Van 25-7-2014 t/m 11-8-2015 maakten wij een lange reis, waaronder door dit land.
Hier vind je de gehele route van dit jaar fietsen.
Hier vind je de gehele route van dit jaar fietsen.
Kirgizië
Out of the box
Vanuit Kasghar zijn we naar Ulluqguat gefietst (over de vluchtstrook, over een snelweg met weinig verkeer): de ‘laatste’ stad in China tot de grens. Ook hier verbieden de Chinezen het om per fiets de grens (met Kirgizië) over te gaan. Aangekomen bij de douane in Ulluqguat waren we dus verplicht om een taxi te nemen. De pass heet Irkestam pas. We kwamen nog Chinese fietsers tegen onderweg van de ‘Kashgar tourclub’: een I-phone op een groot statief voor de gezamenlijke foto. In Ulluquat was het een hele zoektocht naar het gebouw van de douane maar uiteindelijk, nadat we bij het grote politiebureau hadden geïnformeerd, hadden we het toch gevonden. In het weekend staat de douanewereld aan de westzijde van China compleet stil. Op het rangeerterrein stonden maandagochtend dus tientallen trucks te wachten tot de grens open zou gaan. Wij als fietsers hadden daar geen last van, we kropen voor. Toen de poort open ging, fietsen wij het terrein op. Eén aardige man wees ons het juiste kantoor. Ook in zijn eigen belang; hij bood ons meteen aan om ons met zijn auto, lees taxi, naar de grens te brengen. Alvorens in te stemmen wilden we natuurlijk wel even zijn auto zien. Er moesten immers twee grote fietsen in, acht fietstassen, twee stuurtassen, twee grote rackpackstassen en nog een paar zakjes proviand want we hadden gehoord dat het hele ‘grens-gebeuren’ een tijdje kon duren. H. had verwacht dat de man een pick-up had, waar onze fietsen in konden staan. Maar we liepen naar een Volkswagen personenauto. In de kofferbak lag ook nog een grote tank. Beleefd maar resoluut wees H. zijn voorstel van de hand, hier zou nooit alles in kunnen. Terug bij de douane was het wachten en wachten en nog eens wachten. De douane liet ons niet gaan, zolang we geen taxi hadden. Een andere man bood ons ook zijn taxidiensten aan maar zijn auto was nog kleiner dan de Volkswagen. Er kwamen andere groepen toeristen die wel een stempel kregen en door mochten maar wij bleven daar staan. Wat is wijsheid? Uiteindelijk hebben we al ons vertrouwen in de handen gelegd van de eigenaar van de Volkswagen. Hij zou wel ervaring hebben met het vervoeren van veel bagage in een (te) kleine auto. We kregen een exit-stempel van de douane en vervolgens liepen we met onze fietsen naar de auto. Groot was onze verbazing toen we merkte dat er naast ons nog een man mee zou rijden met een paar zakken bagage. Met vrees keken we hoe de kofferbak eerst werd geladen met de zakken van de derde passagier, vervolgens werden onze tassen er op gelegd en daar weer boven op onze fietsen. Het ruimtelijk inzicht van onze chauffeur was van grote klasse. Een prachtig staaltje van ‘out-of-the-box denken’. Na een tweede controle of de fietsen echt wel stevig vastgebonden waren, gingen we dan echt naar de grens. Echt rustig zaten we niet, regelmatig keken we om of de fietsen er nog waren en bij elke hobbel in de weg sloeg ons hart een keer over. Maar de fietsen en bagage kwamen in prima staat aan bij de grens.
De echte grenspost ligt in the middle of nowhere. Een soldaat kwam naar het hek en maakte ons duidelijk dat we er nog niet door konden. Chinese douaniers houden zich strikt aan hun cao. Dat betekent dat er niet wordt gewerkt in het weekend maar ook dat de lunchpauze heilig is. Van 14.00 uur tot 16.30 is de grens gesloten, ook voor een paar Nederlandse fietsers die om 14.05 aankomen!
Voor de volledigheid noteren we hier de openingstijden van de grens: van 9.00 tot 11.00 uur, vervolgens een theepauze tot 13.00 uur om na een uur weer dicht te gaan tot 16.30. Vervolgens is de grens dan weer geopend tot 19.00 uur.
De verplichte lunchpauze brachten we door in het enige restaurant in het grensplaatsje. Onze laatste Chinese yuans besteden we aan een heerlijke noodle-soep, wat snoepjes en de rest wisselde we in in Kirgizische Soms. De laatste keer dat we met stokjes aten, tot grote vreugde van K. De exit-stempel hadden we al gekregen in Ulluqguat dus de formaliteiten in the middle of nowhere stelden niet zoveel voor. Gelukkig mochten we aan de Kirgizische kant meteen weer op de fiets stappen om de eerste Kirgische bergen te ervaren.
Vanuit Kasghar zijn we naar Ulluqguat gefietst (over de vluchtstrook, over een snelweg met weinig verkeer): de ‘laatste’ stad in China tot de grens. Ook hier verbieden de Chinezen het om per fiets de grens (met Kirgizië) over te gaan. Aangekomen bij de douane in Ulluqguat waren we dus verplicht om een taxi te nemen. De pass heet Irkestam pas. We kwamen nog Chinese fietsers tegen onderweg van de ‘Kashgar tourclub’: een I-phone op een groot statief voor de gezamenlijke foto. In Ulluquat was het een hele zoektocht naar het gebouw van de douane maar uiteindelijk, nadat we bij het grote politiebureau hadden geïnformeerd, hadden we het toch gevonden. In het weekend staat de douanewereld aan de westzijde van China compleet stil. Op het rangeerterrein stonden maandagochtend dus tientallen trucks te wachten tot de grens open zou gaan. Wij als fietsers hadden daar geen last van, we kropen voor. Toen de poort open ging, fietsen wij het terrein op. Eén aardige man wees ons het juiste kantoor. Ook in zijn eigen belang; hij bood ons meteen aan om ons met zijn auto, lees taxi, naar de grens te brengen. Alvorens in te stemmen wilden we natuurlijk wel even zijn auto zien. Er moesten immers twee grote fietsen in, acht fietstassen, twee stuurtassen, twee grote rackpackstassen en nog een paar zakjes proviand want we hadden gehoord dat het hele ‘grens-gebeuren’ een tijdje kon duren. H. had verwacht dat de man een pick-up had, waar onze fietsen in konden staan. Maar we liepen naar een Volkswagen personenauto. In de kofferbak lag ook nog een grote tank. Beleefd maar resoluut wees H. zijn voorstel van de hand, hier zou nooit alles in kunnen. Terug bij de douane was het wachten en wachten en nog eens wachten. De douane liet ons niet gaan, zolang we geen taxi hadden. Een andere man bood ons ook zijn taxidiensten aan maar zijn auto was nog kleiner dan de Volkswagen. Er kwamen andere groepen toeristen die wel een stempel kregen en door mochten maar wij bleven daar staan. Wat is wijsheid? Uiteindelijk hebben we al ons vertrouwen in de handen gelegd van de eigenaar van de Volkswagen. Hij zou wel ervaring hebben met het vervoeren van veel bagage in een (te) kleine auto. We kregen een exit-stempel van de douane en vervolgens liepen we met onze fietsen naar de auto. Groot was onze verbazing toen we merkte dat er naast ons nog een man mee zou rijden met een paar zakken bagage. Met vrees keken we hoe de kofferbak eerst werd geladen met de zakken van de derde passagier, vervolgens werden onze tassen er op gelegd en daar weer boven op onze fietsen. Het ruimtelijk inzicht van onze chauffeur was van grote klasse. Een prachtig staaltje van ‘out-of-the-box denken’. Na een tweede controle of de fietsen echt wel stevig vastgebonden waren, gingen we dan echt naar de grens. Echt rustig zaten we niet, regelmatig keken we om of de fietsen er nog waren en bij elke hobbel in de weg sloeg ons hart een keer over. Maar de fietsen en bagage kwamen in prima staat aan bij de grens.
