met Tao en haar broer uitgebreid onze website bekeken. Na een ontbijt met de werklui (typisch Chinees ontbijt uit de gaarkeuken) vertrokken we weer vol goede moed. Het was een lange vlakke weg met een lichte daling, helemaal naar Kashgar. We konden lekker doorfietsen en de wegwerkzaamheden waren voorbij.
Nu verwennen we onszelf in de grote stad. Gelukkig zijn we hier al vaker geweest en weten we waar het restaurant met aanwijsmenukaart zit want die Chinese menukaart begrijpen we (nog) niet! Helaas staat er niet bij hoe pittig het gerecht is. Groene boontjes op de kaart zijn in werkelijkheid groene pepers en witte bonen zijn dus gebakken teentjes knoflook.
Zelfs in deze uithoek van China is overal wel wifi en/of internettoegang. Maar de provider is in handen van Chinacom, oftewel de overheid. En die controleert zover mogelijk alle media. Dat betekent tot onze frustratie geen toegang tot google, geen hotmail, geen dropbox, geen ‘de Volkskrant’ etcetera. We kunnen de reacties op onze website wel lezen, maar er niet op reageren. Dat komt nog wel.
16-8-2014
Kasghar
Markt in de oude stad
Kasghar is een oude stad, gelegen in de woestijn. De stad is van oudsher een knooppunt op de oude zijderoute. De handelsgeest van de bevolking is nog steeds aanwezig. Elke zondag stroomt de stad vol met handelaren die hun koopwaar op de markt aanbieden. Op zijn grote reis naar China heeft Marco Polo in 1265 de stad bezocht. Tegenwoordig bestaat de zondagsmarkt uit 2 markten: de veemarkt, gelegen buiten de stad, waar geiten, koeien, schapen en ook kamelen worden verhandeld. En in de binnenstad is de markt waar kleding, gereedschap, huishoudelijke artikelen en goedkope Chinese prullaria worden verkocht. Daarnaast komen er ook veel boeren uit de omgeving naar Kasghar om hun groenten en fruit aan te bieden. De meloenen hier zijn overheerlijk, maar ook het aanbod van noten en gedroogde vruchten is groot. Op doordeweekse dagen is er ook een markt in de oude binnenstad met de gebruikelijke groenten en fruit en natuurlijk ook toeristische spulletjes zoals de typische Oeigoerse hoed/pet en muziekinstrumenten. Opvallend is dat in de oude stad veel mondhygiënisten en/of tandartsen zitten. Je herkent ze aan de prachtige foto’s van glimlachende monden met hagelwitte tanden op de gevel. In praktijkruimte staat vaak één moderne tandartsstoel. Zolang onze tanden het houden hopen we deze ruimte niet te hoeven betreden hoe aanlokkelijk de reclames ook zijn.
Kasghar
Markt in de oude stad
Kasghar is een oude stad, gelegen in de woestijn. De stad is van oudsher een knooppunt op de oude zijderoute. De handelsgeest van de bevolking is nog steeds aanwezig. Elke zondag stroomt de stad vol met handelaren die hun koopwaar op de markt aanbieden. Op zijn grote reis naar China heeft Marco Polo in 1265 de stad bezocht. Tegenwoordig bestaat de zondagsmarkt uit 2 markten: de veemarkt, gelegen buiten de stad, waar geiten, koeien, schapen en ook kamelen worden verhandeld. En in de binnenstad is de markt waar kleding, gereedschap, huishoudelijke artikelen en goedkope Chinese prullaria worden verkocht. Daarnaast komen er ook veel boeren uit de omgeving naar Kasghar om hun groenten en fruit aan te bieden. De meloenen hier zijn overheerlijk, maar ook het aanbod van noten en gedroogde vruchten is groot. Op doordeweekse dagen is er ook een markt in de oude binnenstad met de gebruikelijke groenten en fruit en natuurlijk ook toeristische spulletjes zoals de typische Oeigoerse hoed/pet en muziekinstrumenten. Opvallend is dat in de oude stad veel mondhygiënisten en/of tandartsen zitten. Je herkent ze aan de prachtige foto’s van glimlachende monden met hagelwitte tanden op de gevel. In praktijkruimte staat vaak één moderne tandartsstoel. Zolang onze tanden het houden hopen we deze ruimte niet te hoeven betreden hoe aanlokkelijk de reclames ook zijn.
Kermis in het park
In het ‘people’s park’, een immens park in de stad, is het fijn vertoeven in de schaduw op een van de talrijke bankjes. Hier wordt dan ook veel gebruik van gemaakt om elkaar te ontmoeten, een potje te kaarten of een potje Chinees schaak te spelen. De kaarters en schakers gaan zo op in hun spel dat ze niet eens merken dat ze worden gefotografeerd.