De echte grenspost ligt in the middle of nowhere. Een soldaat kwam naar het hek en maakte ons duidelijk dat we er nog niet door konden. Chinese douaniers houden zich strikt aan hun cao. Dat betekent dat er niet wordt gewerkt in het weekend maar ook dat de lunchpauze heilig is. Van 14.00 uur tot 16.30 is de grens gesloten, ook voor een paar Nederlandse fietsers die om 14.05 aankomen!
Voor de volledigheid noteren we hier de openingstijden van de grens: van 9.00 tot 11.00 uur, vervolgens een theepauze tot 13.00 uur om na een uur weer dicht te gaan tot 16.30. Vervolgens is de grens dan weer geopend tot 19.00 uur.
De verplichte lunchpauze brachten we door in het enige restaurant in het grensplaatsje. Onze laatste Chinese yuans besteden we aan een heerlijke noodle-soep, wat snoepjes en de rest wisselde we in in Kirgizische Soms. De laatste keer dat we met stokjes aten, tot grote vreugde van K. De exit-stempel hadden we al gekregen in Ulluqguat dus de formaliteiten in the middle of nowhere stelden niet zoveel voor. Gelukkig mochten we aan de Kirgizische kant meteen weer op de fiets stappen om de eerste Kirgische bergen te ervaren.
Eindelijk Kirgizie
Na een paar kilometer op Kirgizisch grondgebied en de nodige checkpoints waar onze paspoorten weer werden gecontroleerd kwamen we twee fietsers uit Engeland tegen. Zij gingen in volle vaart naar beneden terwijl wij omhoog ploeterden. Ze vertelde ons wat voor bergen wij de konden zestig kilometer nog konden verwachten. Een paar kilometer veder op was een mooi kampeerplek, aldus deze twee Engelse jongens. Met goede moed fietsten wij de berg op waar we de kampeerplek tegen kwamen. Het was een beschutte plek, uit de wind, bij een riviertje.
De tent was snel opgezet, het eten snel gemaakt, het blikje vis was toch iets andere dan wat wij hadden voorgesteld maar voor de rest smaakte ons eten heerlijk. Eindelijk met mes en vork ipv stokjes! De dag erna stapten we weer op de fiets. Het uitzichten werden steeds mooier en we kregen zicht op de eerste besneeuwde bergtoppen. Fietsend over de eerste bergen aan de kant van Kirgizie ging nog wel, daarna werd het heftig. Het was niet zozeer het stijgingspercentage, maar de ultrasterke wind van opzij. We konden onze fietsen bijna niet rechthouden op de weg. In 4 uur fietsen we ‘slechts’ 20 km en wat waren we uitgeput!
Omdat ons visum voor Tadjikistan nog niet inging, hebben we nog een paar dagen doorgebracht in de omgeving van Sary Tash en Sary Mogol. Een prachtige omgeving met een hele bergketen met besneeuwde toppen. We hebben ook onze eerste offroad tocht gefietst, naar een jailoo (zomerverblijf van de Kirgiziers: hier verblijven ze met hun vee van juni t/m half september in yurts) bij een prachtig bergmeer. De tocht was 25 km over een ‘jeeproad’: een oneffen weg met veel stenen. Omhoog ging redelijk, naar beneden was zwaar, omdat je geconcentreerd moest blijven op de stenen (ontwijken) en daarnaast de remmen paraat moest houden. We werden helemaal geshaked.
We zijn maar enkele dagen in Kirgizie gebleven, en we ‘slaan meteen af’ (we zitten in het uiterste zuid-westen) naar Tadjikistan. Als het weer het toelaat en de winter niet te snel komt, zullen we eind september nog een rondje in Kirgizie fietsen. Nu eerst Tadjikistan: op naar meer offroad en avontuur!
Na een paar kilometer op Kirgizisch grondgebied en de nodige checkpoints waar onze paspoorten weer werden gecontroleerd kwamen we twee fietsers uit Engeland tegen. Zij gingen in volle vaart naar beneden terwijl wij omhoog ploeterden. Ze vertelde ons wat voor bergen wij de konden zestig kilometer nog konden verwachten. Een paar kilometer veder op was een mooi kampeerplek, aldus deze twee Engelse jongens. Met goede moed fietsten wij de berg op waar we de kampeerplek tegen kwamen. Het was een beschutte plek, uit de wind, bij een riviertje.
De tent was snel opgezet, het eten snel gemaakt, het blikje vis was toch iets andere dan wat wij hadden voorgesteld maar voor de rest smaakte ons eten heerlijk. Eindelijk met mes en vork ipv stokjes! De dag erna stapten we weer op de fiets. Het uitzichten werden steeds mooier en we kregen zicht op de eerste besneeuwde bergtoppen. Fietsend over de eerste bergen aan de kant van Kirgizie ging nog wel, daarna werd het heftig. Het was niet zozeer het stijgingspercentage, maar de ultrasterke wind van opzij. We konden onze fietsen bijna niet rechthouden op de weg. In 4 uur fietsen we ‘slechts’ 20 km en wat waren we uitgeput!
Omdat ons visum voor Tadjikistan nog niet inging, hebben we nog een paar dagen doorgebracht in de omgeving van Sary Tash en Sary Mogol. Een prachtige omgeving met een hele bergketen met besneeuwde toppen. We hebben ook onze eerste offroad tocht gefietst, naar een jailoo (zomerverblijf van de Kirgiziers: hier verblijven ze met hun vee van juni t/m half september in yurts) bij een prachtig bergmeer. De tocht was 25 km over een ‘jeeproad’: een oneffen weg met veel stenen. Omhoog ging redelijk, naar beneden was zwaar, omdat je geconcentreerd moest blijven op de stenen (ontwijken) en daarnaast de remmen paraat moest houden. We werden helemaal geshaked.
We zijn maar enkele dagen in Kirgizie gebleven, en we ‘slaan meteen af’ (we zitten in het uiterste zuid-westen) naar Tadjikistan. Als het weer het toelaat en de winter niet te snel komt, zullen we eind september nog een rondje in Kirgizie fietsen. Nu eerst Tadjikistan: op naar meer offroad en avontuur!
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1-10-2014
Na een aantal weken in Tadjikistan zijn we terug in Kirgizie.
De route die we door Kyrgystan zouden fietsen was in Nederland al duidelijk. We zouden dwars door het land doorsteken. Vanuit Osh, richting Kazarman en dan naar Naryn. Maar zo simpel als het leek in Nederland, zo lastig wordt het in de praktijk. Er zijn twee routes, een noordelijke route, met een bergpas van 2900 meter hoog en een zuidelijke route met een bergpas die minder hoog is. Maar voor de noordelijke route pleit weer dat deze aanzienlijk korter is. Na lang wikken en wegen besloten we om toch de zuidelijke route te nemen, weliswaar langer maar wat de doorslag gaf was dat volgens de Bradt-reisgids het meeste verkeer volgens deze route gaat want deze lagere route “has considerably better road conditions”. Vanuit Kazarman fietsten wij richting het oosten. De weg was prima en het lukte ons om op de eerste dag de bergpas voor een groot gedeelte te beklimmen. Na een nachtje kamperen was het nog maar een stukje omhoog en al redelijk vroeg stonden we op de top. Echter, omlaag was de weg beroerd en met een gemiddelde van 10 kilometer per daalden we af. De dagen erna ploeterden we verder over de (zeer) slechte weg. Een schrale troost was de gedachte dat de noordelijke route nog slechter was.
1-10-2014
Na een aantal weken in Tadjikistan zijn we terug in Kirgizie.
De route die we door Kyrgystan zouden fietsen was in Nederland al duidelijk. We zouden dwars door het land doorsteken. Vanuit Osh, richting Kazarman en dan naar Naryn. Maar zo simpel als het leek in Nederland, zo lastig wordt het in de praktijk. Er zijn twee routes, een noordelijke route, met een bergpas van 2900 meter hoog en een zuidelijke route met een bergpas die minder hoog is. Maar voor de noordelijke route pleit weer dat deze aanzienlijk korter is. Na lang wikken en wegen besloten we om toch de zuidelijke route te nemen, weliswaar langer maar wat de doorslag gaf was dat volgens de Bradt-reisgids het meeste verkeer volgens deze route gaat want deze lagere route “has considerably better road conditions”. Vanuit Kazarman fietsten wij richting het oosten. De weg was prima en het lukte ons om op de eerste dag de bergpas voor een groot gedeelte te beklimmen. Na een nachtje kamperen was het nog maar een stukje omhoog en al redelijk vroeg stonden we op de top. Echter, omlaag was de weg beroerd en met een gemiddelde van 10 kilometer per daalden we af. De dagen erna ploeterden we verder over de (zeer) slechte weg. Een schrale troost was de gedachte dat de noordelijke route nog slechter was.
Hotel
Het laatste stadje van de zuidelijke route was Baetov. In 2012 waren we ook al in dit gehucht maar onze ervaringen waren niet bijzonder positief. We kwamen toen laat in de middag aan en een jongeman bracht ons naar het plaatselijke hotel. Het was een grauw gebouw in de typische betonnen Sovjetstijl, met kozijnen met afgebladerde verf en een vervallen tuin waar een paar schapen stonden. De trappen van het bordes waren gesleten; een teken dat er toch ooit bezoekers zijn geweest. We vroegen toen aan de jongeman of er ook een homestay was in Baetov. Na zijn ontkenning slofte H. met tegenzin naar de ingang van het hotel en keek nog één keer vragend om naar de jongeman. Ondanks de taalbarièrre was zijn antwoord duidelijk. Nog voordat H. het bordes kon betreden wenkte de jongeman naar ons en nodigde ons uit om bij hem thuis te logeren.
Nu, in september 2014, dus weer op weg naar Baetov. Aan het einde van de middag merkten we aan de iets betere staat van de weg dat we het stadje binnen reden. We herkenden het kruispunt en een paar andere plekken. Aan de mensen op straat vroegen we naar een homestay. Die was er niet maar er was wel een hotel. De hoofdstraat volgen en dan rechts….. Op onze GPS stonden een paar straten van Baetov en ook stond er één plek om te logeren. De kaart die op de GPS staat is een ‘openmapsource’. Dat betekent dat iedereen informatie kan toevoegen. Eén persoon was al eerder in Baetov geweest en had er een logeerplek ingezet onder de naam 'desparation'. Zo kwamen we weer bij het hotel en nu was er geen redder in nood. We werden echter hartelijk begroet door de zoon van de eigenaar en in een mengeling van Engels/Russisch lukte het H. wat van de prijs af te halen. De kamer bestond uit twee delen, één gedeelte met twee bedden (met schone lakens) en in het andere deel stond nog een bed, een bank en een TV. Het hotel is gebouwd eind jaren ’70 met alle voorzieningen. Maar dat is meer dan dertig jaar geleden. De buizen van de waterleiding liggen nog steeds door het hotel maar er is geen stromend water. Dat betekent dus ook geen douche en ook geen toilet. Eén kamer diende nu als ‘doucheruimte’. Er stond een wasbak en een emmer water. Voor het toilet moesten we eerst naar de begane grond (wij sliepen op de eerste verdieping), vervolgens een klein binnenplaatsje oversteken waar een betonnen hok stond met een hurk wc. In een homestay in Kyrgystan is dit de gewoonste zaak van de wereld dus echt geschokt waren we niet. Het restaurant in het hotel maakte echter veel goed. Er was een menukaart met een ruime keuze en er was zelfs coca cola. Voordat we gingen slapen nog naar het toilet. Moe kropen we in bed. Het matras was doorgezakt, echt lekker sliepen we niet. Rond half twee ’s nachts werd H. wakker: teveel cola gedronken. Na een half uur werd de drang te groot. Ik (H.) deed mijn jas aan, pakte mijn zaklampje en liep door de gang naar de trap en naar buiten. Het zaklampje scheen over de binnenplaats. Twee grote honden begonnen luidkeels te blaffen naar mij. Met angst in mijn ogen zag ik dat de twee honden de weg versperden naar het toilet. Ik deed mijn zaklampje uit in de hoop dat de honden dan zouden gaan slapen maar ik had al slapende honden wakker gemaakt. Ze bleven blaffen. Op zo’n moment is goede raad duur. In totale ‘desparation’ plaste ik vanaf het trapje over de reling in de tuin. Toen pas snapte ik pas echt waarom het hotel zo werd genoemd.
Het laatste stadje van de zuidelijke route was Baetov. In 2012 waren we ook al in dit gehucht maar onze ervaringen waren niet bijzonder positief. We kwamen toen laat in de middag aan en een jongeman bracht ons naar het plaatselijke hotel. Het was een grauw gebouw in de typische betonnen Sovjetstijl, met kozijnen met afgebladerde verf en een vervallen tuin waar een paar schapen stonden. De trappen van het bordes waren gesleten; een teken dat er toch ooit bezoekers zijn geweest. We vroegen toen aan de jongeman of er ook een homestay was in Baetov. Na zijn ontkenning slofte H. met tegenzin naar de ingang van het hotel en keek nog één keer vragend om naar de jongeman. Ondanks de taalbarièrre was zijn antwoord duidelijk. Nog voordat H. het bordes kon betreden wenkte de jongeman naar ons en nodigde ons uit om bij hem thuis te logeren.