In een hoek van het park is ook een permanent pretpark/kermis. Gezinnen vermaken zich met ringen gooien, de achtbaan, schieten op ballonnen en laten zich fotograferen tegen een (kitsch)decor van een waterval met bloemen. De entreeprijzen van de attracties zijn 10 Yuan, dat is ongeveer 1,20 euro. Af en toe wordt er in het Engels of Russisch voorzichtig iets naar ons geroepen. ‘Hello’ of ‘Atkuda’ (waar kom je vandaan?).
In het ‘people’s park’, een immens park in de stad, is het fijn vertoeven in de schaduw op een van de talrijke bankjes. Hier wordt dan ook veel gebruik van gemaakt om elkaar te ontmoeten, een potje te kaarten of een potje Chinees schaak te spelen. De kaarters en schakers gaan zo op in hun spel dat ze niet eens merken dat ze worden gefotografeerd.
In een hoek van het park is ook een permanent pretpark/kermis. Gezinnen vermaken zich met ringen gooien, de achtbaan, schieten op ballonnen en laten zich fotograferen tegen een (kitsch)decor van een waterval met bloemen. De entreeprijzen van de attracties zijn 10 Yuan, dat is ongeveer 1,20 euro. Af en toe wordt er in het Engels of Russisch voorzichtig iets naar ons geroepen. ‘Hello’ of ‘Atkuda’ (waar kom je vandaan?).
Het straatbeeld
De oorspronkelijke Oeigoerse bevolking is een Islamitisch volk. Het Oeigoers, hun taal, is een Turkse taal. De Oeigoeren lijken dan ook niet op de (Han)Chinezen zoals wij ze typeren. De oude stad bestaat uit smalle straatjes met oude leemkleurige huisjes. De laatste jaren zijn veel van deze huisjes tegen de grond gegaan om plaats te maken voor moderne huizen. Hier in de oude binnenstad staat de grote Idkah moskee.
Typisch Oeigoers eten is de sjasliek, de BBQ-kebab. Aan het einde van middag verschijnen dan ook overal barbecues en worden de kolen flink aangestookt. Een grote ventilator en een waaier zorgen ervoor dat de kok niet in de rook staat. Het gevolg hiervan is dat de straat wel blauw ziet van de rook. Wij vinden het redelijk rustig in de stad. De meeste mensen verplaatsen zich met een elektrische scooter. Dat betekent dat er weinig uitlaatgassen zijn, maar je wordt constant verrast door scooters die je niet aan hoort komen. Ze rijden overal; op de stoep, op het fietspad, op de weg, tegen het verkeer in en stoppen en parkeren te pas en te onpas. Er worden heel wat spullen vervoerd op de scooter en een passagier meer of minder is geen probleem.
Naast de oude stad is een moderne metropool verrezen. Hier staan de grote flatgebouwen, winkels met schreeuwende reclames. Dit moet je letterlijk nemen. Voor enkele winkels staan jonge verkopers op een krukje door een megafoon te schreeuwen wat ze vandaag in de aanbieding hebben. Ook hier veel stalletjes om te eten. Veel gefrituurd vlees, extra pittig gemaakt. Onze lippen branden nog zeker 5 minuten nadat we het gegeten hebben.
De oorspronkelijke Oeigoerse bevolking is een Islamitisch volk. Het Oeigoers, hun taal, is een Turkse taal. De Oeigoeren lijken dan ook niet op de (Han)Chinezen zoals wij ze typeren. De oude stad bestaat uit smalle straatjes met oude leemkleurige huisjes. De laatste jaren zijn veel van deze huisjes tegen de grond gegaan om plaats te maken voor moderne huizen. Hier in de oude binnenstad staat de grote Idkah moskee.
Typisch Oeigoers eten is de sjasliek, de BBQ-kebab. Aan het einde van middag verschijnen dan ook overal barbecues en worden de kolen flink aangestookt. Een grote ventilator en een waaier zorgen ervoor dat de kok niet in de rook staat. Het gevolg hiervan is dat de straat wel blauw ziet van de rook. Wij vinden het redelijk rustig in de stad. De meeste mensen verplaatsen zich met een elektrische scooter. Dat betekent dat er weinig uitlaatgassen zijn, maar je wordt constant verrast door scooters die je niet aan hoort komen. Ze rijden overal; op de stoep, op het fietspad, op de weg, tegen het verkeer in en stoppen en parkeren te pas en te onpas. Er worden heel wat spullen vervoerd op de scooter en een passagier meer of minder is geen probleem.
Naast de oude stad is een moderne metropool verrezen. Hier staan de grote flatgebouwen, winkels met schreeuwende reclames. Dit moet je letterlijk nemen. Voor enkele winkels staan jonge verkopers op een krukje door een megafoon te schreeuwen wat ze vandaag in de aanbieding hebben. Ook hier veel stalletjes om te eten. Veel gefrituurd vlees, extra pittig gemaakt. Onze lippen branden nog zeker 5 minuten nadat we het gegeten hebben.