Nu, in september 2014, dus weer op weg naar Baetov. Aan het einde van de middag merkten we aan de iets betere staat van de weg dat we het stadje binnen reden. We herkenden het kruispunt en een paar andere plekken. Aan de mensen op straat vroegen we naar een homestay. Die was er niet maar er was wel een hotel. De hoofdstraat volgen en dan rechts….. Op onze GPS stonden een paar straten van Baetov en ook stond er één plek om te logeren. De kaart die op de GPS staat is een ‘openmapsource’. Dat betekent dat iedereen informatie kan toevoegen. Eén persoon was al eerder in Baetov geweest en had er een logeerplek ingezet onder de naam 'desparation'. Zo kwamen we weer bij het hotel en nu was er geen redder in nood. We werden echter hartelijk begroet door de zoon van de eigenaar en in een mengeling van Engels/Russisch lukte het H. wat van de prijs af te halen. De kamer bestond uit twee delen, één gedeelte met twee bedden (met schone lakens) en in het andere deel stond nog een bed, een bank en een TV. Het hotel is gebouwd eind jaren ’70 met alle voorzieningen. Maar dat is meer dan dertig jaar geleden. De buizen van de waterleiding liggen nog steeds door het hotel maar er is geen stromend water. Dat betekent dus ook geen douche en ook geen toilet. Eén kamer diende nu als ‘doucheruimte’. Er stond een wasbak en een emmer water. Voor het toilet moesten we eerst naar de begane grond (wij sliepen op de eerste verdieping), vervolgens een klein binnenplaatsje oversteken waar een betonnen hok stond met een hurk wc. In een homestay in Kyrgystan is dit de gewoonste zaak van de wereld dus echt geschokt waren we niet. Het restaurant in het hotel maakte echter veel goed. Er was een menukaart met een ruime keuze en er was zelfs coca cola. Voordat we gingen slapen nog naar het toilet. Moe kropen we in bed. Het matras was doorgezakt, echt lekker sliepen we niet. Rond half twee ’s nachts werd H. wakker: teveel cola gedronken. Na een half uur werd de drang te groot. Ik (H.) deed mijn jas aan, pakte mijn zaklampje en liep door de gang naar de trap en naar buiten. Het zaklampje scheen over de binnenplaats. Twee grote honden begonnen luidkeels te blaffen naar mij. Met angst in mijn ogen zag ik dat de twee honden de weg versperden naar het toilet. Ik deed mijn zaklampje uit in de hoop dat de honden dan zouden gaan slapen maar ik had al slapende honden wakker gemaakt. Ze bleven blaffen. Op zo’n moment is goede raad duur. In totale ‘desparation’ plaste ik vanaf het trapje over de reling in de tuin. Toen pas snapte ik pas echt waarom het hotel zo werd genoemd.
Sovjet stijl
Volgens de leiders van de Sovjet-Unie was het communisme de oplossing voor de arbeiders en boeren. In de communistische heilstaat is immers iedereen gelijk en zou de staat zorgen voor een eerlijke verdeling van de schaarse middelen. Om ook de arbeiders en boeren te overtuigen van het gelijk van hun leiders werd er veel gebruik gemaakt van propaganda. Op sommige plekken in Kyrgystan zie je nog enkele relikwieën uit deze periode. Langs de weg van Kazarman naar Baetov staat een tiental betonnen palen met daarop afbeeldingen van de staalarbeider, de chauffeur, de chemicus en ingenieur. Dit allemaal in een realistische stijl, de daadkracht en het geluk straalt van ze af.
Volgens de leiders van de Sovjet-Unie was het communisme de oplossing voor de arbeiders en boeren. In de communistische heilstaat is immers iedereen gelijk en zou de staat zorgen voor een eerlijke verdeling van de schaarse middelen. Om ook de arbeiders en boeren te overtuigen van het gelijk van hun leiders werd er veel gebruik gemaakt van propaganda. Op sommige plekken in Kyrgystan zie je nog enkele relikwieën uit deze periode. Langs de weg van Kazarman naar Baetov staat een tiental betonnen palen met daarop afbeeldingen van de staalarbeider, de chauffeur, de chemicus en ingenieur. Dit allemaal in een realistische stijl, de daadkracht en het geluk straalt van ze af.
School
In Dostuk logeerden we bij een lerares Kyrgizische taal. Een mooie gelegenheid om een schooltje te bezoeken. Tijdens de Engelse les heeft H. bij groep 11 wat verteld over Nederland. Over ‘The Netherlands’, waarna hij uitlegde dat het ‘lowlands’ betekent. Vervolgens vertelde hij over de dijken die Nederland beschermen en dat er in tegenstelling tot Kyrgystan geen bergen zijn. Natuurlijk komen ook de koeien, de melk, kaas en tulpen aan bod. Ook komt het Nederlands voetbal aan bod; Guus Hiddink is hier misschien wel de bekendste persoon, naast Van Persie. En daarna heeft hij uitgelegd waarom het Nederlands elftal in oranje speelt om de link te leggen met het koningshuis. Gelukkig was de docente Engels er om het één en ander te vertalen zodat beide leerlingen (in groep 11 zitten maar 2 kinderen: het dorp heeft niet meer kinderen van die leeftijd) het konden volgen. Na een bezoek aan deze klas zijn we nog even in alle andere klassen binnen geweest.
In Dostuk logeerden we bij een lerares Kyrgizische taal. Een mooie gelegenheid om een schooltje te bezoeken. Tijdens de Engelse les heeft H. bij groep 11 wat verteld over Nederland. Over ‘The Netherlands’, waarna hij uitlegde dat het ‘lowlands’ betekent. Vervolgens vertelde hij over de dijken die Nederland beschermen en dat er in tegenstelling tot Kyrgystan geen bergen zijn. Natuurlijk komen ook de koeien, de melk, kaas en tulpen aan bod. Ook komt het Nederlands voetbal aan bod; Guus Hiddink is hier misschien wel de bekendste persoon, naast Van Persie. En daarna heeft hij uitgelegd waarom het Nederlands elftal in oranje speelt om de link te leggen met het koningshuis. Gelukkig was de docente Engels er om het één en ander te vertalen zodat beide leerlingen (in groep 11 zitten maar 2 kinderen: het dorp heeft niet meer kinderen van die leeftijd) het konden volgen. Na een bezoek aan deze klas zijn we nog even in alle andere klassen binnen geweest.
9-10-2014
De laatste week in Kyrgystan
Issyk-kul meer
Momenteel vertoeven we in Karakol, een plaatsje in het oosten van Kyrgystan, aan het Issyk-kul meer. Een paar dagen geleden twijfelden we nog of we een “rondje” om het meer zouden fietsen of dat we rechtstreeks naar Bishkek zouden fietsen om richting het warme verre oosten te vliegen. Het lekkere fietszonnetje heeft hier namelijk plaatsgemaakt voor wisselvallig weer. Als we ’s ochtend vertrekken kleden we ons warm aan: lange broek, hemd, shirt, een windstopper, een muts en handschoenen. Als het echt tegenzit hebben we zelfs onze regenkleding aan, inclusief overschoenen. Na een klein uurtje fietsen verdwijnen meestal de wolken, straalt het zonnetje weer en beginnen wij aan onze ‘striptease’. Maar in korte broek en shirt met korte mouwen fietsen is er vanaf nu niet meer bij; daar is het te koud voor.
De herfstkleuren zijn echter wel mooi, de groene bladeren veranderen in goudgeel en vallen op de grond. We besloten daarom om toch rond het Issyk-kul meer te fietsen. Het meer is één van de populairste toeristische attracties van Kyrgystan, met name voor de lokale toeristen. In elke brochure van Kyrgystan wordt dan ook dit meer aangeprezen als een hoogtepunt. Rondom het meer zijn verschillende plekken waar je kunt logeren (echter vaak niet op fietsafstand) en ook zijn er picknickplekken gemaakt. Maar plezierig zijn deze plekken niet. Afval, met name lege wodkaflessen (glasscherven) worden hier achtergelaten en ook op andere fotogenieke plekken liggen plastic flessen, sigarettenpeuken, chipszakken en snoeppapiertjes. De andere kant van het Kyrgystan. Het alcoholmisbruik hier is een groot probleem. In Tamga hadden we een boeiend gesprek met Tamara, de eigenaresse van een guesthouse. Ze is een gepensioneerde lerares Russische taal en literatuur en haar Engels is zeer goed. Ze vertelde dat ze acht vrouwelijke koks achter de hand heeft, die op afroepbasis koken voor de gasten. Als ze in het begin van de middag één van de koks belt hoort ze vaak aan de stem al dat de kok heeft gedronken en belt ze een ander.
De laatste week in Kyrgystan
Issyk-kul meer
Momenteel vertoeven we in Karakol, een plaatsje in het oosten van Kyrgystan, aan het Issyk-kul meer. Een paar dagen geleden twijfelden we nog of we een “rondje” om het meer zouden fietsen of dat we rechtstreeks naar Bishkek zouden fietsen om richting het warme verre oosten te vliegen. Het lekkere fietszonnetje heeft hier namelijk plaatsgemaakt voor wisselvallig weer. Als we ’s ochtend vertrekken kleden we ons warm aan: lange broek, hemd, shirt, een windstopper, een muts en handschoenen. Als het echt tegenzit hebben we zelfs onze regenkleding aan, inclusief overschoenen. Na een klein uurtje fietsen verdwijnen meestal de wolken, straalt het zonnetje weer en beginnen wij aan onze ‘striptease’. Maar in korte broek en shirt met korte mouwen fietsen is er vanaf nu niet meer bij; daar is het te koud voor.
De herfstkleuren zijn echter wel mooi, de groene bladeren veranderen in goudgeel en vallen op de grond. We besloten daarom om toch rond het Issyk-kul meer te fietsen. Het meer is één van de populairste toeristische attracties van Kyrgystan, met name voor de lokale toeristen. In elke brochure van Kyrgystan wordt dan ook dit meer aangeprezen als een hoogtepunt. Rondom het meer zijn verschillende plekken waar je kunt logeren (echter vaak niet op fietsafstand) en ook zijn er picknickplekken gemaakt. Maar plezierig zijn deze plekken niet. Afval, met name lege wodkaflessen (glasscherven) worden hier achtergelaten en ook op andere fotogenieke plekken liggen plastic flessen, sigarettenpeuken, chipszakken en snoeppapiertjes. De andere kant van het Kyrgystan. Het alcoholmisbruik hier is een groot probleem. In Tamga hadden we een boeiend gesprek met Tamara, de eigenaresse van een guesthouse. Ze is een gepensioneerde lerares Russische taal en literatuur en haar Engels is zeer goed. Ze vertelde dat ze acht vrouwelijke koks achter de hand heeft, die op afroepbasis koken voor de gasten. Als ze in het begin van de middag één van de koks belt hoort ze vaak aan de stem al dat de kok heeft gedronken en belt ze een ander.
Karakol
Karakol is een Russisch stadje. In de 19de eeuw zijn hier Russische kolonisten naar toe getrokken. Het Russische rijk verlegde zijn grenzen, tot grote schrik van Engeland, die vreesde dat Pakistan/India het doel was. In deze krachtmeting tussen Rusland en Engeland zijn er verschillende ontdekkingsreizigers geweest om Centraal Azië letterlijk op de kaart te zetten. Misschien wel de bekendste is Przewalski. Hij maakte verschillende expedities vanuit Rusland richting Mongolië, China en Turkestan (Kyrgystan, Kazachstan). Tijdens een expeditie overleed hij in 1888 in Karakol. Hij is begraven aan het Issyk-kul meer. In het museum bij zijn graf is het leven van Przewalksi uitvoerig in beeld gebracht. Bij de entree hangt een grote 3 dimensionale landkaart waarop al zijn expedities zijn getekend. Er hangen prachtige pentekeningen die zijn vaste tekenaar maakte van de plaatselijke bevolking, de flora en de fauna en natuurlijk de bergen. Wat niet mag ontbreken in het Przewalskimuseum is een opgezet exemplaar van het Przewalskipaard!
Het is eenvoudig om de weg te vinden in Karakol. Het stratenplan is een rooster van straten die parallel aan elkaar lopen verbindingswegen. Je loopt letterlijk een blokje om. Verscholen tussen de bomen staat een klein Russisch-Orthodox kerkje. Met de kenmerkende koepels in een ui-vorm. De felle kleur van de koepels staan in schril contrast met het donkere hout waarvan de kerk is gemaakt. In de kerk hangen veel schilderijen van heiligen in felle kleuren. Verschillende afbeeldingen van de apostel Matheüs. Volgens de overlevering heeft Matheüs na het schrijven van zijn Evangelie moeten vluchten voor vervolging. Op zijn weg naar India stichtte hij verschillende Christelijke gemeenschappen. In Venetië is een middeleeuwse landkaart waarop de naam Issyk-kul staat met daarbij de opmerking dat hier een klooster staat waar Matheüs is begraven.
Je ziet hier ook meer Russen: blond haar, blauwe ogen een brede jukbenen. Dat Karakol stadse allure heeft zie je ook aan de kleding van de vrouwen. Strakke spijkerbroeken, donsjassen in felle kleuren en hoge hakken. Er zijn restaurants met westerse menukaarten, pizza’s, friet, coca cola en er hangt een flat screen waarop de laatste (Russische) videoclips worden vertoond.
Karakol is een Russisch stadje. In de 19de eeuw zijn hier Russische kolonisten naar toe getrokken. Het Russische rijk verlegde zijn grenzen, tot grote schrik van Engeland, die vreesde dat Pakistan/India het doel was. In deze krachtmeting tussen Rusland en Engeland zijn er verschillende ontdekkingsreizigers geweest om Centraal Azië letterlijk op de kaart te zetten. Misschien wel de bekendste is Przewalski. Hij maakte verschillende expedities vanuit Rusland richting Mongolië, China en Turkestan (Kyrgystan, Kazachstan). Tijdens een expeditie overleed hij in 1888 in Karakol. Hij is begraven aan het Issyk-kul meer. In het museum bij zijn graf is het leven van Przewalksi uitvoerig in beeld gebracht. Bij de entree hangt een grote 3 dimensionale landkaart waarop al zijn expedities zijn getekend. Er hangen prachtige pentekeningen die zijn vaste tekenaar maakte van de plaatselijke bevolking, de flora en de fauna en natuurlijk de bergen. Wat niet mag ontbreken in het Przewalskimuseum is een opgezet exemplaar van het Przewalskipaard!
Het is eenvoudig om de weg te vinden in Karakol. Het stratenplan is een rooster van straten die parallel aan elkaar lopen verbindingswegen. Je loopt letterlijk een blokje om. Verscholen tussen de bomen staat een klein Russisch-Orthodox kerkje. Met de kenmerkende koepels in een ui-vorm. De felle kleur van de koepels staan in schril contrast met het donkere hout waarvan de kerk is gemaakt. In de kerk hangen veel schilderijen van heiligen in felle kleuren. Verschillende afbeeldingen van de apostel Matheüs. Volgens de overlevering heeft Matheüs na het schrijven van zijn Evangelie moeten vluchten voor vervolging. Op zijn weg naar India stichtte hij verschillende Christelijke gemeenschappen. In Venetië is een middeleeuwse landkaart waarop de naam Issyk-kul staat met daarbij de opmerking dat hier een klooster staat waar Matheüs is begraven.
Je ziet hier ook meer Russen: blond haar, blauwe ogen een brede jukbenen. Dat Karakol stadse allure heeft zie je ook aan de kleding van de vrouwen. Strakke spijkerbroeken, donsjassen in felle kleuren en hoge hakken. Er zijn restaurants met westerse menukaarten, pizza’s, friet, coca cola en er hangt een flat screen waarop de laatste (Russische) videoclips worden vertoond.
Blaffende honden bijten niet..?
Dat we bij Tamara in het guesthouse zijn gekomen is toevallig. We hadden een ander guesthouse op het oog. Op het moment dat we de poort wilden openen begon een grote herdershond luidkeels te blaffen. De hond bleef blaffen en er kwam niemand naar buiten om te kijken wat er aan de hand was. We zijn maar doorgefietst. In Kirgizië hebben we veel problemen met honden. Ze ruiken ons al van een grote afstand en blaffend rennen ze naar ons toe. Een enkele keer is er een domino-effect, één hond begint te blaffen en waarschuwt de andere honden in de buurt die op hun beurt ook beginnen te blaffen en ons achtervolgen. Vaak proberen ze te happen naar onze benen en/of tassen. De eigenaar van de hond is in geen velden of wegen te bekennen of staat schaapachtig te lachen naar de fietsende toeristen. Maar hoe harder je trapt hoe leuker het voor de hond wordt om in je kuiten te bijten. Het komt we eens voor dat verschillende honden ons minutenlang achtervolgen. We versnellen dan ons tempo en schreeuwen naar de hond (en indirect ook naar de eigenaar) dat het rothonden zijn en dat ze moeten stoppen met blaffen. Maar.. het zijn Kyrgische honden dus Nederlands verstaan ze niet, misschien dat het daarom niet helpt. Als de honden zijn verdwenen stoppen we even om op adem te komen en om te controleren of ze niet in onze tassen hebben gehapt. We hebben een ‘daser’, een klein, grijs apparaatje dat een hoge toon produceert. Wij horen die toon niet maar honden wel en schrikken er van. Vaak helpt het als we de daser gebruiken, maar bij sommige honden niet, die blijven ons achtervolgen. We willen met alle plezier een foto op de site zetten van een hond met grote tanden die ons gevaarlijk toeblaft maar telkens als we zo’n hond zien vergeten we om een foto te maken…..
Herfst / winter
Het koude en natte herfstweer brengt ook andere problemen met zich mee. Door de regen hapert bijvoorbeeld de stroomvoorziening. Toen we na een lange dag fietsen aan het begin van de avond in Kochkor aankwamen was het pikdonker. In het hele stadje was geen stroom. Bij kaarslicht hebben we die avond gegeten. Ook nu, in Karakol, een middelgrote stad, hapert de stroom. Aan het einde van de middag zijn er grauwe wolken voor de strakblauwe lucht gekomen en heeft het de hele middag gesneeuwd. De weersvoorspellingen op internet kloppen dus! Middels een noodaggregaat van het hotel is er (af en toe) stroom. Althans, de lampen doen het, de andere apparaten die stroom nodig hebben (computer!) werken niet of worden niet opgeladen.
De sneeuw blijft liggen en op de weg vormt zich een spoor van grijze slijk. Het bordes van het hotel is ’s avonds versierd met rode led lampjes en samen met de witte sneeuw vormt het een prachtig decor voor een kerstverhaal. Als de weersverwachting die we de afgelopen dagen nauwkeurig op internet hebben gevolgd klopt (na de voorspelde sneeuw twijfelen we er niet meer aan) wordt het weer de komende dagen beter; althans geen sneeuw meer en zon. De gevoelstemperatuur gaat dan gelukkig flink omhoog.
Overdag is het hier nu 5 graden en ’s nachts vriest het.
We moeten nog een kleine week door de kou fietsen langs het meer, naar Bishkek. Vandaag hebben we namelijk een ticket gekocht naar warmere oorden. We vliegen op 16 oktober van Bishkek naar Singapore! Daar start dan voor ons ‘deel 2’: fietsen in Zuid-Oost Azië.
Dat we bij Tamara in het guesthouse zijn gekomen is toevallig. We hadden een ander guesthouse op het oog. Op het moment dat we de poort wilden openen begon een grote herdershond luidkeels te blaffen. De hond bleef blaffen en er kwam niemand naar buiten om te kijken wat er aan de hand was. We zijn maar doorgefietst. In Kirgizië hebben we veel problemen met honden. Ze ruiken ons al van een grote afstand en blaffend rennen ze naar ons toe. Een enkele keer is er een domino-effect, één hond begint te blaffen en waarschuwt de andere honden in de buurt die op hun beurt ook beginnen te blaffen en ons achtervolgen. Vaak proberen ze te happen naar onze benen en/of tassen. De eigenaar van de hond is in geen velden of wegen te bekennen of staat schaapachtig te lachen naar de fietsende toeristen. Maar hoe harder je trapt hoe leuker het voor de hond wordt om in je kuiten te bijten. Het komt we eens voor dat verschillende honden ons minutenlang achtervolgen. We versnellen dan ons tempo en schreeuwen naar de hond (en indirect ook naar de eigenaar) dat het rothonden zijn en dat ze moeten stoppen met blaffen. Maar.. het zijn Kyrgische honden dus Nederlands verstaan ze niet, misschien dat het daarom niet helpt. Als de honden zijn verdwenen stoppen we even om op adem te komen en om te controleren of ze niet in onze tassen hebben gehapt. We hebben een ‘daser’, een klein, grijs apparaatje dat een hoge toon produceert. Wij horen die toon niet maar honden wel en schrikken er van. Vaak helpt het als we de daser gebruiken, maar bij sommige honden niet, die blijven ons achtervolgen. We willen met alle plezier een foto op de site zetten van een hond met grote tanden die ons gevaarlijk toeblaft maar telkens als we zo’n hond zien vergeten we om een foto te maken…..
Herfst / winter
Het koude en natte herfstweer brengt ook andere problemen met zich mee. Door de regen hapert bijvoorbeeld de stroomvoorziening. Toen we na een lange dag fietsen aan het begin van de avond in Kochkor aankwamen was het pikdonker. In het hele stadje was geen stroom. Bij kaarslicht hebben we die avond gegeten. Ook nu, in Karakol, een middelgrote stad, hapert de stroom. Aan het einde van de middag zijn er grauwe wolken voor de strakblauwe lucht gekomen en heeft het de hele middag gesneeuwd. De weersvoorspellingen op internet kloppen dus! Middels een noodaggregaat van het hotel is er (af en toe) stroom. Althans, de lampen doen het, de andere apparaten die stroom nodig hebben (computer!) werken niet of worden niet opgeladen.
De sneeuw blijft liggen en op de weg vormt zich een spoor van grijze slijk. Het bordes van het hotel is ’s avonds versierd met rode led lampjes en samen met de witte sneeuw vormt het een prachtig decor voor een kerstverhaal. Als de weersverwachting die we de afgelopen dagen nauwkeurig op internet hebben gevolgd klopt (na de voorspelde sneeuw twijfelen we er niet meer aan) wordt het weer de komende dagen beter; althans geen sneeuw meer en zon. De gevoelstemperatuur gaat dan gelukkig flink omhoog.
Overdag is het hier nu 5 graden en ’s nachts vriest het.
We moeten nog een kleine week door de kou fietsen langs het meer, naar Bishkek. Vandaag hebben we namelijk een ticket gekocht naar warmere oorden. We vliegen op 16 oktober van Bishkek naar Singapore! Daar start dan voor ons ‘deel 2’: fietsen in Zuid-Oost Azië.
10-10-2014
Vandaag hebben we 140 (!) km gefietst (geen overnachtingsmogelijkheden op de route en te koud om te kamperen) en zijn we aangekomen in Cholpon-Ata.
Toen we vertrokken fietsten we in een geheel witte omgeving. Aan het einde van de middag was de meeste sneeuw verdwenen. De zon heeft namelijk de hele dag geschenen. Het is wel koud; in de ochtend rond het vriespunt en rond de middag 10 graden. Maar met al onze kleren aan, hebben we alleen maar last van koude voeten.
Vandaag hebben we 140 (!) km gefietst (geen overnachtingsmogelijkheden op de route en te koud om te kamperen) en zijn we aangekomen in Cholpon-Ata.
Toen we vertrokken fietsten we in een geheel witte omgeving. Aan het einde van de middag was de meeste sneeuw verdwenen. De zon heeft namelijk de hele dag geschenen. Het is wel koud; in de ochtend rond het vriespunt en rond de middag 10 graden. Maar met al onze kleren aan, hebben we alleen maar last van koude voeten.
15-10-2014
Bishkek
De dagen in Bishkek tot onze vlucht hebben we goed besteed. Klusjes waar we onderweg weinig tijd voor hadden, of geen tijd voor wilden uittrekken stonden op het programma. De opgedroogde modder op de fietstassen hebben we eraf geborsteld en de haakjes van de tassen gecontroleerd. De fietsen waren toe aan een goede schoonmaak- en onderhoudsbeurt. Met een tuinslang eerst de opgedroogde modder eraf gespoten. Vervolgens de wielen eruit gehaald, de banden gecontroleerd, de velgen ontvet, remblokjes gecontroleerd, alle schroefjes aangedraaid, de draaiende delen ingevet etc. Van een afstandje lijken de fietsen weer als nieuw. Echter, van dichtbij zijn ‘enige’ gebruikssporen zichtbaar. Het eerste krasje op de lak deed pijn, maar inmiddels heeft ieder krasje z’n eigen verhaal…
Hieronder een sfeerimpressie van Bishkek:
Bishkek
De dagen in Bishkek tot onze vlucht hebben we goed besteed. Klusjes waar we onderweg weinig tijd voor hadden, of geen tijd voor wilden uittrekken stonden op het programma. De opgedroogde modder op de fietstassen hebben we eraf geborsteld en de haakjes van de tassen gecontroleerd. De fietsen waren toe aan een goede schoonmaak- en onderhoudsbeurt. Met een tuinslang eerst de opgedroogde modder eraf gespoten. Vervolgens de wielen eruit gehaald, de banden gecontroleerd, de velgen ontvet, remblokjes gecontroleerd, alle schroefjes aangedraaid, de draaiende delen ingevet etc. Van een afstandje lijken de fietsen weer als nieuw. Echter, van dichtbij zijn ‘enige’ gebruikssporen zichtbaar. Het eerste krasje op de lak deed pijn, maar inmiddels heeft ieder krasje z’n eigen verhaal…
Hieronder een sfeerimpressie van Bishkek:
So far so good….
Onze fietsen hebben we speciaal gekocht voor slechte wegen en we zijn dan ook tevreden hoe de fietsen het hebben doorstaan. Slechts 2 lekke banden, geen pech met de fiets en minimaal onderhoud gepleegd. En we hebben heel wat slechte wegen gehad… 3798 kilometer totaal (en een maximale hoogte bereikt van 4641 meter).
Toch zijn er wel wat kleine, niet onoverkomelijke dingen: bidondop verloren, twee haakjes van een fietstas verloren, eentje afgebroken, een schroefje van de lowrider afgebroken, dop van een standaard stuk, stukje van een spatbord afgebroken en een stukje verloren, een spiegeltje afgebroken, enkele gaatjes in een paar fietstassen, schoenzolen van H. zijn bijna door, de Leatherman (met levenslange garantie) afgebroken, een paar zeer kleine gaatjes in onze tent en een onderdeel van de fietspomp verloren.
Ook met onze gezondheid is het prima gegaan. Een bezoek aan een dokter of tandarts was niet nodig en op af een toe een pijnlijk zitvlak en wat reizigersdiarree na zijn we fit gebleven.
De Bikemaster van Bishkek
Zondag hebben we een eerste oriëntatietocht gelopen door Bishkek. Op zoek naar fietsdozen om onze fietsen in te vervoeren als we naar Singapore vliegen. In de GPS hadden we een paar fietswinkels en outdoorzaken gezet. We hebben slechts twee fietszaken weten te vinden. Onze hoop was gevestigd op 'Bikemaster', in de Lonely Planet (reisgids) en op internet wordt deze zaak aanbevolen. We volgden de route van de GPS, maar hoe verder we kwamen hoe meer we gingen twijfelen of we wel op de juiste plek waren. Op het adres aangekomen was het een huis zonder enige aanwijzing dat hier 'de bikemaster' van Bishkek zou huizen. Een paar buren die konden ons wel vertellen dat Bikemaster zijn huis twee jaar geleden had verkocht en dat hij zijn zaak had overgedaan aan een vriend. Gelukkig voor ons woonde die man ook in de buurt en een na telefoontje was duidelijk dat 'de nieuwe bikemaster' thuis was. Een meisje dat goed Engels sprak bracht ons naar het adres (ook een woonhuis zonder enige aanwijzing dat hier 'bikemaster' huist) en hielp ons met het vertalen. De bikemaster was een behulpzame hobbyist met een paar opgeknapte fietsen en een handvol roestige reserveonderdelen, die echter ook geen dozen had. Hij belde naar een paar andere fietszaken, maar ook daar geen dozen. We moesten onze creativiteit gebruiken.
Creativiteit
De volgende dag namen we de mashrutka (gedeelde taxibus) naar de Osh-bazaar, de grootste markt van Bishkek. We dachten hier wel beschermend bubbeltjesplastic te kunnen vinden waar we de fietsen in konden wikkelen. Van de ene marktkraam werden we naar de andere gestuurd. Er waren genoeg rollen plastic, in elk formaat en elk gekleurd patroon maar niet het plastic wat we voor ogen hadden. Plan B trad in werking. We kochten voor 50 som (minder dan één euro) 25 eierdozen. Als één eierdoos 36 eieren veilig kan vervoeren, dan kunnen 25 eierdozen ook wel twee fietsen vervoeren. Met 6 rollen tape, karton dat we bij de supermarkt om de hoek hadden gehaald en 30 meter huishoudfolie pakten we onze fietsen in. Bovenop elk pakket fabriceerden we twee handvatten zodat het handig is te tillen. Onze vluchtgegevens schreven we op de doos en nu maar hopen dat Uzbekistan Airlines onze creaties accepteert…. Wordt vervolgd….
Onze fietsen hebben we speciaal gekocht voor slechte wegen en we zijn dan ook tevreden hoe de fietsen het hebben doorstaan. Slechts 2 lekke banden, geen pech met de fiets en minimaal onderhoud gepleegd. En we hebben heel wat slechte wegen gehad… 3798 kilometer totaal (en een maximale hoogte bereikt van 4641 meter).
Toch zijn er wel wat kleine, niet onoverkomelijke dingen: bidondop verloren, twee haakjes van een fietstas verloren, eentje afgebroken, een schroefje van de lowrider afgebroken, dop van een standaard stuk, stukje van een spatbord afgebroken en een stukje verloren, een spiegeltje afgebroken, enkele gaatjes in een paar fietstassen, schoenzolen van H. zijn bijna door, de Leatherman (met levenslange garantie) afgebroken, een paar zeer kleine gaatjes in onze tent en een onderdeel van de fietspomp verloren.
Ook met onze gezondheid is het prima gegaan. Een bezoek aan een dokter of tandarts was niet nodig en op af een toe een pijnlijk zitvlak en wat reizigersdiarree na zijn we fit gebleven.
De Bikemaster van Bishkek
Zondag hebben we een eerste oriëntatietocht gelopen door Bishkek. Op zoek naar fietsdozen om onze fietsen in te vervoeren als we naar Singapore vliegen. In de GPS hadden we een paar fietswinkels en outdoorzaken gezet. We hebben slechts twee fietszaken weten te vinden. Onze hoop was gevestigd op 'Bikemaster', in de Lonely Planet (reisgids) en op internet wordt deze zaak aanbevolen. We volgden de route van de GPS, maar hoe verder we kwamen hoe meer we gingen twijfelen of we wel op de juiste plek waren. Op het adres aangekomen was het een huis zonder enige aanwijzing dat hier 'de bikemaster' van Bishkek zou huizen. Een paar buren die konden ons wel vertellen dat Bikemaster zijn huis twee jaar geleden had verkocht en dat hij zijn zaak had overgedaan aan een vriend. Gelukkig voor ons woonde die man ook in de buurt en een na telefoontje was duidelijk dat 'de nieuwe bikemaster' thuis was. Een meisje dat goed Engels sprak bracht ons naar het adres (ook een woonhuis zonder enige aanwijzing dat hier 'bikemaster' huist) en hielp ons met het vertalen. De bikemaster was een behulpzame hobbyist met een paar opgeknapte fietsen en een handvol roestige reserveonderdelen, die echter ook geen dozen had. Hij belde naar een paar andere fietszaken, maar ook daar geen dozen. We moesten onze creativiteit gebruiken.
Creativiteit
De volgende dag namen we de mashrutka (gedeelde taxibus) naar de Osh-bazaar, de grootste markt van Bishkek. We dachten hier wel beschermend bubbeltjesplastic te kunnen vinden waar we de fietsen in konden wikkelen. Van de ene marktkraam werden we naar de andere gestuurd. Er waren genoeg rollen plastic, in elk formaat en elk gekleurd patroon maar niet het plastic wat we voor ogen hadden. Plan B trad in werking. We kochten voor 50 som (minder dan één euro) 25 eierdozen. Als één eierdoos 36 eieren veilig kan vervoeren, dan kunnen 25 eierdozen ook wel twee fietsen vervoeren. Met 6 rollen tape, karton dat we bij de supermarkt om de hoek hadden gehaald en 30 meter huishoudfolie pakten we onze fietsen in. Bovenop elk pakket fabriceerden we twee handvatten zodat het handig is te tillen. Onze vluchtgegevens schreven we op de doos en nu maar hopen dat Uzbekistan Airlines onze creaties accepteert…. Wordt vervolgd….
Route in Kirgizie:
18-8-2014 t/m 24-8-2014
Deel 1:
Sary Tash - Sary Mogol - Sary Tash
17-9-2014 t/m 16-10-2014
Deel 2:
Sary Tash - Osh - Jalalabad - rondje om Issik Kul - Bishkek
Bekijk de route via wikiloc: , Kirgizië 1, Kirgizië 2
Wil je meer foto's zien van Kirgizië? Klik dan hier.
18-8-2014 t/m 24-8-2014
Deel 1:
Sary Tash - Sary Mogol - Sary Tash
17-9-2014 t/m 16-10-2014
Deel 2:
Sary Tash - Osh - Jalalabad - rondje om Issik Kul - Bishkek
Bekijk de route via wikiloc: , Kirgizië 1, Kirgizië 2
Wil je meer foto's zien van Kirgizië? Klik dan hier.